Archeologen ontdekken sporen Merovingische periode onder grasmat Boshuizerkade

Tijdens hun eerste verkennende onderzoek, hebben archeologen op de boshuizerkade woensdag sporen uit de Merovingische periode ontdekt. Bij het graven van proefsleuven onder de noordelijke sportvelden, hoopten ze sporen van de Limesweg te vinden. Ze stuitten volgens wethouder Jan-jaap de Haan op iets wat er uitzag als zand met zwarte vlekken. Het blijkt te gaan om sporen uit de 14e tot 17e eeuw, vondsten uit de Romeinse tijd, maar vooral om resten van huizen, afval- en waterputten uit de 7e eeuw. In omliggende gemeentes waren al resten uit deze vroege periode, die ook wel Merovingische periode genoemd wordt, gevonden, maar nog niet in Leiden. Het terrein van de sportvelden aan de Boshuizerkade is een vruchtbare opgravingslocatie. Tijdens de aanleg ervan in 1955 werden op de zuidelijke velden de restanten aangetroffen van kasteel Boshuizen of Boschuysen. Deze ridderhofstede werd in 1574 verwoest en later geheel afgebroken. Op de noordelijke velden zijn bij booronderzoek in het verleden, op meerdere plaatsen resten aangetroffen uit een veel verder verleden. Uit dat onderzoek en de huidige vondsten leiden archeologen van Erfgoed Leiden en Omstreken af dat hier de resten van een vroegmiddeleeuwse en misschien ook een Romeinse nederzetting liggen. De sportvelden moeten plaatsmaken voor woningen.