Burgemeester Postma tussen `zijn` wethouders.
Nog maar enkele weken geleden leek alles koek en ei.
Dinsdagavond, 14 mei, is de Leidse burge-meester Postma opgestapt na de felle kritiek op zijn functio-neren. Aan het begin van de raadsvergadering legde hij een verklaring af, waarin hij concludeerde dat `het hem niet mogelijk lijkt nog langer te functioneren als burgemeester van Leiden en dat afstand zal doen van de verantwoordelijk-heden die aan de functie verbonden zijn`.
De volledige verklaring van drs. J.K.T. Postma op dinsdag 14 mei 2002 voor de gemeenteraad van Leiden. Leden van de Raad, Graag wil ik u er deelgenoot van maken waar ik vandaag sta na de gebeurtenissen rond mijn persoon in de laatste anderhalve maand, en tot welke conclusies ik ben gekomen. Zoals u weet was er op 15 april een zgn. voortgangsgesprek met de Commissaris van de Koningin dat hij drie jaar na de aanstelling met elke burgemeester voert. In de weken daarvoor had ik een voorbereidend gesprek met een delegatie van de fractievoorzitters. Dit was een goede gelegenheid om voor mijzelf mijn ervaringen als burgemeester van Leiden in de afgelopen drie jaren op een rij te zetten. Burgemeester van Leiden: een mooie, maar veeleisende baan. Als burgemeester heb ik een aantal rollen te vervullen: voorzitter gemeenteraad, voorzitter college van B. en W., bestuurder, burgervader, ambassadeur. Als bestuurder heb ik de verantwoordelijkheid voor politie, brandweer en ambulanceververvoer in de gemeente. En dan is er nog het voorzitterschap van de Stichting Pieterskerk Leiden. Bovendien heb ik een aantal belangrijke regionale functies. Zo ben ik voorzitter van het Samenwerkingsorgaan Leidse regio, korpsbeheerder van de politieregio Hollands Midden, voorzitter van de regionale brandweer en van de GHOR (medische hulpverlening bij rampen). Interessante, maar tijdrovende functies. Daarnaast heb ik in de loop van de tijd enkele landelijke functies aanvaard. Daar ben ik selectief in geweest. Ik moet ze met voldoening kunnen uitoefenen, maar ze moeten ook voor de gemeente(n) van belang zijn. Ik ben vorig jaar als vertegenwoordiger van de decentrale overheden lid geworden van het bestuur van het ABP, ben nu lid van de Raad voor de Financiële Verhoudingen en lid van het Bestuur Kenniscentrum Grote Steden Beleid. Zonder meer staat bij mijn evaluatie voorop, dat Leiden een prachtige stad is, met een mooie oude binnenstad, een rijke historie, een bloeiend verenigingsleven, een zeer bij de stad betrokken bevolking, goede onderwijsvoorzieningen, een klassieke, maar tegelijkertijd moderne universiteit, en uitdagende ontwikkelingsmogelijkheden. Kortom, een prachtige stad om te besturen, met vele plezierige en interessante contacten. Bij dat besturen is er wel een aantal aandachtspunten om op te letten. Ik moet voortdurend schakelen tussen de vele functies en rollen. Een belangrijk punt is ook, dat door de publieke opinie in de stad aan mij als burgemeester grote invloed op het beleid wordt toegedacht. Als boegbeeld van de stad wordt ik ook geacht dat uit te stralen, maar in werkelijkheid zijn mijn directe beleidsverantwoordelijkheden binnen de gemeente als benoemde functionaris zeer beperkt. Min of meer in het verlengde hiervan ligt dat ik als benoemde functionaris geacht wordt boven en buiten de politiek te staan en in raad en college als zodanig te opereren. In Leiden is deze traditie nogal sterk, een concrete aanduiding daarvan is dat bij crisissituaties wethouders en fractievoorzitters overleggen, zonder de burgemeester. Tegelijkertijd is er wel een sterk verlangen dat de burgemeester op de hoogte is van wat er leeft in fracties en politieke partijen. Uiteraard heb ik ernaar gestreefd aan de verwachtingen te voldoen, maar gelet op de tegenstrijdigheid van de verwachtingen is dat een moeilijke opgave. Daarbij is ook een factor geweest dat de afgelopen jaren vrij tumultueus zijn verlopen: tussentijdse wisseling van de coalitie, vervanging van vijf wethouders, groot verloop van raadsleden en drie opeenvolgende gemeentesecretarissen. Hoewel ik als burgemeester daar het beste van heb gemaakt, heb ik daar als persoon wel moeite mee gehad. Raad en college zijn de bakermat van een burgemeester. Maar ook daarbuiten heeft hij tal van functies en rollen te vervullen. Bij mijn evaluatie heb ik terugblikkend onderkend, dat het een belangrijk punt van aandacht moet zijn om intern steeds goed te presenteren met welke zaken buiten raad en college ik bezig ben en welke belangen ik elders voor Leiden behartig. Daarbij is het ook zaak – gelet op gebleken misverstanden – om de formele posities goed te belichten. Twee zaken verdienen in dat verband nog specifieke aandacht. Het korpsbeheerderschap is een wettelijke functie, waar ik niet in het bijzonder de belangen van Leiden dien te behartigen, maar die van de hele regio. In de SLR ben ik als Leidse burgemeester onafhankelijk voorzitter en vertegenwoordigt de wethouder regiozaken Leiden in het dagelijks bestuur. Een meer algemeen punt is nog dat het vereiste tijdsbeslag van de vele functies en rollen bij een goede en zorgvuldige taakvervulling zo groot is, dat er voortdurend keuzes moeten worden gemaakt. Mijn politieke en ambtelijke omgeving dringt ook aan op het maken van keuzes en pleit voor het leggen van prioriteit bij die zaken welke het beste bij mijn sterke kanten passen. Maar we weten: bij prioriteiten horen posterioriteiten. En vervolgens is er dan kritiek mogelijk op de gemaakte keuze. Een soortgelijk punt geldt ten aanzien van de voorbereiding van de vele activiteiten. Ook hier moet ik gelet op tijdsbeslag en omvang van ondersteunende en adviserende ambtelijke capaciteit noodgedwongen concessies doen. Ik onderken dat ik gelet op mijn achtergrond en persoon in de afgelopen jaren wel enige moeite heb gehad met de acceptatie van de te grote oppervlakkigheid die daarmee soms noodgedwongen gepaard gaat. Hoe is nu mijn positie op dit moment tegen de achtergrond van gebeurtenissen en gesprekken in de afgelopen weken? Ik had mij voorgenomen om na het voortgangsgesprek bij de CdK op 15 april op mijn evaluatie van de afgelopen jaren bij de raad terug te komen, de verschillende aandachtspunten ter harte te nemen en daar iets mee te doen. Daarvoor zag ik ook goede mogelijkheden omdat we raadsbreed hadden afgesproken om ons te gaan bezinnen op de bestuurscultuur onder het nieuwe dualistische bestel, waarbij de rollen van raad, college en burgemeester expliciet aan de orde zouden komen. De hiervoor gesignaleerde punten vergen expliciet aandacht, ook gelet op mijn dubbelfunctie van voorzitter Raad en voorzitter College in het dualistische bestel. Een verstorende factor in dit verband is geweest dat informatie over de vertrouwelijke gesprekken in de openbaarheid werd gebracht. Dit heeft nadelige consequenties gehad voor mijn positie in Leiden. Hoe de feiten wederzijds ook worden gezien, beeldvorming is voor mijn functioneren als publieke ambtsdrager essentieel. De afgelopen anderhalve maand is voor mij een zeer ingrijpende periode van evaluatie geweest. Alles op een rij zettend: het geheel van gesprekken, reacties, informatielekken, met andere woorden het geheel van feiten en beeldvorming, heeft voor mij als einduitkomst, dat ik u moet meedelen dat het mij niet mogelijk lijkt nog langer te functioneren als burgemeester van Leiden en dat ik afstand zal doen van de verantwoordelijkheden die aan de functie verbonden zijn.
LeidenSleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907