D66 Leiden: problematiek hangjongeren professorenwijk loopt uit de hand

De politie en de gemeente moeten snel in actie komen tegen de enorme overlast die blowende hangjongeren veroorzaken in de buurt van de Uhlenbeckkade, Meijerskade, Duijvendakstraat en Oppenheimstraat. Dat stellen de D66-raadsleden Timo Gubbens en Annemieke Strijers in een serie schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders. “De klachten komen op ons over als een situatie die uit de hand dreigt te lopen”.

Gubbens en Strijer willen van het college weten of er een integrale aanpak kan komen waarbij niet alleen wordt opgetreden tegen overlast, maar er ook ruimte is voor preventieve maatregelen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van het door Bureau Beke opgestelde Zeven stappen Model voor het bestrijden van hinderlijke, overlastgevende en/of criminele groepen hangjeugd.

De raadsleden hebben vanuit de buurt klachten ontvangen over ernstige overlast die wordt veroorzaakt door hangjongeren in de wijk. Het gaat onder andere om harde muziek, blowen, dealen en fysieke bedreigingen. Probleemplekken zijn het park tegenover de Duyvendakstraat en het afgesloten deel van het schoolplein van de St.Josephschool.

D66 wil van het college weten op welke manier de overlast momenteel wordt tegengegaan en welke extra maatregelen er genomen kunnen worden. Ook wil de partij weten of de overlast wordt veroorzaakt door jongeren die eerst elders in de stad rondhingen, bijvoorbeeld in het Plantsoen, het Kooipark en het Jacques Urlusplantsoen. Daar treden gemeente en politie strenger op en dus zou de overlast verplaatst kunnen zijn, het zogenaamde waterbed-effect.

Leiden Politiek