Oldenzalers kijken kunstje af in Leiden

Een delegatie van vier Oldenzalers gaat vandaag in Leiden bekijken hoe het Ondernemersfonds werkt. Het fonds wordt gespekt uit een opslag van 5,6 procent op de tarieven van de onroerendzaakbelasting (ozb) voor niet-woningen. Met het extra geld gebeuren in Leiden leuke, maar vooral zinvolle dingen. Dat meldt dagblad Tubantia. Oldenzaal kampt met hetzelfde probleem als Leiden een aantal jaren geleden. Een deel van de ondernemers betaalt trouw mee aan het gezamenlijke potje voor activiteiten en een ander deel profiteert alleen maar. Deze ‘free riders’ of ‘meelifters’ zouden in feite ook moeten betalen.

In Leiden is daarvoor een vrij revolutionair systeem bedacht, dat nog werkt ook. De ondernemers beschouwen de inkomsten uit de hogere ozb-heffing als hún geld. De groep Oldenzalers die vandaag wordt ontvangen bij de Kamer van Koophandel in Leiden bestaat uit wethouder H. Pieper (economische zaken), stadsmanager A. Kerk, ondernemer W. Goldschmidt en D. Eeftink van de gemeente. In Leiden gaat men behoorlijk ver. Niet-woningen zijn niet alleen de winkels en horecapanden in de binnenstad. Ook bedrijven, de Leidse Hogeschool, de universiteit en het academisch ziekenhuis betalen mee aan het fonds. ‘Waardoor’, legt medewerker W. van de Poel van economische zaken van de gemeente Leiden uit, ‘bijvoorbeeld bedrijvenparken mee kunnen profiteren van het extra geld. Je kunt dan denken aan parkmanagement of extra beveiligingsmaatregelen.’

Het begon in Leiden allemaal met het in het leven roepen van het centrummanagement een aantal jaren geleden. Die stap heeft Oldenzaal recent gemaakt met de nieuwe Stichting Stadsmanagement en het aanstellen van citymanager Kerk. Wethouder Pieper ziet in zijn eigen stad niet meteen de grootschalige aanpak van Leiden. ‘Ik denk in eerste instantie aan een gezamenlijke pot voor activiteiten die de binnenstad verlevendigen en daarmee aantrekkelijker maken.’ Van de Poel zegt dat het systeem van extra ozb-heffing op niet-woningen in Leiden door iedereen gedragen wordt. De uitkomst in Leiden is dat het ondernemingsklimaat er een flinke oppepper door heeft gekregen. In het Leidse model is de hoogte van de extra ozb-bijdrage wel afhankelijk van de plek in de stad. Gemiddeld komt het neer op 5,3 procent van de geldende ozb-heffing voor de betreffende ondernemer.