Stef Vink, directeur Leidse Instrumentmakersschool (LIS). (Foto: Gerry van Bakel)

LIS: Instrumentmakersschool voor makers, denkers en uitvinders

Een school die al ruim 120 jaar bestaat en nog is opgericht door de latere Nobelprijswinnaar Kamerlingh Onnes. Voor directeur Stef Vink zijn het grote schoenen om te vullen. Maar de Leidse Instrumentmakersschool (LIS) staat nog steeds als een huis. “We hebben een reputatie hoog te houden”, zegt Vink.

Er lopen zo’n 350 studenten rond in het gebouw aan de Einsteinweg 62 in het Leiden Bio Science Park. En veertig docenten. Al leren studenten ook veel van elkaar. “We hebben een meester-gezelprincipe. Dus de ervarene helpt de minder ervarene. Dat geldt niet alleen voor de studenten onderling, maar ook voor de medewerkers. Van een docententekort hebben we geen last. Hooguit voor algemene vakken als Nederlands en Engels.”

Maximale
De LIS wordt overal geroemd en als voorbeeld gesteld. “Het geheim is dat we een unieke positie hebben. We zijn een vakschool en geven maar één opleiding: research instrumentmaker. En dat doen we op een praktisch heel hoog niveau. Maar omdat het altijd voor de wetenschap is en we dus ook altijd met wetenschappers samenwerken, wordt er ook een heel hoog theoretisch niveau gevraagd. En met hoog bedoel ik eigenlijk dat je intrinsieke motivatie moet hebben. Studenten moeten naar het maximale willen streven. Ze moeten iets maken, iets ontwikkelen wat er eigenlijk nog niet is.”

Kennismakers Gideon Roggeveen en Gerry van Bakel in gesprek met Stef Vink, directeur Leidse Instrumentmakersschool (LIS).

De praktijk is de basis. “Onze studenten komen 28 uur in de week naar school en de helft van de tijd staan ze in de werkplaats”, vertelt Vink. “En dan gaat het niet om opdrachten die op school blijven maar projecten voor het bedrijfsleven. Laat ik een voorbeeld noemen: Airbus maakt satellieten waar die zonnepanelen uitklappen. Dat scharnierpunt is ooit door een LIS’er ontwikkeld en wordt nog steeds toegepast. En wij proberen dat scharnierpunt nog steeds lichter en preciezer te maken.”

Geboren
Dat samenwerken met opdrachtgevers van buiten zit in de historie van de opleiding. Eind negentiende eeuw haalde de Leidse natuurkundige Heike Kamerlingh Onnes vakmensen uit het buitenland om instrumenten voor hem te maken voor zijn experimenten. Op een gegeven moment liet hij die vakmensen op hun beurt ook weer jonge mensen opleiden. De Leidse Instrumentmakersschool was geboren.

“We zijn nog altijd nauw verbonden met de universiteit”, zegt Vink. “Hoewel we een aparte school zijn, werken we nog zeer nauw samen met de faculteiten natuurkunde en sterrenkunde. En we maken dagelijks opdrachten voor hen. Instrumenten van glas of van metaal en soms een combinatie.” En met die materialen kunnen studenten van alles maken. “Het begint bij het maken, vervolgens moet je het kunnen bedenken en als je uniek bent word je uitvinder.”

Onderdeeltje
Vink heeft zelf werktuigbouwkunde gestudeerd en is opgeleid tot docent werktuigbouwkundige. Om de vraag of hij niet zelf graag op het LIS had gezeten, moet hij wel een beetje lachen. “Mijn eerste contact met de LIS was in 1992. Ik liep toen stage voor mijn eigen opleiding en moest toen een onderdeeltje maken bij een machinefabriek in Eindhoven. Ik kwam daar niet uit en bij het bedrijf ook niet. En toen zei één iemand: als wij het niet weten, dan moeten we naar de LIS.”

En zo toog Vink 33 jaar geleden naar Leiden. “Wat mij toen opviel, en dat is eigenlijk nog steeds zo, de passie voor het vak. Het gezamenlijk werken aan instrumenten. Dat geeft zoveel saamhorigheid. En ik heb ooit gedacht, daar wil ik eigenlijk ook wel een tijdje bij horen.”

Advertentie

Economie Leiden Maatschappij Onderwijs Wetenschap Kennismakers


Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden

E-mail
redactie@sleutelstad.nl

Telefoon Redactie
071 - 5235907

Privacy Policy

×