Leidse draaiorgeldag in Leidse binnenstad

Wandelen in en rond de Haarlemmerstraat in Leiden was zondag voor de liefhebber van het draaiorgel een genot voor het oor én oog. Op zo goed als elke straathoek stond een rijk versierd instrument. Ook de 21-jarige Jordy Pastoor was aanwezig op de Leidse draaiorgeldag. “Ik ga liever met mijn orgel op pad dan naar de disco.”

Dit jaar vormden de pierementen op zondagmiddag een lang lint door de Haarlemmerstraat en voor de Hooglandse kerk. In totaal waren er zo’n vijftien draaiorgels in de Leidse binnenstad te vinden. Gelukkig schijnt om 13.00 uur de zon als de orgels beginnen te spelen. Eerder mag niet, want dan hangt ze een boete vanwege de geluidsoverlast boven het hoofd. Om te voorkomen dat het een kakofonie aan geluid wordt, maken de eigenaren afspraken met elkaar. Als ze dicht bij elkaar staan geven ze elkaar de ruimte om in volle glorie te klinken en is de ander even stil.

Pastoor is al sinds hij zich kan herinneren verknocht aan het draaiorgel. Toen hij zes jaar was stond hij voor het eerst met een eigen orgel op het Diamantplein in Leiden. Volgens Pastoor is de dag bedoeld om de stad vol te krijgen met mensen die van draaiorgels houden. Hij staat ondertussen te popelen om het draaiorgel dat hij van zijn vader leent klaar te maken voor de muzikale opluistering van de dag.

Met namen als Blauwe Pilaar, het Bloemenmeisje en de Joker worden de instrumenten bemand door de vertrouwde gezichten van de orgeldraaiers. Zij bewaren dit cultureel erfgoed met veel liefde voor het nageslacht. Vooral kinderen kunnen hun ogen niet afhouden van de rijk gekleurde muzikale wagens. Ook winkelend publiek is enthousiast. “Wij vinden het wel gezellig klinken”, zegt een koppel en een man die een boodschap in de stad komt halen vindt het ‘wel grappig altijd, het hoort toch een beetje bij het stadse beeld’.

Cultuur Leiden Maatschappij