Op 8 oktober is het 30 jaar geleden dat het eerste muurgedicht in Leiden werd aangebracht. ‘Aan mijn verzen’ van de Russische dichteres Marina Tsvetajeva (1892 –1941), werd in 1992 op de muur geschilderd van boekhandel Templum Salomonis op de hoek van de Nieuwsteeg en de Kloksteeg. Dankzij de bedenker van het project, Ben Walenkamp, en zijn Stichting TEGEN-BEELD zijn er inmiddels 113 Leidse muurgedichten in verschillende talen.
Dichter Leo van Zanen heeft een speciale omgang met ze: hij koestert ze en gebruikt ze als onderdeel van zijn optredens en lezingen. Momenteel werkt hij aan een video die op 8 oktober op zijn YouTube-kanaal verschijnt. Daarin dragen sprekers van de desbetreffende talen een selectie van muurgedichten voor.
De meeste gedichten zijn op muren gezet door kunstschilder Jan Willem Bruins. Hij schilderde net zo makkelijk een Duits gedicht als een gedicht in een ander schrift, zoals het Chinees of het Georgisch. Steevast signeerde hij met een spinnetje. Bruins overleed in 2021.
De Leidse muurgedichten zijn een toeristische attractie en onderstrepen de faam van Leiden als stad van cultuur en wetenschap. In 2004 werden vijftig gedichten op muziek gezet door Huub de Vriend en uitgevoerd door Street Fable met onder meer Carolien Devilee. Ook is er ooit een set ansichtkaarten met muurgedichten verschenen.
Omroep Sleutelstad sprak met Leo van Zanen over zijn speciale band met de Leidse muurgedichten.
Wat vind jij het mooiste muurgedicht?
Dat is moeilijk te zeggen. Het is wel zo dat ik enkele muurgedichten uit het hoofd ken, dus dan moet ik die wel mooi vinden. Ik kan zonder papier bijvoorbeeld de sonnetten van Baudelaire, Borges, Camoes, Goethe, Plantin, Quevedo en Shakespeare in de oorspronkelijke talen voordragen.
Shakespeare’s sonnetten spreken mij in het bijzonder aan door vorm en inhoud. Ze zijn tijdloos geformuleerd en altijd mooi afgerond met een rijmend slotdistichon. Ze vormen bij elkaar een fraai verhaal over liefde en bedrog, passie en overgave. Zijn ‘Sonnet XXX’ was het tweede gedicht, dat in hetzelfde jaar op de muur kwam als dat van Tsvetajeva.
Wat doe jij zoal met de muurgedichten bij je optredens en voordrachten?
Bij het houden van een lezing maak ik altijd, al is het soms terloops, melding maken van de Leidse muurgedichten. Voor ‘Sonnet XXX’ van William Shakespeare op de hoek van de Houtstraat en het Rapenburg ga ik geregeld op locatie. Rond 25 april, de geboorte- én de sterfdag van Shakespeare, hang ik bij dat sonnet een bloemstukje op, met een voordracht in het Engels en in de Nederlandse vertaling. Dat doe ik samen met Ben Walenkamp en de Engelstalige boekhandel Mayflower.
Na de Russische inval in Oekraïne werd het wel een heel speciale voordracht…
Ja, toen heeft een in Leiden woonachtige Russin, Zina, het sonnet in het Russisch voorgedragen. Maar ze deed dat ook in het Oekraïens. Daar ging een grote symboliek vanuit. Het gedicht spreekt van de hoge waarde van vriendschap, vandaar.
Shakespeare is duidelijke een favoriete dichter van je.
Dat klopt. Ik organiseerde zelfs ooit, met Pinksteren 2015, ‘Cloven tongues’ op de Burcht. ‘Sonnet XVIII’ werd toen voorgedragen in elf talen. Ook verwerkte ik de slotregels van ‘XXX’ in mijn Rembrandt-sonnet van dit jaar, bij het jaarlijks omhangen van een krans om de buste van Rembrandt aan de Witte Singel.
Volgend jaar exposeer ik onder het motto ‘Een lezer verzamelt’ een reeks vertalingen van de sonnetten in BplusC. Zelf heb ik er vier vertaald, ter gelegenheid van de poëzie-manifestatie ‘Sessions of passion’ van TEGEN-BEELD in 1999.
Er zijn in de loop der jaren gedichten van Leidse muren verdwenen. Hoe erg vond je dat?
Verschrikkelijk natuurlijk. Maar ach, we weten dat alles vergankelijk is, zelfs gedichten over de vergankelijkheid. Dat was ook mijn conclusie in het filmpje ‘Het verdwenen gedicht’, naar aanleiding van Verlaine’s ‘Chanson d’automne’ (Herfstlied). In 2018 organiseerde ik een veeltalige voordracht onder het motto ‘De elf vermisten’ over elf verdwenen gedichten.
In navolging van de gedichten zijn vanaf 2015 ook formules van beroemde geleerden op muren aangebracht, zoals de sleutelformule van Albert Einsteins algemene relativiteitstheorie op een buitenmuur van Museum Boerhaave. Wat vind jij daarvan?
Ik vind dat best.
Terug naar het muurgedicht waar het allemaal mee begon in 1992. Wat vind je van dat gedicht?
‘Aan mijn verzen’ van Tsvetajeva is mij lief. Het spreekt mij persoonlijk als dichter erg aan. Dat gedicht gaat over dichterschap. Marina vraagt zich af wat er met haar gedichten zal gebeuren. Zullen zij stof vangen op de schappen van boekhandels of zullen zij door de wereld gaan zwerven? Ik heb in elk geval mijn bijdrage geleverd aan het onder de aandacht brengen van haar poëzie, vorig jaar nog las ik het gedicht samen met Zina voor staande bij Templum Salomonis, zodat het galmde rond de Pieterskerk…
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907