13.000 Euro compensatie voor Rederij Rembrandt

Het afkopen van de bezwaren van Rederij Rembrandt tegen de ijsbaan op de Nieuwe Rijn kost de Leidse belastingbetaler 13.000 euro. Volgens een woordvoerder van de gemeente is dat ter dekking van de advocaat- en proceskosten, omzetbelasting en inkomstenderving. Daarnaast krijgt de reder een eigen aanlegponton naast de ijsbaan, ter hoogte van de Burchtsteeg en is afgesproken om in januari ‘in alle rust’ verder te praten over toekomstige afsluitingen van de Nieuwe Rijn. De gemeente Leiden maakte die informatie vanmiddag bekend, nadat Sleutelstad afgelopen vrijdag een WOB-verzoek had ingediend om de afspraken boven tafel te krijgen. De gemeente weigerde die informatie toen namelijk te verstrekken. Achteraf blijkt dat de persafdeling van de gemeente die informatie vrijdag al wel gewoon aan het Leidsch Dagblad heeft gegeven. Kennelijk gelden er voor de verschillende media andere normen op het stadhuis.

Rederij Rembrandt ontkende vrijdag overigens in alle toonaarden dat er sprake zou zijn van financiële compensatie en dreigde zelfs met aangifte wegens opruiing tegen Sleutelstad als we dat bericht niet zouden intrekken.

D66 heeft vandaag schriftelijke vragen gesteld over de hele kwestie rond de ijsbaan. Raadslid Aad van der Luit wil ondermeer van wethouder De Haan weten waarom Rederij Rembrandt een rechtzaak aanspande, terwijl de wethouder eerder aan de Leidse raad vertelde dat de afspraken over het aantal afsluitingen per jaar van de Nieuwe Rijn zijn gemaakt in samenspraak met de rederijen in Leiden. Ook wil hij weten of en zo ja hoeveel de gemeente aan Rembrandt heeft betaald. Van der Luit is bang dat dat een precedentwerking zal hebben en dat nu ook andere rederijen om schadevergoeding zullen gaan vragen.

Verder wil D66 weten of ook andere ondernemers voortaan recht hebben op schadevergoeding. Bijvoorbeeld bij werkzaamheden waardoor een bedrijf tijdelijk slechter bereikbaar is. Tenslotte wil Van der Luit weten waarom Rederij Rembrandt zichzelf zoveel rechten toebedicht: “Bent u het met ondergetekende eens dat het vreemd is dat een ondernemer die kosteloos gebruik maakt van de Leidse wateren en die op geen enkele wijze bijdraagt in de kosten van het onderhoud van bijvoorbeeld de walkanten – maar wel een commercieel bedrijf voert – zichzelf zoveel rechten toedicht.”