Wie zijn die vluchtelingen in Leiden en Voorschoten eigenlijk? Een gesprek met Vluchtelingenwerk.

Vluchteling in Leiden

Ze stapten op een ietwat schemerige parkeerplaats uit een bus. In een volslagen vreemde stad, in een volslagen vreemd land, met mensen die een andere taal spreken, en met niet meer bij zich dan ze aan hadden en konden dragen in een plastic tasje. Een wildvreemde man gaf iedereen een hand en leek ze welkom te heten. De hal waar ze waren aangekomen, bleek hun onderkomen voor de komende 144 uur. Een sporthal in Leiden. De man was de Leidse burgemeester Lenferink, die net aan op tijd arriveerde na zijn persconferentie over de noodopvang van vluchtelingen.

een burgemeesterswelkom
Bert Slager van Vluchtelingenwerk was er die avond bij. “Die handdruk van de burgemeester gaf een echt welkomstgevoel. Hij drukte ieders hand. Ik denk dat niemand wist wie hij was, maar dat gebaar….”. Vluchtelingenwerk is sindsdien iedere dag actief geweest op beide locaties – ook in Voorschoten arriveren op dat moment 120 mensen – om informatie te geven over de procedure. In een gesprek met hem krijgen we een beetje indruk van de wereld waarin de vluchtelingen leven.

eindelijk!
Wat overheerste die avond waren opluchting en blijdschap; een paar dagen rust in het vooruitzicht. Want móe was iedereen. De sfeer die Slager schetst is er een die veel mensen kennen die na een lange reis ergens aankomen. Eerst de overnachtingsplek verkennen, wat eten en drinken, dat ‘eindelijk!’gevoel en dan slapen. In de Drie Oktoberhal hing een gemoedelijke sfeer en werden er zelfs af en toe grapjes gemaakt. Opluchting.

slapen in de kou
De dag erna bleek slapen in de sporthal lastig te zijn geweest. Er was dan wel een deken, maar in de koude sporthal trok ook kou vanaf de vloer naar boven. Daardoor, en door de emoties, hebben veel mensen slecht geslapen. Uiteindelijk vélt de vermoeidheid de meesten. In Voorschoten, waar meer families zijn terecht gekomen dan in Leiden, houden heel jonge kinderen huilend de hal wakker. Alhoewel er met schermen een aparte ruimte is gemaakt voor vrouwen en kinderen, is een hal verre van ideaal. Mensen slapen met kleren aan: “zeker vrouwen die zich toch ongemakkelijk voelen in zo’n hal”.

wachten
Hun toekomst is ongewis en dat zal op korte termijn niet verbeteren. Vluchtelingenwerk meldt je dat de kans groot is dat je pas over vier maanden een eerste interview krijgt; het begin van de procedure. In die vier maanden dreig je om de zes dagen te moeten verkassen en ben je een barcode-nummer op een polsbandje. “Voor een moeder en dochter was dat hard om te horen. Vader en zoon zouden hen achterna reizen, omdat de zoon een vluchtreis niet aankon. Die is bijna dienstplichtig en dreigt of voor Assad of voor IS te moeten vechten. Onvrijwillig. Nu kan die hereniging zo meer dan een jaar op zich laten wachten. Dat je dan huilt…”. Dat is iets wat Slager vaker hoorde: de aanwezigheid van jonge mannen onder de vluchtelingen wordt deels verklaard uit die dienstplicht in een leger of strijdgroep waarvoor zij zelf niet kiezen.

mobiele telefoons
Over de vluchtelingen bestaan veel vooroordelen. Syrië is een modern land in de zin dat modieuze kleding en mobiele telefoons daar net zo in het straatbeeld hoorden als hier. Dat vluchtelingen een mobiel bij zich hebben, is dan ook vanzelfsprekend. Net als hier zijn die inmiddels de levenslijn met familie en vrienden. En die kleding: dat zijn dus ook wel álle kleren, alleen die die men aanheeft.

Vergeten? Deden we dat maar
Enigszins bevreemdend is dat de groepen niet zo homogeen zijn als gedacht. Het COA zou bijvoorbeeld gezinnen bij voorkeur niet in noodopvangplaatsen willen onderbrengen, maar doet het toch. Datzelfde geldt voor zieken en gewonden. In Leiden/Voorschoten zijn toch zieke baby’s aangetroffen, maar ook ernstig getraumatiseerden waar apathie overheerst. Alhoewel de grootste groep Syriërs zijn, zijn er ook asielzoekers aangetroffen uit andere gebieden en die via heel andere wegen – Schiphol – in Nederland kwamen. Omdat het nog vier maanden kan duren voordat men z’n verhaal kan doen in twee zeer gedetailleerde ondervragingen, raadt Vluchtelingenwerk de reisroute in detail op te schrijven voordat dat wordt vergeten. “Eén van hen zei toen: ‘Opschrijven? Wij vergeten het nooit, al dat verschrikkelijks wat we zagen en meemaakten. Vergaten we dat maar'”, zegt Slager.

geen rooie cent
Je bent geneigd snel te oordelen op basis van wat je ziet. Maar de spelende kinderen spelen met speelgoed dat er alleen maar is omdat Leidenaars of Voorschotenaren dat brachten. De kleding die men heeft, is geschonken, zijn afdankertjes. Totdat ze bij het COA zijn geregistreerd, krijgt niemand een cent. Onderdak, deken en eten: dat is het. En, inderdaad, voor rokers is dat een probleem “er wordt veel gebietst van hulpverleners”.

opleiding
Zijn het allemaal goed opgeleide mensen? Je zou het denken als mensen Engels spreken en vragen naar de wifi-code. Landelijk is bekend dat zo’n 40% van de Syrische vluchtelingen hoger is opgeleid. Dat is echter ook de groep die het makkelijkst communiceert en in beeld komt. Vluchtelingenwerk signaleert dat er echter ook een grote groep is die uitsluitend Arabisch spreekt. Ook op dat punt blijkt de groep vluchtelingen gevarieerder dan sommigen ons willen doen geloven.

op zoek naar een normaal leven
Over een paar dagen verlaten deze mensen Leiden weer. Hun bed is dan zes dagen lang hun eigen domein geweest: niet groter, niet kleiner. Van de omgeving hebben ze niet veel gezien; met uitzondering van de mensen die met vrijwilligers in de stad zijn geweest. Wáár ze naartoe gaan, is anderhalve dag voor vertrek onbekend. De reis naar de veiligheid is gelukt. Die naar de rust en normaal leven nog niet.

Leiden Nieuws Politiek Regio Reportage Voorschoten Vluchtelingen


Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden

E-mail
redactie@sleutelstad.nl

Telefoon Redactie
071 - 5235907

Privacy Policy

×