D66 Leiden evalueert raadswerk

Zo halverwege de huidige raadsperiode die in maart 2002 begon, heeft de Leidse D66-fractie de eigen resultaten van de eerste twee jaar op een rij gezet. “Niet alleen om intern te kijken hoe we het doen, maar juist ook als tussentijdse verantwoording naar buiten toe”, aldus fractievoorzitter Paul van Meenen die hoopt dat ook andere partijen het D66-voorbeeld volgen.”Ik weet van sommige andere fracties dat ze wel intern evalueren. Dat is natuurlijk ook belangrijk, maar je moet het ook laten zien. “Als anderen ook evalueren, kan je mooi vergelijken. Nu zie je steeds incidenteel speerpunten per partij”.

 

Van Meenen toont zich over het algemeen tevreden met de resultaten die zijn partij tot nu toe heeft geboekt: “Ik heb wel drie kantjes vol!” Als spraakmakende voorbeelden noemt hij de langere openstelling van de Leidse terrassen, het redden van de Leidse Rechtswinkel en het feit dat Leiden een burgemeester heeft kunnen kiezen.

Wel heeft hij nog minstens zoveel punten op zijn verlanglijstje staan die nog niet goed geregeld zijn. “Studentenhuisvesting blijft een heel zorgelijk punt. Daarin valt nog veel te verbeteren. Er wordt al jaren over gesproken, maar er gebeurt veel te weinig. Inmiddels staan de maquettes op instorten”. Ook de steeds verder toenemende regionale samenwerking is een speerpunt. “Erg belangrijk, maar we moeten goed opletten dat we het democratisch karakter bewaren”. Bij veel regionale zaken is sprake van een ‘doorgedelegeerde’ democratie, waarbij bijvoorbeeld maar één wethouder per gemeente is afgevaardigd met een soms vergaand mandaat.

Ook op het gebied van verkeer en vervoer heeft Van Meenen nog wel wat te wensen. Veel aandacht voor de N11-West bijvoorbeeld. En die RijnGouweLijn? “Die komt er wel. Ik hoor daar veel positieve berichten over”.

Leiden