Lakenhal brengt De Buskruitramp in beeld

Van 12 januari tot en met 15 april brengt Stedelijk Museum De Lakenhal De Buskruitramp van 200 jaar geleden weer terug in de herinnering. Op 12 januari 1807 verdween met één grote klap een groot stuk uit het hart van Leiden. De ontploffing van het schip met 369 vaten buskruit aan boord had tot gevolg dat meer dan 160 mensen de dood vonden, circa 2000 personen gewond raakten en vele huizen in ruïnes veranderden. De verwoesting en ontreddering na de kruitramp van 1807 laten zich vergelijken met de ravage en verbijstering na de vuurwerkramp van Enschede. Op de tentoonstelling brengen overgebleven brokstukken van het schip, verhalen van ooggetuigen en talloze prenten en tekeningen het drama in beeld.

De ramp van 1807 wordt op verschillende manieren in herinnering geroepen, waarbij de tentoonstelling in De Lakenhal de start van dit herdenkingsjaar vormt. Verschillende memorabilia uit de museumcollectie brengen in beeld hoe onvoorstelbaar de ravage was. Ook de hulpverlening direct na de catastrofe en het bezoek van Koning Lodewijk Napoleon dat op prenten, unieke tekeningen en schilderijen is vastgelegd, vormen onderwerp van de tentoonstelling.

De exacte toedracht van de ramp met het kruitschip is nog steeds onduidelijk. Dat de eigenaar bij de ramp zou zijn omgekomen is altijd als vaststaand feit beschouwd. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat de schipper op het moment van de fatale klap thuis zat, in zijn herberg in Delft.

Leiden buskruitramp