Hernieuwd pleidooi Partij voor de Dieren voor paddentrappetjes

De Partij voor de Dieren in Leiden wil dat de gemeente paddentrapjes gaat plaatsen in kolken langs de Leidse wegen. Zo’n trapje (zie foto) kan in de hoek van een put worden gemonteerd en zorgt ervoor dat een pad die via de spijlen naar beneden is gevallen er zelfstandig weer uit kan klimmen. Dat dat goed werkt blijkt volgens duoraadslid Kirsten Schuil wel uit het feit dat ruim 98 procent van alle putslachtoffers zichzelf op die manier weet te redden.

Paddentrapjes staan al langer op het verlanglijstje bij Leidse natuurliefhebbers. Zo pleit de Paddenpatrouille Leiden ook al jaren voor een amfibievriendelijke inrichting van de openbare ruimte met minder stoepranden en kolken, meer groen en natuurvriendelijke oevers en ook paddentrappetjes.

Kirsten Schuil van de Partij voor de Dieren in Leiden laat een paddentrappetje zien en legt uit hoe ze werken.

Puthaak
De paddenpatrouille zet elk jaar tijdens de trek van de padden naar hun paaisloten en -vijvers niet alleen padden en andere amfibieën veilig over bij fietspaden en straten die ze daarvoor moeten oversteken, maar ook worden putdeksels met een puthaak stelselmatig gelicht om te kijken of er padden in zitten.

Omdat de omgeving van de Morsweg en de Rijnzichtbrug opnieuw ingericht gaat worden komt de PvdD juist nu weer met een voorstel om dan ook meteen paddentrappetjes aan te brengen. Deze kunststof trappetjes kunnen op maat gemaakt worden, al naar gelang de diepte van een put. Schuil: “Als padden langs de stoeprand kruipen, kunnen ze door die spijlen  naar beneden vallen en dan komen ze er nooit meer uit. Dat gebeurt in Nederland honderdduizenden keren per jaar.”

Met behulp van een paddentrappetje kunnen amfibieën zoals padden en hagedissen zelfstandig uit een put klimmen als ze daar in zijn gevallen.

Duurzaamheid Leiden Maatschappij