Roeister Karolien Florijn is tweevoudig regerend Europees én Wereldkampioen in het onderdeel skiff, de eenpersoons-roeiboot. Goud op de Olympische Spelen volgend jaar in Parijs is het grote doel. Wat maakt haar zo goed? De 25-jarige atlete uit Leiden vertelt over haar topsportbestaan in combinatie met een studie Rechten én over bananen, die als een gele draad door haar leven lopen. “Na de Spelen in Tokio ben ik pas echt gaan floreren.”
Je hebt sportgezinnen en topsportgezinnen. Florijn behoort tot die laatste categorie. Vader Ronald won twee keer goud op de Olympische spelen in de acht en de dubbel twee, moeder Antje werd in de acht wereldkampioen en broer Finn veroverde dit jaar goud op de WK in de dubbelvier.
Gezien de prestaties van haar vader en moeder leek het pad richting een carrière als toproeister geplaveid. “Maar onze ouders hebben totaal niet tegen ons gezegd dat we moesten gaan roeien”, vertelt Florijn vanuit haar huidige woonplaats Amsterdam. “Ze waren vooral heel erg bezig met Finns en mijn ontwikkeling en dat we plezier haalden uit bewegen en sporten. We zijn zelf een beetje in het roeien gerold.”
In haar geboorteplaats Leiden begon Florijn met roeien bij Die Leythe. “Het ging zo goed dat ik er steeds meer mee aan de slag ging. Ik heb tot mijn zestiende gejudood, maar bij roeien kan je zoveel trainen als je wil, alleen of samen. Alles was bij Die Leythe een wedstrijdje. Van wie het eerst z’n boot in het water heeft tot wie het hardst ging. Die competitie vond ik heel leuk: altijd beter willen zijn.” Florijns onmiskenbare talent kwam al snel bovendrijven, in de jeugd won ze meerdere prijzen, waaronder het EK junioren in 2016.
Roeien betekent voor Florijn veel meer dan een sport alleen. “In Leiden kun je alle kanten op, het is een supermooie omgeving. In Amsterdam roei ik vooral op de Amstel en de Bosbaan, dat is echt prachtig. Ik kom veel in het buitenland, waar ik roei op de mooiste meren. Maar roeien is ook elke dag weer je grenzen verleggen, beter worden en jezelf in topvorm brengen. Dat is heel vet.”
Na Tokio
Tot 2022 zag het er niet naar uit dat Florijn hoge ogen zou gaan gooien in de skiff. De Leidse roeide in de vier-zonder, waar ze in de internationale top meedraaide. Florijn won meerdere medailles op verschillende EK’s en WK’s en pakte zilver op de Spelen van 2021. Sinds vorig jaar is ze in de eenpersoons-roeiboot terug te vinden.
“Door een heel goed trainingsprogramma ben ik na Tokio echt gaan floreren en heb ik enorme stappen gemaakt. Nederland is ook het beste roeiland ter wereld, er gaat hier iets gewoon heel goed op dit moment. En als iets goed gaat, vind je het ook heel leuk.”
Pieken op de juiste momenten is Florijns grootste kwaliteit, zegt ze zelf. “Een echte topvorm hou je niet een heel jaar vast. Het is belangrijk om op de juiste momenten goed te zijn, ik ben me daar heel bewust van. Mijn schema is op maat gemaakt en wordt opgesteld door mijn fysiologen en coach. We optimaliseren dat constant. Het is nu nog bijschaven aan wat er beter kan.”
Maar wat kan er nog beter? Vooralsnog steekt Florijn er met kop en schouders bovenuit in de skiff. Zowel in 2022 als dit jaar won ze met overmacht de EK en WK. “Ik durf er bijna niet over te denken. Als ik goud win op de Spelen, is dat het summum wat ik kan behalen binnen het roeien. Maar m’n vader heeft twee gouden medailles op de Spelen, dat heb ik dan nog niet”, lacht ze. “Ik werk van wedstrijd naar wedstrijd. Het is niet zo dat ik nu wakker word en alleen maar aan Parijs denk, maar het is wel de stip aan de horizon.”
Regie
“Ik vind de skiff ook echt leuker dan de vier-zonder. Het is heel anders om alleen te zijn dan met een ploeg, maar toch heb ik een heel team om me heen. Ik kan het niet alleen. Ik heb een coach, kok, fysioloog, masseur en een hele staf. In de boot heb ik de regie in handen, dat vind ik echt prettig. In een ploeg werkt dat weer wat anders. Maar het heeft ook leuke kanten. Als je samen wint, is de vreugde heel anders.”
Je zou het bijna vergeten, maar naast al het roeigeweld studeert Florijn ook nog Rechten, waar ze bezig is aan haar derde jaar aan de Vrije Universiteit Amsterdam. “Het is ook fijn om eens buiten je roeibubbel in een andere wereld te begeven en over andere dingen na te denken”
Hoe ze de tijd voor studeren vindt? “Je moet het een beetje slim inplannen”, vervolgt Florijn droogjes. “Maar ik moet elke week echt heel veel uren maken. Ik probeer mijn trainingen zoveel mogelijk vóór mijn studie te plannen, maar mensen snappen het ook niet helemaal.”
Zes dagen per week gaat haar wekker tussen 6.00 en 7.00 uur en fietst ze met een tros bananen onder haar arm richting de training. Florijn: “Ik roei eerst een langeduurtraining van anderhalf tot drie uur en doe daarna nog een training. Soms op de boot, soms op de fiets.” Vervolgens volgt een krachttraining. “En daar komt dus ook nog het fietsen naar de training bij en het stretchen. Zondag is mijn vrije dag en dat is ook wel prima. Dan doe ik niet zoveel en geef ik mijn lichaam rust.”
Bananen
“Het is soms wel pittig. Trainen en studeren zijn allebei dingen die energie kosten, want je bent er constant mee bezig. Je hebt niet echt tijd voor andere dingen ernaast.” De bescheiden Florijn is vooral dankbaar voor de kansen die ze krijgt (en pakt). “Mensen moeten normaal gesproken ook nog tijd vinden om te sporten naast hun baan, maar bij mij is het mijn baan en met mijn studie werk ik ook aan mijn toekomst.”
Naast de boot en de studieboeken is de banaan een andere prominente aanwezigheid in Florijns leven. Ze eet er zo’n zeventig van per week. “Je moet als roeister gewoon zó veel koolhydraten en energie innemen… Bananen zijn functioneel en ik heb het idee dat ze heel goed zijn. Als je wat wil eten bij roeien, moet je stoppen. Een banaan eet je sneller op dan bijvoorbeeld een appel. Maar het is niet zo dat ik alleen maar bananen eet, hoor. Ik neem ook veel gelletjes en eet heel veel havermout, eieren en biefstuk.”
Leiden SportSleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907