Leidse Bodebussen gerestaureerd

Aan het einde van het jaar is het goed gebruik dat de gemeenteraad zich naast alle serieuze zaken over een wat ludieker onderwerp buigt. Daartoe vaak opgeroepen door een zogenaamde ‘eindejaarsmotie’. Zo kreeg de Leidse Raadzaal in het verleden al eens extra stopcontacten voor alle laptops, mobieltjes en tablets van pers en raadsleden. Handig, en modern.

Gisteren werd een (uitgestelde) eindejaarsmotie van D66 in stemming gebracht: de restauratie van de bodebussen. Door een lange agenda was het punt in december blijven liggen. Bodebussen zijn geen transportmiddel voor de bodes die op het stadhuis allerlei hand- en spandiensten verlenen. Nee, het zijn ‘rijkversierde draaginsignes’ waaraan de bodes te herkennen zijn. Ze worden op de borst gedragen.

Vroeger had de bodebus een functie. Hij werd gedragen aan de gordel en het was een platte metalen tas om belangrijke poststukken van Nederlandse overheidsinstellingen in te vervoeren. Een gebruiksartikel dus. Dat logischerwijs aan slijtage onderhevig was. Dat laatste schijnt ook het geval te zijn bij het door de ontwerper Frans van Nieuwenborg vervaardigde versiersel.

Hoog tijd dus voor een hartekreet. Die werd geslaakt door D66. Raadslid Gubbens diende de motie voor de restauratie van de bodebussen in en de raad stemde er unaniem voor. Je zal er toch maar van verdacht worden niet voldoende waardering te hebben voor het werk van de bodes die aan die werkzaamheden overigens betaalde baan hebben.

De restauratie van de bodebussen gaat 2500 euro kosten. Exclusief 21% b.t.w.

Leiden bodebussen