Gemeente en cultuursector werken aan convenant broedplaatsen

In het Leidse stadhuis werd woensdagmiddag uitgebreid gesproken met tientallen vertegenwoordigers van de Leidse cultuursector. Die gesprekken gingen over het nieuwe subsidiestelsel waaraan gewerkt wordt, maar ook over broedplaatsen en makersplekken.

Met name de kleinere gezelschappen en individuele makers hebben behoefte aan meer zekerheid. Ze zitten nu vaak tijdelijk in gebouwen die op de nominatie staan om te worden herbestemd of gesloopt en krijgen vaak kort van te voren te horen wanneer ze moeten vertrekken. Tot frustratie van velen, gebeurt het dan bovendien nogal eens dat een gebouw daarna nog maanden leeg blijft staan.

Kostprijs
Voor ruimtes die wel langer beschikbaar zijn, worden vaak enorme huurprijzen gevraagd. “Marktconform noemen ze dat dan, maar hoe die tot stand komt is volstrekt niet transparant”, zegt Joeri Vos van de Veenfabriek. Het theatergezelschap huurt een flinke ruimte bovenin Scheltema Leiden voor 90.000 euro per jaar. “Dat is ook onze subsidie en die gaat dus helemaal op aan de huur die we aan de gemeente betalen en als wij weg gaan is er echt niemand die dat bedrag gaat betalen voor onze ruimte.” In het geval van de Veenfabriek klopt dat, maar volgens de gemeente was dat ook altijd de bedoeling. Het gezelschap is destijds met een gratis pand naar de stad gelokt. De subsidie is daar in dit geval dus specifiek voor bedoeld.”

Blijft onverlet dat de huurprijzen voor zo’n beetje alle aanwezigen een probleem vormen. “De gemeente zou de kostprijs in rekening moeten brengen”, zegt Johnny Tudor van Theater de Generator die op zolder van de Vrijplaats Leiden nu zelf niets te klagen heeft, omdat het pand eigendom is van de Vrijplaats. “Met zo’n lagere huurprijs laat je als gemeente ook  je waardering blijken voor wat de makers allemaal tot stand brengen.”

Convenant
Op verzoek van cultuurwethouder Yvonne van Delft wordt er momenteel gewerkt aan een broedplaatsenconvenant. Daarin moeten afspraken komen tussen de gemeente en de culturele sector over het aantal vierkante meters ruimte dat altijd beschikbaar moet blijven voor broedplaatsen. Dat hoeft dan niet per se op vaste plekken, maar als gebouwen gesloopt worden of een nieuwe bestemming krijgen, dan moeten de verdwenen meters elders wel gecompenseerd worden. Daarbij moet de gemeente vooral verschillende sectoren betrekken, vonden veel aanwezigen. “Het onderwijs bijvoorbeeld, want heel veel klaslokalen staan na 16.00 uur leeg.”

Cultuur Leiden