Leiden stelt regels aan pleziervaart

Nog voor het komende vaarseizoen moet Leiden een nieuwe verordening hebben voor alles wat kan varen of aanleggen in de Leidse wateren. Voor bedrijfsvaartuigen, woon- en terrasboten had Leiden al een ligplaatsenregeling. Daar komen nu de pleziervaartuigen bij. Belangrijkste wijziging met de huidige praktijk is dat er per kade een maximum aantal boten mag liggen. Ook worden bepaalde gebieden ontzien. Vanwege de natuur of de historische aanblik van de binnenstad. Zo wil de gemeente het aantal afgemeerde boten aan bijvoorbeeld het statige Rapenburg beperkt houden en zal ook niemand zijn boot meer het riet in mogen varen.

Onder pleziervaartuigen vallen niet alleen bootjes en jachten, maar ook bijvoorbeeld rondvaartboten en watertaxi’s. Voor al deze vaartuigen zijn nu plaatsen aangewezen waar ze mogen afmeren. Mensen die nu een vaste ligplaats in Leiden hebben, moesten altijd al een vergunning hebben. Zolang ze deze vergunning houden verandert er voor hen niets. Pas als de boot verkocht wordt, vervalt de bijbehorende ligplaats als deze niet in het nieuwe ‘integrale ligplaatsenplan’ past.

Passanten mogen net als nu bijna overal aanleggen. Dat is gratis. De gemeente stelt voor passanten bewust geen maximum-aantal vast. “Dat is niet te zeggen en de praktijk wijst uit dat het zichzelf wel regelt,” aldus W. van der Vlugt van de dienst Milieu & Beheer. Volgens hem was het hard nodig dat Leiden regels aan de ligplaatsen stelt: “Het aantal vergunningen is tussen 1994 en nu opgelopen van zo’n 350 tot bijna 1400”. In totaal biedt de Leidse openbare wal ruimte aan 2000 boten. Op particulier terrein komen er daar nog zo’n 400 bij.

Naast de ligplaatsenverordening gaat Leiden de politie intensiever laten controleren of er niet te hard wordt gevaren. Op de singels geldt een maximumsnelheid van 6km/u, in de overige wateren is dat 7,2 km/u. nu het steeds drukker wordt op het water is ook extra controle nodig.