Wethouder Wim de Boer en Tine de Bloois, manager Grotestedenbeleid (GSB), presenteerden dinsdagochtend het Meerjarenontwikkelingsprogramma (MOP). In dit programma maakt Leiden afspraken met het Rijk over de doelen die de gemeente wil bereiken tussen 2005 en 2009. Leiden ontvangt daarvoor in het kader van het GSB 75 miljoen euro van het Rijk. Leiden legt daar zelf 65 miljoen euro bij, zodat er een totaalbedrag van 140 miljoen euro beschikbaar is voor zaken als extra veiligheid, kwaliteit van de binnenstad, goede ontwikkelingskansen voor jongeren, zorg voor kwetsbaren in de samenleving en verbetering van de infrastructuur. Deze doelen worden bereikt door middel van incidentele projecten. Het grote voordeel van GSB-geld is, dat de gemeente het naar eigen inzicht kan uitgeven. Er moet in 2009 aan de hand van de doelstellingen wel verantwoording afgelegd worden aan het Rijk.
Het MOP, dat dus eigenlijk in grote lijnen beschrijft waarvoor de GSB-gelden zullen worden ingezet, is gebaseerd op De Schouw van de stad Leiden, dat ontstond in samenwerking met partners in de stad. Ook de Ontwikkelingsvisie 2030, waarin voornamelijk burgers mee konden praten over de toekomst van hun stad, heeft een rol gespeeld tijdens het schrijven van het MOP.
Met het GSB-geld voor de periode 2005-2009 zal de gemeente onder andere proberen om de veiligheid in het winkel- en uitgaansgebied te verbeteren. Het aantal aangegeven delicten tegen bedrijven en ondernemers per 100 hectare bedrijventerrein lag in 2002 bijvoorbeeld op 33, terwijl het gemiddelde van de dertig grootste steden van Nederland op 15 ligt. Leiden wil in 2009 onder dat gemiddelde zitten. Ook de wijkontwikkeling in Leiden Noord en Leiden Zuid-West wordt met behulp van GSB-geld gestimuleerd.
Het Rijk bezuinigt behoorlijk in de sociale hoek. “Niet zo leuk”, oordeelt wethouder De Boer. Het gevolg daarvan is bijvoorbeeld zichtbaar bij achterstandsleerlingen. Er zijn in Leiden 1270 kinderen tussen de 2 en 5 jaar oud, die in aanmerking zouden komen voor extra schoolprogramma’s om hun achterstand in te halen. De financiën zorgen er echter voor, dat slechts de helft van die kinderen daadwerkelijk mee kan doen aan zulke programma’s. Desondanks blijven projecten die zich bezig houden met maatschappelijke opvang bestaan, doordat zij wederom GSB-geld ontvangen.
Incidentele projecten kunnen dus soms langer duren dan een GSB-periode van vijf jaar. Een ander voorbeeld is een schoonmaakproject als Leiden ruimt op, dat sterk bijdraagt aan het schoonhouden van de binnenstad. Door middel van geld uit de volgende GSB-periode kan zo’n project worden voortgezet. Ook het Aalmarktplan, dat al grotendeels werd gefinancierd uit de huidige GSB-gelden, kan rekenen op een bijdrage van de volgende periode.
De speerpunten Leiden Bezoekersstad en Leiden Kennisstad zijn ook terug te vinden in het MOP. De gemeente geeft in het MOP aan, dat er meer arbeidsplaatsen moeten komen in de bezoekerseconomie (detailhandel, horeca, etc.) en dat er vanaf 2007 op jaarbasis 300.000 extra mensen buiten Leiden onze stad bezoeken.
De wethouder geeft overigens wel toe, dat projecten als Leiden ruimt op eigenlijk in de reguliere begroting van de gemeente thuishoren. “Die moet je eigenlijk niet met incidenteel geld financieren”, zegt hij. Sommige projecten die de kwaliteit en leefbaarheid van de binnenstad hoog moeten houden, worden naar alle waarschijnlijkheid dan ook overgeheveld naar de reguliere begroting, ondanks dat de wethouder tegen een relatief klein dekkingstekort aankijkt.
Het MOP werd dinsdag ter beoordeling naar het Rijk verstuurd.
LeidenSleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907