(Foto's; Rob van Doorn)

Leidenaar Sacha Bem (83) schrijft debuutroman

Onlangs verscheen ‘Een Passant’ van Sacha Bem (83). Het boek vertelt het verhaal van Alphonse de Rochemaure, een intelligente man van lage adel in het Frankrijk van de achttiende eeuw. Een periode met belangrijke veranderingen in het Europese politieke landschap, waarvan de gevolgen nu nog zichtbaar zijn. Kort na de verschijning was deze prachtig geschreven, beklijvende historische roman al aan een tweede druk toe. Reden om de 83-jarige auteur te vragen om een interview. Hij stemt toe en ik mag hem komen bevragen in zijn gezellige woning in Leiden.

Sacha, je bent een talent in het schrijven van mooie, tot de verbeelding sprekende verhalen. Hoe komt het dat je nu pas je eerste roman hebt geschreven?
“Ja, dat komt simpelweg omdat ik het vroeger veel te druk had: onderwijs, onderzoek en ook bestuurswerkzaamheden bij psychologie aan de universiteit van Leiden. Ik was blij als ik tijd voor wetenschappelijke publicaties kon vinden. Daarnaast wil je als vader van een dochter en zoon ook nog wel wat betekenen. Na mijn pensionering vond ik pas de tijd voor enkele boeken, wetenschappelijke boeken en ook voor ‘Een passant’.”

Kun je in vijf zinnen vertellen waar het boek over gaat?
“Oef, een boek van ruim 550 pagina’s. Ok, ik probeer het: Het boek speelt zich af in de 18e eeuw tegen de achtergrond van belangrijke internationale ontwikkelingen. De hoofdfiguren zijn deels historisch, deels verzonnen. Een jonge Franse kloosterling, Alphonse de Rochemaure blijkt niet geschikt voor het kloosterleven en wordt op voorspraak van zijn abt secretaris van de historische Melchior de Polignac, gevolmachtigd minister-diplomaat van Lodewijk XIV. Alphonse dient zijn baas bij het Vredescongres van Utrecht (1712 -1713) die een eind moet maken aan de Spaanse successieoorlog; gaat mee naar Rome waar De Polignac, inmiddels kardinaal, ambassadeur wordt en waar Alphonse van dichtbij de intriges van enkele hectische conclaven meemaakt. Intussen zijn in de verscheidene landen een aantal liefdes op niets uitgelopen en krijgt hij teleurstellingen en tegenslagen te verwerken. Hoewel hem veelbelovende maatschappelijke mogelijkheden worden aangeboden, kiest hij uiteindelijk voor een zorgzaam leven in een klein Bourgondisch dorp waar hij meent meer voor de arme bevolking te kunnen betekenen.”

Hoe komt het dat je over Frankrijk in de achttiende eeuw bent gaan schrijven?
“Sowieso houd ik van geschiedenis. Daar ligt ook veel van mijn werk. Door schrijven over de geschiedenis van de techniek en de geschiedenis van de psychologie kende ik de negentiende eeuw tamelijk goed, maar behalve over de Verlichting wist ik van de achttiende eeuw veel minder. De kennismaking met het belangrijke Vredescongres van Utrecht maakte veel verhalen los. Meer zit er niet achter.”

Toen ik de aankondiging las, dacht ik: Frankrijk in de achttiende eeuw, wie is daar in Nederland nou in geïnteresseerd? Maar het boek heeft me gegrepen. Hoe krijg je dat voor elkaar?
“Ik suggereerde daarnet al dat ik door het congres in Utrecht op veel verhalen stuitte, zowel in Frankrijk als in Nederland, of in die tijd De Republiek. Dat wij destijds een tweede huis in Frankrijk hadden en ik redelijk Frans lees, hielp daarbij. De figuur en het leven van de Franse onderhandelaar De Polignac, via hem de regeringsstijl van de Zonnekoning en de diplomatie, gingen mij steeds meer boeien. En omdat de Polignac veel mensen kende, later kardinaal werd, hij een belangrijke rol speelde tijdens enkele conclaven (pauskeuzes) en ook franse ambassadeur in Rome werd, rolden de deels gefingeerde verhalen min of meer voor mijn voeten. Ik verzon simpelweg een secretaris die hem overal vergezelde, maar het later alleen moest doen, waardoor ook het drama zich aandiende.”

Toen ik de erotische scenes las, dacht ik dat is geschreven door een man van 35, maar je bent iets meer gevorderd….
“Ja ik ben een stuk ouder dan mijn Alphonse, maar kom, als je een jonge hoofdfiguur verzint, om te beginnen in zijn late tienerjaren, dan kun je als auteur niet anders dan je in te leven in zijn ontluikende liefde. Bovendien sprak het libertijnse leven dat in die tijd floreerde Alphonse voor een deel aan. Hij wilde zich niet binden, maar kon de vrouwen op zijn pad ook niet ontwijken. Althans, dat had ik heel onnatuurlijk gevonden.”

Hanneke van de Water spreekt auteur Sacha Bem over zijn debuutroman ‘Een Passant’.

Wat is de diepere betekenis van de titel ‘Een passant’? Zijn we allemaal passanten op deze aarde?
“Dat we allemaal passanten zijn op aarde en in dit onmetelijke heelal, behoorde zeker tot de gedachten van Alphonse. Verder speelde ook door zijn hoofd dat zijn succesrijke vrienden hem te weinig ambitieus en misschien wel indolent vonden. Ik maakte hem tot een passant die niets heeft nagelaten. Omdat ik een geletterd man en diplomaat van hem heb gemaakt, had het voor de hand gelegen dat hij verdere politieke ambities had gehad en een of meer geschriften zou hebben nagelaten. Dat kon natuurlijk niet omdat ik die dan ook had moeten verzinnen, en dat ging mij te ver en vond ik te ingewikkeld worden. In de geschiedenis is er natuurlijk geen Alphonse de Rochemaure te bekennen, laat staan dat er boeken van hem te vinden zijn. In deze zin heb ik ‘een passant’ van hem gemaakt, met weinig politieke en mislukte literaire ambities.”

Noem eens twee sleutelscenes in het boek?
“Daar moet ik even over nadenken hoor. Ik wil spoilers vermijden. Ok, de eerste passage die ik wil noemen is als hij, Alphonse, bij de hertog van Lauzun op bezoek komt en voor het eerst diens veel jongere vrouw Geneviève ontmoet. De tweede passage is dat hij bij zijn terugkeer in Frankrijk, en nadat hij heeft gehoord wat zich tijdens zijn afwezigheid heeft afgespeeld, bij de bisschop van Dijon ontboden wordt en zijn leven een onverwachte wending neemt.”

Het is een boek waarbij je heerlijk in een oude leunstoel kunt wegzakken. Was dat je bedoeling?
“Nee, dat zal voor elke lezer anders zijn, denk ik. Tot ver over de helft had ik nog helemaal niet het idee dat ik een boek voor een lezerspubliek aan het schrijven was. Ik had vooral plezier in wat ik al onderzoekend tegenkwam en in het schrijven. Toen ik aan lezers begon te denken, hoopte ik vooral dat zij dat plezier bij het lezen ook zouden hebben. Maar ik zal niet ontkennen dat ik zelf bij het lezen van historische fictie, de literatuur die ik het liefste lees, ook vaak in zo’n romantische sfeer kom.”

Had je van tevoren een vastomlijnd idee voor het verloop van je roman of ontstond dat tijdens het schrijven?
“Nee ik had geen idee. Historische fictie was als algemeen idee wel duidelijk, maar al studerend en schrijvend ontwikkelt zich het verhaal zelf en weet je bij wijze van spreken vaak ‘s morgens niet waar je aan het eind van de dag terecht zult komen. Door de biografieën van historische figuren kom je weer met allerlei andere figuren en hun relaties in aanraking en
verandert het verloop van de geschiedenis ook gaandeweg.”

Wil je iets vertellen over jouw thuissituatie?
“Ik ben getrouwd met Hiske. Zij heeft rechten gestudeerd en korte tijd als griffier bij de kinderrechter gewerkt. Toen onze dochter werd geboren was parttime aan de rechtbank nog niet mogelijk en is zij met succes sieraden en later beelden gaan maken. Onze dochter, Merel, is journalist en auteur. En onze zoon, Reinout, is kinderarts en intensivist. Beiden hebben fijne partners. Ons oudste kleinkind Lisa, studeert culturele antropologie, haar broer Benjamin heeft net eindexamen middelbare school gedaan, en hun neef, onze jongste kleinzoon Otto, gaat naar de vijfde van de middelbare school.”

In welke setting krijg je de meeste/beste ideeën voor je boeken?
“In mijn studeerkamer tussen de boeken en files met computeraantekeningen.”

Heb je bepaalde rituelen tijdens het schrijven?
“Nee. Ik geloof dat ik ritueelloos ben.”

Wat vind je in het schrijfproces de grootste uitdaging?
“Het schrijven van dialogen, ongekunsteld, dat is soms lastig. Maar ook beschrijvingen van fictieve personen, qua uiterlijk maar ook voor wat betreft hun karakter; dat vind ik niet makkelijk.”

Heb je veel research gedaan voor je boek?
“Ja, ik ben in 2009 begonnen, toen werd aangekondigd dat vier jaar later in Utrecht groots gevierd zou worden dat het 300 jaar geleden was dat de belangrijke Vrede van Utrecht gesloten werd. De jaren daarna was ik in die achttiende eeuw ondergedompeld. Ik schreef die eerste jaren maar heel weinig, zat veel in de bibliotheek en struinde online in de Franse Bibliothèque Nationale. Ik kocht in Frankrijk ook veel boeken in antiquariaten. Van dat alles heb ik uiteindelijk maar een klein deel echt voor ‘Een passant’ gebruikt. Ik moet er ook eerlijk bij zeggen dat het manuscript op het eind ook heel lang in mijn bureaula heeft gelegen. Lange tijd met een onbevredigend einde, omdat ik er op een gegeven moment genoeg van had.”

Welke genres lees je zelf graag?
“Ik zei het geloof ik al eerder, historische fictie boeit me, of romans die een sterke historische achtergrond hebben, naast nogal wat non-fictie, historisch of filosofisch, dat is nou eenmaal mijn vak.”

Is er een volgend boek in wording?
“Nee, hoewel ik wel een paar ideetjes heb, maar ik geloof niet dat ik er echt aan ga beginnen. Mijn behoefte om te schrijven – die ik altijd heb – zet ik op een andere manier in.”

Is er iets wat je nog graag zou willen vertellen, wat ik niet heb gevraagd?
“Nee hoor, het was meer dan genoeg!”

Cultuur Leiden


Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden

E-mail
redactie@sleutelstad.nl

Telefoon Redactie
071 - 5235907

Privacy Policy

×