Het groene en waterrijke Leiden is een walhalla voor ratten en muizen. Bewoners uit negen verschillende buurten ervaren overlast. Maar wie is verantwoordelijk voor de bestrijding van deze knaagdieren? De gemeente Leiden vindt dat burgers zelf verantwoordelijk zijn, maar die lopen tegen hoge kosten aan en weten niet goed waar ze moeten beginnen met de bestrijding.
Door Francis Kleijwegt, Xanthe Wijzenbroek en Maarten Teunisse
Het is altijd even schrikken; zo’n harig beestje met een lange staart die je voorbij schiet in de speeltuin, je keuken of midden op straat. Voor veel Leidenaren is het geen onbekend beeld. Ratten en muizen hebben in de oude stad met veel groen en water een fijn habitat.
Student Kira Nijland woont aan het Flanorpad en ziet ze overal: in het water, bij de afvalbakken, voor de deur en zelfs in huis. “Vorig jaar hadden we een enorme muizenplaag, en alleen schoonmaken werkte niet”, vertelt Nijland. “En vaak zien we ook ratten bij het water zitten of bij de afvalbakken hier buiten.” Vergelijkbare verhalen komen ook van bewoners en wijkverenigingen uit de Tuinstadwijk, de Vogelwijk, de Vlietpoortwijk, de Burgemeesters- en Professorenwijk, en in buurten rond de Morspoort, de Stokroos, de Kaasmarkt en Pancras-West.
Klachten
Naast angstaanjagend, kunnen de knaagdiertjes ook gevaarlijk zijn. Volgens het RIVM kunnen ratten en muizen negentien verschillende ziektes overbrengen. Zo kan je de ziekte van Weil, een hantavirus of de rattenbeetziekte oplopen door direct contact met de ongediertes. Dat kan ook door het inademen van besmette lucht, het eten van besmet voedsel of besmetting via een schrammetje.
Toch ziet niet iedereen de knaagdieren als een groot probleem. Ecoloog Marco Roos van Naturalis ‘wil het probleem zeker niet bagatelliseren, maar af en toe een muisje zien, kan ook leuk zijn’. “Bovendien zijn de meeste soorten die buiten gevonden worden niet geschikt om binnenshuis te zijn. Niet elke muis of rat is de start van overlast of een plaag.”
Ook bij de gemeente Leiden heerst er nog geen onrust over de ratten en muizen in de stad. De gemeente heeft in 2020 tot nu toe 114 meldingen binnengekregen van overlast. “Dat loopt dus nog op en zijn er normaal gesproken zo’n 275 per jaar”, vertelt Hans van der Vlugt, medewerker ongedierte en overlastbestrijding van de gemeente Leiden. “Dit aantal is de afgelopen dertig jaar flink afgenomen, wat mede te danken is aan de ondergrondse afvalcontainers die zijn geplaatst.”
Als we alle ratten zouden bestrijden, hebben we voor de stadsnatuur een groot probleem
Meldingen van overlast door ratten worden veelal gedaan op basis van hun slechte imago, zegt Van der Vlugt. “Het wordt direct in relatie gebracht met dood en verderf, maar dat valt tegenwoordig gelukkig mee. Wanneer er sprake is van knaagschade, bevuiling of ondergraving zal de gemeente zeker ingrijpen: wij doen dan aan het ‘weren’ van de knaagdieren, niet meer aan bestrijding. Ook gaan we niet elke rat die in het openbaar wordt gesignaleerd gelijk te lijf, de ratten horen er gewoon bij. Als we alle ratten zouden bestrijden, hebben we voor de stadsnatuur een groot probleem.”
Wie betaalt?
De verantwoordelijkheid voor het bestrijden van knaagdieren ligt volgens de gemeente bij inwoners zelf. “Op eigen terrein is het het probleem van mensen zelf, daar kan de gemeente niks doen”, aldus Hans van der Vlugt. Studente Kira is daarom naar studentenhuisvester DUWO gestapt om iets aan de muizenplaag te doen. “Zij kwamen pas nadat we een jaar hadden gezeurd. Het huis schoonhouden of vallen plaatsen met pindakaas was niet genoeg. Wij hebben buiten ook nog steeds bovengrondse prullenbakken, wat natuurlijk ook niet helpt”, zegt ze.
Tekst gaat door onder de foto
De bovengrondse vuilnisbakken aan het Flanorpad. (Foto: Francis Kleijwegt)
Maar wie moet het probleem nou oplossen? In wet- en regelgeving is dat niet heel duidelijk vastgelegd. Volgens de Wet publieke gezondheid (Wpg) hoeft de overheid alleen passende maatregelen te nemen als de volksgezondheid in gevaar is. Zolang dat niet het geval is, zijn bewoners zelf verantwoordelijk voor ratten- en muizenproblemen. En pas als je aan kan tonen dat de ratten- of muizenoverlast komt door voedsel vanuit de openbare ruimte, zoals zwerfafval of het voeren van eenden, dan kun je hiervan een melding maken bij de gemeente.
Opgeleide professional
Leidenaren met overlast in hun eigen huis zijn dus vaak op zichzelf zijn aangewezen en dat brengt ook kosten met zich mee. “Om de overlast te beperken moet er allereerst gekeken worden naar nest- en voedselplaatsen”, vertelt Ton Oostveen van Rimdo Plaagdierbeheersing. “Zorg dat alles netjes en opgeruimd is, laat geen voedsel rondslingeren, voer geen eendjes of vogeltjes en zorg ervoor dat er geen schuilgelegenheid is voor ratten en muizen.’’ Als bewoners dit hebben gedaan, maar nog steeds overlast hebben, raadt Oostveen aan om een klem te gebruiken tegen de dieren.
En wat nou als dat ook niet werkt? Dan mag er gif worden ingezet. Maar dat gif kan je niet zomaar inzetten. Volgens het CTGB (College voor de toelating van gewasbescherming en biociden) mag gif alleen buiten worden ingezet door een opgeleide professional met een IPM-certificaat (integrated pest management). Binnenshuis mogen bewoners nog wel zelf gif inzetten. Maar in 2023 gaat dit veranderen en mag ook dat alleen nog worden uitgevoerd door professionals.
Mensen hebben vaak nog een oud emmertje vergif van opa staan en proberen het daarmee eerst zelf op te lossen
De reden voor de strenge regelgeving is dat niet-opgeleide mensen het gif te gemakkelijk inzetten waardoor ratten en muizen immuun kunnen worden voor gif, waardoor het niet meer effectief is. Daarnaast zorgt het voor meer milieuvervuiling en doorvergiftiging naar andere dieren, zoals een huisdier, vogel of egeltje.
Volgens Oostveen hebben bewoners vaak te weinig kennis om zelf met gif aan de slag te gaan. ‘‘Mensen hebben vaak nog een oud emmertje vergif van opa staan en proberen het daarmee eerst zelf op te lossen, net zoals bij lekkage of een elektriciteitsprobleem. En als dat niet lukt, moeten ze uiteindelijk toch een professional inschakelen.”
Muizenfamilies
Dan is er echter vaak al meer schade aangericht dan dat er iets is opgelost. “Voor het gif in ‘het oude emmertje’ zijn ratten en muizen immuun. Ondertussen hebben de ratten en muizen meer nesten gevonden, konden ze zich voortplanten en is de populatie groter geworden.”
Er is dus nog wel een weg te gaan om de knaagdieren in de natuur en uit de keukenkastjes te houden, zonder het milieu te vervuilen en onze eigen huisdieren te vergiftigen. “Net als bij bedrijven gaat het bij ratten en muizen ook om een vestigingsklimaat,” zegt ecoloog Roos. “Zolang je afvalbakken en keukenkastjes goed dicht houdt en toegangswegen weet af te sluiten is er al veel gewonnen. Een kat kan natuurlijk ook helpen. Ik zou vooral niet op eigen houtje giftige stoffen gaan gebruiken, dat kan je samen met een bestrijdingsbedrijf oplossen.”
Voor Kira en haar huis bleek na een jaar dat er geen andere oplossing was dan gif. “Via DUWO is er gelukkig een professionele bestrijder gekomen, anders hadden we nu nog steeds tussen de muizenfamilies geleefd.”
Dit artikel is onder begeleiding van de redactie van Sleutelstad geschreven door studenten van de masteropleiding Journalistiek en Nieuwe media van de Universiteit Leiden.
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907