Bijna-botsing bij Leiden laat belang van ‘doorschietlengte’ zien

Een incident bij station Leiden heeft onlangs duidelijk gemaakt waarom ingebouwde veiligheidsmarges in het spoor cruciaal zijn. Twee treinen kwamen hevig remmend op dezelfde wissel af, maar kwamen op veilige afstand tot stilstand.

Via LinkedIn meldt railveiligheidsexpert Jeroen Mooij dat dit was te danken aan de zogenoemde doorschietlengte: “Binnen de treinbeveiliging wordt er daarom een zekere margelengte tussen een sein en het gevaarpunt meegerekend. Dat noemen we de ‘doorschietlengte’.

Doorschietlengte
Die lengte is de extra ruimte die wordt ingebouwd tussen een sein en het eerstvolgende gevaarpunt, zoals een wissel of een kruising. Mocht een machinist later remmen of een sein verkeerd interpreteren, dan is er nog speling om de trein veilig tot stilstand te brengen.

De situatie had veel ernstiger kunnen aflopen. Mooij schrijft dat werd voorkomen dat de trein, een loctrein van drie locomotieven van 53 meter, als een stormram van 258 ton in de flank van de behoorlijk gevulde intercity doken. “In dat geval zouden de gevolgen aanzienlijk groter zijn geweest.”

Naar behoren
Een woordvoerder van NS bevestigt dat de treinen inderdaad tijdig tot stilstand kwamen. Volgens hem had de machinist van de intercity mogelijk een oranje sein gemist, waardoor hij hard moest remmen bij het rode signaal. “Daardoor is gebruikgemaakt van de doorschietlengte, maar alles heeft naar behoren gewerkt”, aldus NS.

Voor reizigers bleef de schade beperkt tot vertraging, die sneller verholpen werd dan aanvankelijk aangekondigd. Mooij noemt het ‘een flinke vertraging voor de passagiers’, maar prijst tegelijk de verkeersleiding en de verschillende nooddiensten van NS en ProRail, die de situatie volgens hem goed hebben afgehandeld.

Leiden Maatschappij