De Leidse gemeenteraad stelt op 8 oktober de ‘Ruimtelijke strategie Bedrijventerreinen 2020-2030’ vast. In dat plan, dat is gemaakt door de vijf gemeenten uit de Leidse regio en Katwijk, is voor de komende tien jaar vastgelegd waar in de regio bedrijventerreinen blijven, komen of verdwijnen. Nieuwe, zwaardere industrie krijgt vooral een plek in Katwijk, maar ook Leiden heeft een flink gebied opgenomen waar bedrijven zich kunnen vestigen die lastig mixen met wonen; het gaat daarbij om de Vlietzone. Niet alle Leidse partijen zijn blij met dit plan.
Chris de waard sprak na de commissiebehandeling met wethouder Van Delft (economie) en met de raadsleden Joost Bleijie van het CDA en Walter van Peijpe van GroenLinks.
Leiden heeft het plan samen met de regiogemeenten én het bedrijfsleven opgesteld. Bovendien zijn vraag en aanbod met elkaar in evenwicht. Daar komt bij dat echte aanpassingen lastig zijn, omdat alle andere gemeenten daar dan ook alsnog mee in moeten stemmen. En dat is lastig. Al was het maar omdat verschillende gemeenten de bedrijventerreinenstrategie de afgelopen weken al hebben vastgesteld. Om die redenen steunen de meeste partijen het voorstel van wethouder Van Delft (economie) op hoofdlijnen wel.
Een van de partijen die vooralsnog niet van plan in op in te stemmen met de regionale bedrijventerreinenstrategie is het CDA Leiden. “Dit is niet alleen een bedrijventerreinenstrategie, maar ook een transitieagenda”, zegt fractievoorzitter Joost Bleijie. Hij bedoelt daarmee dat op verschillende bestaande bedrijventerreinen de komende jaren ook ruimte komt voor wonen. Dat gaat problemen opleveren voor vervuilende bedrijven of bedrijven die veel lawaai produceren. Die moeten dan verhuizen.
Volgens Bleijie is volstrekt onduidelijk waarheen. Het genoemde evenwicht ziet hij ook nog helemaal niet. “Dat is alleen waar als je de zogenoemde harde en zachte plancapaciteit bij elkaar optelt. Maar die zachte plannen zijn nog helemaal niet zeker.” Hij doelt daarbij op onder meer de Vlietzone. Dat is de strook tussen de Voorschoterweg en het water van de Vliet. Leiden wil daar ruimte bieden aan bedrijven in de zwaardere milieucategorieën, maar Bleijie denkt dat dat nog heel lang kan gaan duren.
‘Unheimische’ plekken
Het CDA wil ook meer garanties voor bedrijventerrein De Waard. In de plannen blijft dat gebied de komende tien jaar het exclusieve domein voor bedrijven, maar de daar gevestigde ondernemers vinden die periode te kort. “Je gaat niet flink investeren als je na tien jaar misschien weg moet”, zo lieten ze eerder aan de raad weten. Het CDA pleit er daarom voor om die periode te verdubbelen. Dat wil wethouder Van Delft niet. Eigenlijk vindt ze tien jaar al best lang om vooruit te kijken. Ze kreeg bijval van onder meer haar eigen raadsfractie. GroenLinks raadslid Walter van Peijpe vindt het juist onwenselijk om de boel langdurig op slot te zetten. “Ik kan me voorstellen dat een bedrijf als Jongemeel bijvoorbeeld op een gegeven moment verhuist. Op dat enorme terrein kan je dan prima woningen bouwen.”
Van Peijpe bracht nog een ander punt in bij de discussie. Hij zou graag zien dat de bedrijventerreinen van de toekomst veel meer onderdeel worden van de stad. “Nu zijn het vaak van die ‘unheimische’ plekken”, aldus de GroenLinkser die de afgelopen week opnieuw geasfalteerde Rooseveltstraat als voorbeeld aanhaalde. “Dat is echt mooi geworden met die rode fietsstroken.”
Economie Leiden PolitiekSleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907