Steegh: "Poolse honorair consul is alcoholistische hork"

De honoraire consul van Nederland die ook voor Toruñ en omgeving verantwoordelijk is, is een alcoholistische hork. Dat vindt GroenLinks-wethouder John Steegh na een bezoek, afgelopen weekend, aan de Leidse zusterstad Torun. Daar werd het 20-jarig jubileum van de stedenband gevierd. Steegh woonde het pools-nederlandse feestje bij als vertegenwoordiger van de gemeente Leiden. De consul bleek geen prettige gesprekspartner. Steegh in zijn verslag van het weekend: “Het is een Poolse zakenman die het vooral als zijn taak ziet Nederlandse bedrijven de weg te leren in dat deel van Polen. Voor cultuur bleek hij weinig belangstelling te hebben en de overheid als gesprekspartner was duidelijk ook niet zijn eerste voorkeur. De inhoud van de glaasjes des te meer. Kort samengevat: een alcoholistische hork die als mijn tafelheer bijna de hele tijd in het Pools met zijn adjudant zat te converseren en zich slechts af en toe te verwaardigen enkele zinnen in het Duits met mij te wisselen.”

Afgelopen zaterdag was de grote feestdag voor de zustersteden. Steegh hield toen een toespraak over verleden, heden en toekomst van de stedenband. “Ik heb benadrukt dat het karakter van de stedenband in de loop van de jaren fundamenteel veranderd is van een hulprelatie tussen Leiden en Toruñ in een van gelijkwaardigheid, beide deel van één Europa.”

De optredens die de Leidenaren op het feest gaven waren volgens Steegh van een bedenkelijk niveau: “Ik heb de ‘vice mayor’ die er nog bij was maar naar de kroeg geloodsd om de plaatsvervangende schaamte niet erger te maken.” Aan het eind van het feestelijke programma hield burgemeester Zaleski een herdenkingstoespraak en reikte Steegh de Cornelis Joppenszprijs uit aan Pjotr, de voorzitter van de Poolse zijde van de stedenband. “Hij was tot tranen toe geroerd. Het betekent voor hem echt iets dat hij een blijk van waardering krijgt van de zusterstad. Dat verhoogt het genoegen van het overhandigen. De avond daarna duurde nog lang en eindigde in een zeer rokerige kroeg.”