Oegstgeest komt met nieuw beleid voor spelen en bewegen

Veel speelplekken zijn er wel in Oegstgeest. Maar de in totaal zeventig plekken zijn ongelijk verdeeld over de gemeente, en de speelplekken die er zijn, zijn traditioneel met vaak dezelfde toestellen. Dat blijkt uit een onderzoek dat Bureau Speelplan in opdracht van de gemeente heeft uitgevoerd.

Een enquête over speelplekken in het dorp werd onder alle huishoudens van de gemeente verspreid en werd zo’n vierhonderd keer ingevuld door kinderen én volwassenen. “Bij speelplek moet je namelijk niet alleen aan een speeltuin denken”, zegt Saskia van Aalst van Bureau Speelplan.

Saskia van Aalst sprak met verslaggever Jan Frensen over het onderzoek dat haar bureau uitvoerde. 

Recreatie
Ook sportplekken en recreatieplekken als parken worden gerekend onder speelgelegenheid. En in tegenstelling tot speeltuinen zijn die voor alle leeftijden interessant. Openbaar groen is er meer dan gemiddeld. “Er is best wel wat bespeelbaar groen”, aldus Van Aalst. “En ook met de bereikbaarheid en sociale veiligheid zit het vaak goed.”

Veel speeltuinen in het dorp volgen een vast stramien met vaak een glijbaan, wipkip en schommel. Speelplaatsen zijn er voornamelijk in twee varianten: voetbalveldjes en pingpongtafels. Door kinderen wordt aangegeven dit saai en eentonig te vinden. Graag zien ze uniekere toestellen. Voor bijzondere doelgroepen zoals mensen met een fysieke beperking is er in Oegstgeest maar weinig,

De gemeente gaat nu samen met het bureau aan de slag met nieuw beleid voor spelen en bewegen in de gemeente. Dat zou in de eerste helft van 2025 tot een nieuwe visie moeten leiden. Of daar veel geld voor is, is nog maar de vraag. “Maar wij adviseren ook hoe je het geld dat er wel is op de beste manier kan inzetten”, vertelt Van Aalst. “En de kosten in spelen zijn altijd een investering die zich terugbetaalt.”

 

 

 

Maatschappij Oegstgeest Politiek