Deel dit bericht!  

Gemeentesecretaris Voorschoten vertrekt

Andreas de Graaf stopt per 1 juli 2023 als gemeentesecretaris van Voorschoten. De Graaf werkte  bijna negen jaar voor de gemeente, waarvan zes jaar als gemeentesecretaris. De Graaf vindt het tijd voor een nieuwe stap in zijn loopbaan.

Het Voorschotense college gaat nu per direct op zoek naar een interim-gemeentesecretaris. Verwacht wordt dat deze nog voor het zomerreces kan worden gepresenteerd. Begin 2024 wordt dan de procedure gestart voor een vaste gemeentesecretaris.

De Graaf begint voor zichzelf. Hij blijft werkzaam in de publieke sector. De komende periode gaat hij als interim-manager aan de slag. Daarnaast wil hij zich gaan inzetten om oplossingen te vinden voor de arbeidsmarktkrapte, waarmee de gemeentelijke sector net als veel andere essentiële sectoren volgens verwachting van het Sociaal en Cultureel Planbureau nog zeker twee decennia te maken heeft.

Inzet
Burgemeester Nadine Stemerdink roemt De Graaf’s tomeloze inzet voor de gemeente. “Ik heb Andreas de afgelopen jaren leren kennen als een gedreven, deskundige en loyale gemeentesecretaris/algemeen directeur. Zijn tomeloze inzet leidde ertoe dat de organisatie de afgelopen jaren stappen heeft gezet in de professionalisering en dat de dienstverlening aan de inwoners is verbeterd.” Andreas was volgens haar een constante en stabiele factor voor de gemeente. “We gaan zijn deskundigheid missen, evenals zijn Rotterdamse humor. Wij wensen Andreas het allerbeste en heel veel succes met deze mooie vervolgstap in zijn carrière.”

Plezier
De Graaf zelf kijkt met veel plezier terug op zijn jaren in Voorschoten. “Het was een bijzondere tijd. Met de coronacrisis, de opvang van ontheemden uit Oekraïne, de opvang van statushouders, het ontvlechten van de Werkorganisatie Duivenvoorde en meest recent het treinongeval. Bij al die uitdagingen mocht ik prettig samenwerken met het college, de medewerkers, de raad, de samenleving en de partners. Ik heb zin in mijn volgende uitdaging, maar zal de Parel aan de Vliet nooit vergeten.”