Dries van Agt: "Premier zijn vond ik niks"

Cabaretesk. Dat was in een woord samengevat het politiek café dat D66 Leiden en het CDA Leiden afgelopen avond organiseerden in Koetshuis de Burcht. Met dank aan stand-up comedian Dries van Agt. De oud-premier reeg anekdote aan anekdote en deed de zaal keer op keer in bulderend gelach uitbarsten. Serieus werd het tegen het einde ook nog even toen hem door een Leidse ‘vervangend gijzelaar’ van de treinkaping in Weister gevraagd werd om het kabinet op te roepen een excuus aan de Molukse oud-KNIL militairen te maken die in de jaren 50 in Nederland aan hun lot werden overgelaten. Ook na een vraag over het geschil tussen Israel en Palestina verdwenen de grappen bij Van Agt om plaats te maken voor een enorm gevoel van onrechtvaardigheid, gevolgd door een oproep aan zijn eigen partij om de Palestijnse zaak serieus te nemen.

Van Agt begon zijn optreden met een hele serie verhalen uit de jaren 70. De tijd dat hij achtereenvolgens Minister van Justitie en Minister-President was. “Die eerste baan, dat was de allerheerlijkste tijd van mijn leven. Ik ben jurist in hart en nieren. Maar premier dat vond ik niks. Dat was een ‘moetje’. Ik heb het alleen gedaan omdat ik na de formatie een schop onder de kont kreeg van Hans Wiegel. Die dreigde anders te gaan vertellen dat ik niet durfde”.

Eerder ging dat ook al zo bij Van Agt. Toen hij gevraagd werd om minister te worden in het kabinet van Joop dan Uyl. “Tegen m’n meisje thuis zei ik dat ik het niet kon en dat was ze met me eens. Maar ze zei ook ‘doe het maar’, want het is toch maar voor een half jaar. Dan sturen ze je wel weg. Kan je toch mooi tegen je kleinkinderen zeggen dat je minister bent geweest.”

Van Agt was niet bij iedereen geliefd in de tijd dat hij in het kabinet zat. “Het was verheerlijking of verguizing. Er zat niks tussen. Den Uyl had ook de pest aan mijn manier van optreden. Die vond me ontregelend, belemmerend en complicerend. Terwijl hij eerst blij was dat hij me kon krijgen. Hij vond me progressief. Maar ik schoot ook echt tekort in het behoedzaam zijn bij het kiezen van mijn bewoordingen. Niet zoals die andere politici die ook naar de toekomst keken. Ik dacht, ik word toch snel weggestuurd.”

Op de vraag wie in de huidige politiek op hem lijkt, noemt hij D66-fractievoorzitter Alexander Pechtold. “Die heeft lef. Hij spreekt klare taal en zegt waar het op staat.” Dat doet Van Agt zelf trouwens ook: “Het kabinet van VVD en CDA met de gedoogsteun van de PVV had nooit gevormd mogen worden. Het is larie dat het niet anders kon. Wegwezen met dit kabinet”.

Of het Leidse model, dat inmiddels ook in de provincie Zuid-Holland is overgenomen, ook landelijk kans van slagen heeft? Zo’n coalitie van VVD, CDA, D66 en SP? Volgens Van Agt is dat kansloos: “De SP kan nooit in een rechtsachtig kabinet. Waarom niet gewoon met de PvdA? Die partij is niet melaats. Zelfs niet met Samsom, ook al had ik liever gehad dat Cohen was gebleven. De SP is niet nodig, je moet het niet te moeilijk maken”.

Tijdens de borrel na afloop nam Van Agt nog even de tijd om zijn biografie te signeren. Die is geschreven door het Leidse D66-raadslid Peter Bootsma. Iedereen die nog niet genoeg heeft van de verhalen van en over Van Agt kan terecht bij de betere boekhandel.

Leiden


Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden

E-mail
redactie@sleutelstad.nl

Telefoon Redactie
071 - 5235907

Privacy Policy

×