Leidse economie is sterk maar groei blijft achter

Leiden deed het voor de coronacrisis economisch goed in vergelijking met andere gemeenten in de regio. De groei van diezelfde economie bleef echter achter ten opzichte van de regio, en al helemaal van die in de rest van het land. Dat blijkt uit cijfers dat het Urban Data Center Leiden071 verzamelde op verzoek van de gemeente Leiden.

De gemeente Leiden heeft behoefte aan een economische graadmeter. De bruto toegevoegde waarde, oftewel alles wat binnen de gemeente is geproduceerd minus elders ingekochte goederen en diensten, leent zich daar goed voor. Uit het rapport van het Urban Data Center, een samenwerking tussen CBS en gemeente Leiden, blijkt dat de toegevoegde waarde per inwoner in Leiden verhoudingsgewijs vrij hoog is. In 2019 lag het op 49.200 euro per inwoner.

In de gehele Regio071, waar Leiden deel van uitmaakt (samen met Katwijk, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude) was de toegevoegde waarde 37.218 euro per inwoner. In de nog grotere regio Leiden en Bollenstreek (Regio071 plus Hillegom, Kaag en Braassem, Lisse, Noordwijk en Teylingen) ligt de waarde nog lager (34.810 euro).

Groei blijft achter
De groei in Leiden was in de periode 2015-2019 echter niet groot. Tussen 2015 en 2017 daalde  de bruto toegevoegde waarde per inwoner zelfs, om in 2019 uit te komen op een groei van drie procent ten opzichte van 2015. De groei van Leiden bleef hiermee achter op het landelijke gemiddelde van veertien procent groei en het regionaal gemiddelde van ongeveer acht procent.

Het volume van diensten en producten nam, ondanks de groei, zelfs met vier procent af ten opzichte van 2015. Dit is te verklaren doordat de productie van diensten en producten in Leiden relatief duurder is dan in de rest van de regio en het land. Deze relatief dure productie kan nadelig zijn voor de concurrentiepositie van Leiden. Maar of Leiden zich uit de markt prijst of dat de producten en diensten in Leiden juist van hoge en dus duurdere kwaliteit zijn, zou nader onderzoek moeten uitwijzen.

Concurrentiepositie
Leiden heeft verhoudingsgewijs veel bedrijven en instelling die in de niet-commerciële dienstverlening werkzaam zijn. Dat zijn onder andere de zorg en het onderwijs. De sector commerciële-dienstverlening is relatief ondervertegenwoordigd.

De sector ‘niet-commerciële dienstverlening’ is in Leiden relatief groot en de ‘commerciële dienstverlening’ relatief klein. Dat is in veel andere delen van het land juist omgekeerd. Zorg en onderwijs zijn twee sectoren die tot de niet-commerciële dienstverlening behoren en die in Leiden sterk vertegenwoordigd zijn. De sector ‘nijverheid en energie’ neemt in alle regio’s rond de twintig procent van het totaal in.

Economie Leiden