Deel dit bericht!  

Oproep Mustafa Kus : Blijf tolerant tegenover vluchtelingen

Leidenaar Mustafa Kus heeft een open brief aan ‘zijn’ buurt gestuurd. Als bedankje voor het goede verloop van de opvang en ook met een oproep om vooral in de toekomst ook open te blijven staan voor mensen die dat nodig hebben. Kus woont op steenworp afstand van de 3 Octoberhal en het bestuurslid van de Leidse afdeling van de SP, meldde zich direct als vrijwilliger toen daar eerder deze maand ineens 125 vluchtelingen werden opgevangen. Hij nodigde er zelf een aantal uit om bij hem en zijn vrouw thuis te komen eten.

“Omdat het ging om een noodopvang werden we er eigenlijk door overvallen”, schrijft Kus: “Wij, buurtbewoners, konden hierdoor niet tijdig en voldoende worden ingelicht en hadden ook niet de mogelijkheid om onze bedenkingen te uiten. We vonden dat de gemeente ons voorbij liep en ons niet bij het besluit wilde betrekken. Deels ben ik dat met u eens. Ik ben net als u ook buurtbewoner en voor mij was het ook onverwachts. Ja, er komen opeens 125 vluchtelingen naast je wonen. Mensen waarvan niemand weet hoe ze zijn. Ze komen uit probleemgebieden en niemand weet in wat voor een psychische situatie ze verkeren.”

Kus vervolgt: “De gemeente had de buurtbewoners natuurlijk eerder kunnen informeren als ze daar de tijd voor had. Maar in dit geval kon de gemeente niets anders dan snel handelen en zorgen dat die mensen een noodopvang hadden. Dit heeft de gemeente dan ook verwezenlijkt en op voortreffelijke wijze gedaan. Dit is iets om eigenlijk trots op te zijn. Dat wij als Leidenaren in staat zijn om binnen enkele uren zoiets groots op te zetten. De gemeente kon dit natuurlijk nooit alleen. De Leidse vrijwilligers hebben hier de grootste taak op zich genomen.”

De vluchtelingen die Kus sprak, vertelden hem dat het ze opviel dat alle mensen die als vrijwilliger hielpen zo vriendelijk waren. Dat gaf hen het gevoel dat ze welkom waren en dat ze hun problemen even konden vergeten.

Kus besluit zijn brief aan de buurt met een hartenkreet: “Wat ik u allen wil meegeven is het volgende. Het opvangen van mensen in nood is eigenlijk niet alleen de taak van de gemeente. Het is ook de taak van de burgers, de inwoners van de stad. Het opvangen van vluchtelingen, mensen in nood, betekent het tonen van onze menselijkheid, het kunnen en willen delen met anderen die ons nodig hebben. Het betekent het tonen van medeleven, van solidariteit, het tonen van het hebben van een hart.”