De binnenstad van Leiden is sinds begin dit jaar officieel een zero emissiezone. Bedrijfsvervoer moet voortaan gebeuren met emissievrije voertuigen. Die stoten tijdens het gebruik dus geen fossiele gassen uit.
Sleutelstad onderzoekt in een artikelenreeks de gevolgen van de invoer van de zero-emissiezone. In deze aflevering maken we kennis met de hubs. Wat voor diensten kunnen zij ondernemers bieden? En hoe zit het met kosten, efficiëntie en voedselveiligheid?
De regels zijn op 1 januari ingegaan, maar de eerste zes maanden wordt er nog niet gehandhaafd. Wel krijgen overtreders een waarschuwing. Zuinigere dieselvoertuigen zijn de komende jaren nog welkom in de binnenstad. Voor deze categorie voertuigen geldt een ontheffing. Toch moeten ook ondernemers en leveranciers zo langzamerhand wel serieus op zoek naar uitstootvrije alternatieven.
Onverantwoorde aankoop
Dat kan op verschillende manieren. Het aanschaffen van een nieuw emissievrij voertuig, bijvoorbeeld een elektrische wagen, of eentje op waterstof. Veel ondernemers zien dat echter niet gebeuren, bleek uit een eerdere rondgang van Sleutelstad. Ze vinden een elektrische wagen een onverantwoorde aankoop, zeker na jaren van inflatie, de coronacrisis, en een flinke verhoging van de lonen.
Een alternatief voor een eigen nieuw voertuig is gebruikmaken van een hub. Deze overslaglocaties liggen aan de rand van de stad. Door ondernemers en leveranciers kan de vracht hier aangeleverd worden. De organisaties achter de hubs zorgen dan dat voorraad uitstootvrij de binnenstad in gebracht wordt.
Failliet
Sleutelstad sprak met de directeuren van twee van die Hubs. Moss Dolman van Moss.Today en Karel Hoeben van Cityhub spelen allebei in op de nieuwe situatie in de Leidse binnenstad, maar doen dit elk op een net wat andere manier.
Dolman is eigenaar van Moss.Today. Zijn organisatie bedient de Leidse binnenstad met kleine vrachtautootjes die 45 kilometer per uur rijden, en met fietsen. Moss.Today ging tot 2023 door het leven als Moss, last mile heroes, maar die organisatie werd failliet verklaard. Volgens Dolman had dat te maken met een onbetrouwbare investeerder, en niets met de dienst zelf. Onder vrijwel dezelfde naam maakte Moss vorig jaar een doorstart. Inmiddels zijn de wagentjes van Moss dagelijks te zien in de binnenstad.
Dolman legt het concept van zijn bedrijf uit: “Je kunt ons eigenlijk zien als een soort distributiecentrum. Het is heel simpel: je wijzigt je afleveradres naar ons magazijn. Jij vertelt ons wat je daarvan nodig hebt, en wij gaan dat bij jou brengen. Maar niet alleen bij jou. Ook bij je buurman, je buurvrouw, je overburen en een straat verder.”
Directeur Moss van Moss.Today over de diensten die zijn bedrijf biedt.
Het bundelen van leveringen in combinatie met de elektrische wagentjes moet niet alleen tot minder uitstootgassen in de stad leiden, maar ook tot minder verkeersbewegingen. “Zeg dat je acht leveranciers hebt. Dat wil zeggen dat je niet meer iedere keer acht busjes, vrachtwagens of bakwagens voor de deur hebt. Dan heb je er maar eentje. Dus dat is al een stuk fijner, want wij brengen alles in één keer”, aldus Dolman.
Koelruimte
Dat efficiëntievoordeel noemt ook Karel Hoeben van CityHub. Hoeben vindt dat aspect bijna nog belangrijker dan het emissievrije deel. “Het gaat ook om leefbaarheid”, aldus Hoeben. “Dat willen we allemaal. En dat is waar wij een bijdrage aan kunnen leveren; wij zorgen dat er minder transportbewegingen de stad in gaan.”
Directeur Karel Hoeben van CityHub Leiden over het overslagstation aan de rand van de stad.
In tegenstelling tot Moss gaat Cityhub niet zelf de stad in. Het bedrijf heeft een hal aan de Rooseveltstraat in Leiden. Daar kunnen ondernemers hun goederen laten leveren. Dat kunnen zowel non-food artikelen als levensmiddelen zijn. Een deel van het pand bestaat uit een grote open ruimte waar houdbare goederen opgeslagen worden. In een naastgelegen hal deelt Cityhub een extreem grote koelruimte met een naastgelegen bedrijf in Turkse Yoghurt.
Cityhub verhuurt dus ruimte, maar heeft ook een geavanceerde softwareoplossing ontwikkeld, waarmee zendingen gecombineerd worden en gezamenlijk de stad ingestuurd worden. Dit is vergelijkbaar met het systeem van MOSS. Cityhub werkt hierin samen met logistieke partners.
Directeur Karel Hoeben van CityHub Leiden over de samenwerkingen die het bedrijf aangaat met allerlei bedrijven in Leiden die al emissievrij bezorgen in het centrum van Leiden.
Directeur Karel Hoeben van CityHub Leiden legt uit dat het inschakelen van een hub geen gevolgen heeft voor bezorgtijden of prijzen.
Kosten
Een hub voegt een extra stap toe aan het leveringsproces. Leveranciers bezorgen niet langer direct bij ondernemers, maar maken een tussenstap bij het distributiecentrum van de hub. Het lijkt logisch dat dat tot extra kosten leidt, maar daar zijn zowel Hoeben als Dolman het niet mee eens.
Directeur Paul van Ginkel van biologische supermarkt De Zaailing aan de Hooigracht is bang dat het gebruik van een hub extra kosten oplevert.
Venstertijden
“Bedrijven denken dat leveranciers hun producten gratis brengen, maar dat is natuurlijk niet zo”, zegt Hoeben. “Het staat alleen niet los op de bon. Maar het zit gewoon bij de prijs in.” De komende jaren lopen de kosten voor levering in het centrum flink op, weet Hoeben. “Dan heb je het niet alleen over de zero emissiezones, maar je hebt ook op steeds meer plekken te maken met venstertijden.” Dat zijn tijden dat vrachtwagens en busjes een bepaald gebied in mogen om te leveren.
“Bijvoorbeeld alleen ’s ochtends vroeg of ’s avonds laat. Dat levert niet alleen kosten op”, aldus Hoeben, “maar maakt het voor leveranciers ook steeds moeilijker om überhaupt te kunnen bezorgen. En dat wordt de komende jaren alleen maar erger.” Als leveranciers in plaats daarvan bij Cityhub Leiden leveren, hoeven ze niet door hoepels te springen, maar neemt de hub dit over. Dit zou zelfs tot lagere kosten moeten leiden, denken Dolman en Hoeben. Het lijkt er echter nog niet op dat leveranciers besparingen op logistiek doorvoeren in de kosten die aan de klant wordt doorberekend.
Dolman denkt dat er nog een voordeel is. Als een groot deel van de voorraad in de distributiecentra van bijvoorbeeld MOSS of Cityhub worden opgeslagen, dan kunnen ondernemers een lagere voorraad aanhouden in de winkel. “Dan zou je je winkel of horecazaak groter kunnen maken”, aldus Dolman. Dat zelfde argument voert ook Hoeben aan. “Wat wij zien bij ons filiaal in Roermond: ondernemers die hun magazijn kunnen verkleinen door onze dienst, en hun winkel dus groter kunnen maken, hebben gemiddeld dertig procent meer omzet.” Dat zou moeten kunnen omdat de hubs binnen een dag moeten kunnen leveren.
Keten
Meerdere ondernemers die Sleutelstad gesproken heeft spreken hun zorgen uit over hubs. Niet alleen over de kosten die deze met zich meebrengen, maar ook over zogenaamde ketenaansprakelijkheid bij verse producten. Ondernemers moeten voor de voedselveiligheid kunnen aantonen hoe een product tot ze is gekomen en wat er in de weg naartoe mee gebeurd is. Een hub voegt een extra stap toe, waarbij de ondernemer het zicht kan verliezen op wat er met een product gebeurt. Door ondernemers wordt getwijfeld of hubs wel voor de voedselveiligheid in kunnen staan.
Hoeben bezweert dat het daarmee wel goed zit. “Wij moeten ook gewoon aan wet en regelgeving voldoen zoals HACCP. En daar zijn onze transporteurs, partners die op dat gebied de stad in en uit rijden, ook gewoon allemaal voor gecertificeerd.” Niet alleen met de voedselveiligheid zit het goed, aldus de CEO van Cityhub. Ook wordt met het door Cityhub gebruikte systeem iedere stap in het leverproces vastgelegd. “En daarin kun je dus ook zien waar eventueel een product, waar het is misgegaan. Is het gevallen of is een product kwijtgeraakt? Dan kunnen we dat prima achterhalen. En dus ook waar de kosten komen te liggen om die vermissing of het stuk gaan te vergoeden.”
Probeertegoed
Ondernemers in de binnenstad moeten overstappen naar uitstootvrij vervoer. Als het niet nu is, dan wel over een paar jaar. Ze kunnen er dus niet omheen om zich voor te bereiden op een toekomst waarin fossiele brandstoffen de stad niet meer in kunnen. De hubs worden door de gemeente als een van dé oplossingen gezien om de logistiek naar de binnenstad soepel te blijven laten verlopen, en daarom heeft de gemeente vorig jaar vouchers in het leven geroepen. Hiermee kunnen de diensten van de hubs tien keer kosteloos uitgeprobeerd worden.
Dolman: “Daarmee kan je voor jezelf tebepalen of het je iets oplevert. Of dat het inderdaad, zoals heel veel mensen nu denken, juist meer ergernis en kosten met zich mee gaat brengen.”
De zero emissiezone is nu een paar maanden actief. In de volgende aflevering in deze serie kijken we naar de gevolgen van de invoer. Is het rustiger in de stad? Hoeveel fossiele voertuigen rijden er nog door de straten? Hoeveel waarschuwingen heeft de gemeente uitgedeeld voor het tóch binnenrijden met een verboden wagen? En beginnen horrorscenario’s zich langzaam af te tekenen? Hoe staat het met het aantal faillisementen in de binnenstad? Kunnen bedrijven de concurrentie met steden zonder emissievrije zone nog aan? En heeft een emissievrije zone überhaupt effect op de luchtkwaliteit in de stad? Dat leest u in de laatste aflevering in deze serie.
Deze serie is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het Leids Mediafonds. De artikelen in deze serie, en het andere nieuws over dit onderwerp is terug te vinden in het dossier Zero Emissie Stadslogistiek op deze website.
Duurzaamheid Leiden Zero Emissie StadsdistributieSleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907