Ontvoerder krijgt 44.000 euro van Heineken mee

Een door Heineken wegens ontvoering ontslagen medewerker mag 44.000 euro ontslagvergoeding in eigen zak houden. Dat heeft de Leidse kantonrechter twee weken geleden geoordeeld. Zo meldt het AD. De voormalige persoonsbeveiliger werd vorig jaar augustus beschuldigd van betrokkenheid bij ontvoering. Daarop eiste Heineken volledige openheid en inzage in het strafdossier. De medewerker weigerde, waarop de bierbrouwer de rechter omontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht. De Leidse kantonrechter stemde toe, maar gaf de man in december vorig jaar wel 44.000 euro ontslagvergoeding. Dat geld eiste Heineken terug nadat de ex-werknemer afgelopen april tot gevangenisstraf werd veroordeeld voor de kidnap. Volgens de Zoeterwoudse brouwer pleegde de werknemer bedrog door in de ontbindingsprocedure te beweren niets met de zaak van doen te hebben. Bij een eerlijk antwoord had Heineken geen of een veel lagere vergoeding hoeven te betalen.

De Leidse kantonrechter ging daar niet in mee en weigerde eerder deze maand om de zaak te herzien. De brouwer baseerde het ontbindingsverzoek op verstoring van de arbeidsrelatie, niet op mogelijke betrokkenheid bij een misdrijf. Een herzieningsverzoek kan niet worden gebruikt om de kantonrechter zijn beslissing te laten heroverwegen. In een reactie bevestigt Heineken tegenover de krant bekend te zijn met de uitspraak, maar de brouwerij wil verder niet op de zaak ingaan.

De zaak ligt extra gevoelig omdat de in 2002 overleden oud-Heineken topman Freddy Heineken in 1983 zelf slachtoffer werd van ontvoering. Samen met zijn chauffeur Ab Doderer zat hij drie weken vast in een loods in het westelijke havengebied van Amsterdam. Hoofddaders bleken Cor van Hout en Willem Holleeder. Beiden werden in 1987 tot 11 jaar cel veroordeeld. Het losgeld van 35 miljoen gulden is maar gedeeltelijk teruggevonden.

Volgens Mariska Aantjes, arbeidsrechtadvocaat en expert voor AD Geld & Recht, had Heineken de rechter beter kunnen verzoeken de ontbindingsvergoeding aan vrijspraak in de strafzaak te koppelen. Dan hoefde de brouwer geen vergoeding te betalen als de werknemer later werd veroordeeld voor de ontvoering. Aantjes noemt de uitspraak een les voor juristen: “Het betekent dat je heel goed moet nadenken op welke gronden je ontbinding verzoekt wanneer er sprake is van verdenking van een misdrijf en de werknemer nog niet is veroordeeld.”