Politie neemt zedenzaken serieus

Vanmorgen heeft Yet van Mastrigt, teamchef Sociale Jeugd- en Zedenpolitie van Politie Hollands Midden, op Radio 1 gereageerd op uitspraken van de Tweede Kamer over onderzoeken naar zedenzaken. De Tweede Kamer wil de politie verplichten altijd onderzoek te doen naar een melding van zedenzaken en vindt dat er geen onderscheid mag worden gemaakt tussen een melding en een aangifte. Van Mastrigt vertelde, mede namens het landelijke expertteam, dat als er een melding wordt gemaakt van een zedendelict er door de politie direct informatie wordt verzameld, terwijl de betrokkene nadenkt over het wel of niet doen van aangifte.

Aanleiding zijn de uitlatingen van de familie van Henk van D. die verdacht wordt van verkrachting en moord. De veronderstelling van de familie is dat de politie meldingen van zedendelicten niet serieus neemt. Van Mastrigt: “Een melding of aangifte is elke keer maatwerk. De politie moet zorgvuldig te werk gaan, afwegingen maken en voorzichtig zijn bij het bestempelen van een persoon als verdachte”. Er wordt volgens Mastrigt geen nader onderzoek ingesteld als er geen gevaar voor personen is. In dat geval wordt er pas na een aangifte een onderzoek ingesteld. Het verhoren van een eventuele verdachte, het opnemen van getuigenverklaringen gebeurt pas wanneer er een aangifte ligt, aldus van Mastrigt, die verder aangaf wel begrip te hebben voor de uitspraken van de politici.