De nieuwste voorstelling van muziektheatergezelschap Veenfabriek, Raarrr, ging vrijdag in première. (Foto: Jan van der Sluis)

Muziek verdeelt de Veenfabriek

Na 2’44” stopt de muziek. Dat is “de maximale spanningsboog van Europese luisteraars” krijgen we te horen. De toetsenist van het ensemble is dan al eens tierend weggebeend. Dwars door de toneeldeuren is het publiek getuige van de hoogoplopende ruzie tussen hem en de regisseur over al dan niet ‘uitleggen van moderne muziek’. Zie daar Raarrr, de nieuwste productie van muziektheatergezelschap Veenfabriek die vrijdag in première ging. En waarin na 2’44” de componiste op haar beurt kwaad het toneel verlaat.

De vijf kwartier durende voorstelling draait om de vraag of je kunst moet uitleggen of niet. In dit geval muziek, “gecomponeerde moderne muziek”. De twee antagonisten in het ensemble komen er niet uit. Beide verkondigen een goed te verdedigen standpunt. En als zij dan in eerste instantie een soort compromis vinden in die 2’44” houdt dat geen rekening met de maker van het stuk. De hele toestand doet Van der Geest op een gegeven moment verzuchten of wij, publiek, “hapklare brokken (muziek) willen?”. Een vraag die tot denken aanzet. Wat verwachtten we eigenlijk?

De Veenfabriek wil best wel vermaken, maar wil dat niet doen als een uitsluitend consumeren. In navolging van Marcel Duchamp, betoogt Van der Geest, zou kunst sámen scheppen moeten zijn. Hapklare brokken zijn een minachting voor de toeschouwers; alsof die niet kan denken. Misschien is dat wel een sleutelmoment: als Van der Geest zich realiseert dat z’n verhandeling dreigt te ontaarden in ‘elitaire verwijten’ en dat het veel verstandiger is de toeschouwer-luisteraar met de kunst te laten doen wat-i wil. En soms is dat er van afkeren.

De voorstelling blijft boeien, ondanks de slaapverwekkend hoge temperaturen in de zaal. Dat je je niet verveelt, kan heel goed worden opgevat als een indicatie voor kwaliteit. Die is ook best hoog. Muzikaal; de acteurs-muzikanten spelen loepzuiver. Theatraal; de Veenfabriekers zijn acteren gewend. Nergens wordt of de muziek of de scène te groot. Sterker, het zijn misschien wel de kleine gebaren en het kleine spel die je de voorstelling in trekken. Die je laten luisteren én tegelijk kijken naar hoe het ensemble samenwerkt. Dat is wel een aspect aan moderne muziek wat misschien wat onderbelicht bleef. Het is de vraag of alle muziek ook uitsluitend kan worden gehoord.

Voor de voorstelling componeerde Lam Tai I Walk Into The Electric Pulse. Haast uiteraard krijgt het publiek dat ook aaneengesloten te horen, alledrie de bewegingen. Het blijkt een prettig luisterbaar stuk te zijn, met zowaar ook enkele aan pop-iconische momenten denkende fragmenten?! Het is maar wat je er zelf in vindt. De luisteraar is ook kijker bij Raarrr. Dat maakt het lastig te bepalen door welke van de twee standpunten, Van der Geests uitleggen of Van der Meers zelfverklarend, je je het meest voelt aangesproken. Het beeld is té belangrijk. Zeker als in de finale in rood licht nieuw leven onwennig piepend uit de puls tevoorschijn komt.

Advertentie

Cultuur Nieuws Reportage


Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden

E-mail
redactie@sleutelstad.nl

Telefoon Redactie
071 - 5235907

Privacy Policy

×