Leiden heeft er weer wat monumenten bij

Een serie panden in Leiden is tot gemeentelijk monument bestempeld. Het gaat om vaak eeuwenoude gebouwen in en rond het centrum van de stad.

Zo is het hoekpand Haarlemmerstraat 256-256A – Klimmende Leeuwsteeg 8 opgenomen in het Gemeentelijk Erfgoedregister. Dit pand aan de Haarlemmerstraat is een voormalig winkel-woonhuis met een bergplaats aan de Klimmende Leeuwsteeg. Ooit waren het twee bij elkaar horende woningen uit de zeventiende eeuw. Eind achttiende of begin negentiende eeuw zijn de panden samengevoegd en kregen ze een gezamenlijke gevel en kap.

Ook Lage Rijndijk 4-4a en 2-2a zijn aangewezen als beschermd gemeentelijk monument. Het gaat bij nummer 4  en 4a om een van oorsprong achttiende-eeuws boerderijcomplex. Het bestaat uit een voorhuis met klokgevel, achterliggende schuur en een later toegevoegd woonhuis met lijstgevel. Tegenwoordig is het in gebruik als woning. En het staat momenteel te koop. De vraagprijs bedraagt anderhalf miljoen euro.

Lage Rijndijk 2-2a is kenmerkend voor de ontwikkeling van de prestedelijke naar stedelijke bebouwing langs de uitvalsroute. Het woongebouw heeft een zogenoemde mansardekap, een Frans gebroken dak, en is rond 1890 gebouwd. Tot die tijd hoorde het perceel bij het naastgelegen boerderijcomplex. Het in het oog springende bouwwerk is versierd met speklagen, bogen en sluitstenen met koppen.

De laatste panden die gemeentelijk monument zijn geworden staan aan het Utrechtse Veer 29a-d, 30a-b en 31. Utrechtse Veer 30a-b bestaat uit een langgerekt bouwdeel van één bouwlaag en een kap. Het gebouw is midden in het bouwblok gesitueerd dat verder wordt begrensd door de Veerstraat, de Hogewoerd en Rijnstraat. Het stalgebouw grenst aan de noordoostzijde aan een soort pleintje en is onderdeel van een eeuwenoud complex.

Uit een kaart uit 1724 blijkt dat er op de plek van het voormalig stalgebouw een houtschuur stond. Naast de houtschuur staan twee loodsen aangegeven die ook tot het complex behoorden.

In 1834 was het eigendom van de bouwwerken op het terrein verdeeld tussen een vader en zoon, allebei stalhouders. Het ene deel bestaat uit het woonhuis op Utrechtse Veer 28 , dat is al een rijksmonument, de huidige woning op nummer 28a (gemeentelijk monument) en het stalgebouw (29a-d). In de loop van de tijd is de stalfunctie overgegaan in een garagefunctie en tot eind jaren 80 van de twintigste eeuw fungeerden de beide complexen als één bedrijf.

Utrechtse Veer 29a-d heeft twee bouwdelen en grenst aan de west- en zuidzijde aan bouwwerken die bij hetzelfde oorspronkelijke eeuwenoude complex hoorden.

Leiden