Bewoners van de Leidse woonwagenkampen zijn boos op de gemeente. Jarenlang is er weinig geïnvesteerd en kwamen er, ondanks tekorten, geen nieuwe standplaatsen bij. Op het kamp in de Stevenshof bleven plekken die vertrekkende reizigers achterlieten zelfs leeg. De kampbewoners voelen zich door de gemeente in de steek gelaten. Gesteund door de lokale SP roepen ze het stadsbestuur nu op om meer aandacht te hebben voor de woonwagenbewoners in de stad.
Op dit moment worden de mobiele huizen gezien als sociale huurwoningen. Huurders moeten zich inschrijven en komen na een bepaalde tijd in aanmerking voor een passende woning. “Alleen zijn die er niet. Want er worden al jaren geen standplaatsen bijgebouwd”, zegt SP fractievoorzitter Antoine Theeuwen.
Zijn partij komt op voor de reizigers en stelde per brief enkele kritische vragen aan het college. Theeuwen wil dat er binnen regio Holland Rijnland een aparte wachtlijst voor sociale huurwoonwagens. Ook wil hij dat de gemeente extra standplaatsen realiseert en verklaart waarom vrijgekomen plekken niet worden opgevuld.
Naast het opvullen van de leegstaande standplaatsen in de Stevenshof kunnen er volgens de bewoners bij woonwagenkamp Roomburg veel extra plekken worden gerealiseerd op het braakliggend terrein tussen de woonwagenlocatie en de Willem van der Madeweg. Bewoners en de gemeente discussiëren al jaren over het eigendom van de grond op die plek. Het college lijkt niet van plan om de bestaande kavels te verkopen. Ook de partij van Theeuwen ziet mogelijkheden op de plek en wil van het stadsbestuur weten of de locatie inderdaad in aanmerking komt voor uitbreiding.
Rechter
Op zoek naar erkenning stapten een aantal kampbewoners naar de rechter. Zij wilden dat de gemeente Leiden en Holland Rijnland toegeven dat woonwagenbewoners een eigen cultuur en identiteit hebben. Bovendien voelen ze zich gediscrimineerd doordat reizigers, die gedwongen door de omstandigheden in een ‘stenen’ huis gaan wonen, na hun vertrek niet meer in aanmerking komen voor een sociale-huurwoonwagen. De rechter stelde de woonwagenbewoners in maart 2020 in het gelijk en zegt dat er verboden onderscheid op basis van ras (in dit geval: woonwagenbewoner) is gemaakt.
Voor de bewoners voelt de uitspraak van de rechter als een goede eerste stap. “We vechten nu verder. Want we zijn er nog niet”, vertelt bewoonster Ingrid. Zij zag haar beide dochters noodgedwongen naar een appartement verhuizen. Dat ze hierdoor uitgesloten worden om terug te keren naar het kamp vindt ze onacceptabel. “Er wordt gezegd dat ze hun rechten hebben opgegeven door te kiezen voor een stenen huis. Maar ze hebben niet gekozen, want er viel niets te kiezen. Er was immers niets vrij”, stelt ze.
Oudere kampbewoners zien de verhuizing van hun kinderen naar een ‘reguliere woning’ dan ook als tijdelijk. Zodra er weer plek is moeten kinderen gewoon weer terug kunnen komen, vinden ze. De SP-fractie begrijpt deze wens en wil dat de gemeente het recht om in familieverband te wonen in haar woonwagenbeleid opneemt.
Dat de standplaatsen die in 2016 vrijgekomen zijn nog steeds niet opgevuld zijn betreuren niet alleen de kampbewoners. “We horen regelmatig van mensen uit de buurt dat ze die lege plekken er niet netjes uit vinden zien. Dat begrijp ik wel. Ik word er ook een beetje verdrietig van… Maar we houden vol”, besluit Ingrid.
Leiden Maatschappij PolitiekSleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907