Deel dit bericht!  

Op stap met de Voorschotense 'Geus van Duivenvoorde'

Geschiedenis saai? Niet als sprookspreker of verhalenverteller Erik Maassen aan het woord is. Tijdens speciale interactieve fietstochten vertelt hij het verhaal over Voorschoten en haar inwoners tijdens het beleg en ontzet van Leiden. Wie is Gerrit Claeszn of Neelgen? Waar komt de naam Wijngaarden vandaan, Ter Lips of Boshuizen? Wie is De Geus van Duivenvoorde? Alle verhalen zijn gebaseerd op bestaande mensen. De redactie mocht mee met de try out van de tocht die in de twee laatste weekenden van september wordt gehouden.

De voormalige geschiedenisleraar, en fractievoorzitter van de SP Voorschoten, is al twaalf jaar sprookjesspreker en doet aan Middeleeuwse re-enactment. Onlangs startte hij TheaterTochten. Het bedrijf organiseert interactieve wandel- en fietstochten gecombineerd met geschiedenis. Voorschoten heeft de primeur.

Centraal staat Arent van Duivenvoorde. Jawel, die van het Kasteel. In de volksmond werd hij nog jarenlang ‘De Geus van Duivenvoorde’ genoemd. Hij maakte deel uit van de groep edelen die in Brussel een smeekbede aan Margaretha van Parma overbracht om de ketterijvervolging te staken. Als Margaratha vraagt wie zij zijn, antwoordt haar adviseur Karel van Berlaymont: “Ils sont de gueux”, of wel: het zijn bedelaars. De edelen zijn woest, maar nemen wel de naam gueux over en de geus is geboren. Dan komt de Beeldenstorm. De Spanjaarden zijn woedend op de geuzen en Arent moet vluchten.

Erik, in roodfluwelen wambuis, weet de toehoorders van het begin tot het eind te boeien. Op een makkelijke en begrijpelijke manier legt hij de politieke situatie van de 16e eeuw uit en  ook waarom Leiden belegerd werd. De tocht begint bij Theehuis Jansland, de boerderij bij voormalig Kasteel Roosenhorst. In die tijd bestaat het Ambacht Voorschoten uit het centrum, de dorpen Rijndijk, Wadding, Hofland en Veur (Leidschendam).

Een groot deel is verwoest door de Leidenaren die het beleg zagen aankomen en voorzorgsmaatregelen namen. Twee uur lopen vanaf de stadsgrens moesten alle gebouwen verdwijnen, zodat de Leidenaren een vrij uitzicht hadden. Als de dorpelingen het zelf niet deden, kwamen zij het doen. En zo geschiedde. Bovendien hadden de Spaanse soldaten al flink huisgehouden en waren ook de Geuzen niet zonder zonden.

Er kunnen twintig deelnemers per tocht mee. Een deel van hen krijgt een eigen rol. Bijvoorbeeld die van Gerrit Claeszn, van de herberg De vergulde Hoorn op de Voorstraat (op de hoek met het Ambachtspad). Hij is ook nog eens Schout en dat maakt het niet makkelijk. Of Neelgen Lourisdochter. De boerin is eigenaresse van heel wat koeien die door die vermaledijde Spanjolen worden gemolken. Ze wil schadevergoeding.

Ook Arent en zijn oom Adriaan van Duivenvoorde worden uitgebeeld. De tocht gaat via het centrum naar park Adegeest, het originele park rondom Kasteel Oud Adegeest dat vernield werd. In 1581 wordt de ruïne verkocht aan de familie Van Leeuwen die er een buitenplaats bouwde met de boerderij ‘Onder de Ackerboom’. De boerderij staat er nog steeds.

Als Arent terugkomt in Voorschoten is hij niet blij met de herbouw van de kerk. Die is kleiner dan de oude kerk en daardoor valt het familiegraf buiten de kerkmuren. Nog steeds ligt er een grote steen op het kerkhof met daarop de naam Duivenvoorde. Het is de ingang van de grafkelder waar Arent ligt.

Het zijn maar een paar van de verhalen tijdens de anderhalf uur durende fietstocht. En wie de antwoorden wil weten, kan kaarten kopen via theatertochten.nl of de QR-code scannen.