Gemeente wil rust in de openbare ruimte

De Leidse gemeenteraad heeft de zogenaamde kadernota kwaliteit openbare ruimte vastgesteld. Daarin staat beschreven welke materialen de gemeente pakweg de komende 15 jaar gaat gebruiken voor bestrating en straatmeubilair zoals lantaarnpalen, bankjes en fietsenrekken. “Dat geeft rust in de openbare ruimte,” zo verklaart wethouder Frank de Wit het nut van het handboek. Niet alles gaat er voortaan hetzelfde uitzien in Leiden. Er wordt rekening gehouden met het soort gebruik van een gebied. Dat is in het centrum heel anders dan bijvoorbeeld in het biosciencepark. De Wit: “Maar we gaan wel terug van 30 soorten baksteen naar vijf”.

Ook kiest Leiden voortaan heel bewust voor duurzame materialen. Die zijn soms bij aanschaf wat duurder, maar gaan veel langer mee. De Wit verwacht dat de nieuwe werkwijze daardoor uiteindelijk niet duurder zal zijn en mogelijk zelfs een besparing oplevert. Het vervangen van bijvoorbeeld aan slijtage onderhevige betonnen straatklinkers door gebakken exemplaren gebeurt alleen als een straat toch opnieuw bestraat moet worden. De, duurdere, gebakken klinkers gaan 75 jaar mee in plaats van 15 en zijn bovendien mooier.

Ook komt er wellicht een tweede type van de Leidse Lantaarn. Deze klassieke lantaarnpalen zijn niet overal geschikt, omdat ze niet voldoende licht geven. Er wordt nu gekeken of er een efficiëntere versie kan komen met een op maat gemaakte module voorzien van led-verlichting.

Op verzoek van de PvdA wil De Wit nog weleens opnieuw kijken naar het aantal verkeersborden in de stad. Die partij wil het liefst een reductie met zo’n 15%. Volgens duo-raadslid Gijs Holla staan er her en der borden die geen enkel doel dienen. Bijvoorbeeld een bord met verboden in te rijden naast een paal waardoor dat fysiek al niet kan.