350 jaar Leidsevaart

In 1657 werd de Haarlemmertrekvaart, ofwel Leidsevaart in nog geen jaar tijd gegraven. Deze vaart die tussen Haarlem en Leiden loopt, werd onmiddelijk een zeer belangrijke ader in het trekvaartennetwerk in Holland. Er reden in die tijd nog geen treinen en de trekschuit was het massavervoermiddel bij uitstek. Tussen Leiden en Haarlem voeren in de 17e en 18e eeuw zo’n negen trekschuiten per dag heen en weer. In 1677 werden er in totaal 148.000 passagiers tussen beide steden vervoerd. Ook vormde de Leidsevaart een belangrijke levensader voor de bollenstreek. Zo werden er natuurlijk ook goederen over de vaart vervoerd en vestigden zich bedrijven langs de oevers.

Ook nu nog, 350 jaar na de ingebruikname, is de trekvaart van groot belang voor de waterhuishouding en beschikt deze over andere, nog steeds nuttige kwaliteiten. Om de vaart de aandacht te geven die hij verdient, organiseren het Provinciaal Historisch Centrum Zuid-Holland van het Erfgoedhuis Zuid-Holland en het Cultuur Historisch Genootschap Duin- en Bollenstreek een expositie, genaamd: “Blauwe ader van de Bollenstreek, 350 jaar Haarlemmertrekvaart – Leidsevaart”.

Deze is van 12 mei tot en met 30 september te bewonderen in Museum De Zwarte Tulp in Lisse. Onder dezelfde titel als de expositie verschijnt ook een jubileumboek voorzien van kleurrijke illustraties. Hierin belichten 7 auteurs de geschiedenis en toekomst van de Leidsevaart. Vanaf 12 mei is het boek te koop bij de boekhandels en Uitgeverij Primavera Pers. Op vrijdag 11 mei opent de heer J. Franssen, Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, de expositie. Hij neemt dan ook het eerste exemplaar van het boek in ontvangst.