Uitgebloeide sneeuwklokjes krijgen eeuwig leven in Hortus Botanicus

De eerste maanden van het jaar bloeien in veel tuinen de sneeuwklokjes en in huis staan er bij menigeen ook potjes met kleine narcissen op tafel. Maar wat doe je ermee als ze zijn uitgebloeid? Carla Teune van de Hortus Botanicus wil ze graag hebben.

Onder de grote treurbeuk en varenbeuk in de Leidse Hortus Botanicus groeide vooral veel klimop en dat was het voormalig hoofd van de technische dienst van de botanische tuin, Carla Teune, een doorn in het oog. “Klimop is mooi op begraafplaatsen, maar hoort niet in een Hortus.” En al helemaal niet in ‘haar’ Hortus. Want al is Teune al ruim vijftien jaar met pensioen, ze is nog dagelijks te vinden in de tuin tussen Rapenburg en Witte Singel. Twee jaar geleden is ze begonnen met het verwijderen van de klimop. “Ik heb er kruiwagens vol uitgehaald.” En kwamen er sneeuwklokjes voor terug. “Ik heb toen aan iedereen die ik kende gevraagd om bolletjes.” En die kwamen er. Kratten vol soms. En het was een heel werk om ze allemaal geplant te krijgen.

Verslaggeefster Gerry van Bakel in gesprek met Carla Teune over de inzamelactie van sneeuwklokjes voor de Hortus Botanicus.

Maar Teune wil er nog meer. Vooral sneeuwklokjes, maar de kleine narcissen die je in een potje koopt en in de woonkamer laat bloeien mogen ook. De uitzondering zijn tulpen, want die doen het niet goed. “Als ik aan die sneeuwklokjes of narcissen aan het planten ben, vraagt er wel eens iemand wanneer ik ze er weer uit haal. Ik zeg dan altijd: nooit meer. Ze krijgen hier het eeuwige leven. Ik moet ook minstens 101 worden om alles echt tot bloei te zien komen,” aldus de 77-jarige Teune.

Uitgebloeide bolletjes van sneeuwklokjes kunnen worden ingeleverd bij de ingang van de Hortus Botanicus. Hoe meer hoe liever. “Als je bollen van verschillende afstammelingen bij elkaar hebt doen ze het beter.”

Cultuur Duurzaamheid Leiden