PS|Theater maakte met De Bubbel een fascinerende voorstelling, die wel opzadelt met de vraag wat een bubbel is en welke bubbel de jouwe is. (Foto's: Emile van Aelst)

Wiens bubbel zie je in De Bubbel?

Een goede voorstelling biedt vermaak en zet aan tot herkauwen. Zo bekeken is De Bubbel van PS|Theater een goede voorstelling. Er valt veel te zien, er is mooi toneelbeeld, er valt te lachen, de muziek is onopvallend erg goed. En er zitten zat momenten in om nog ’s over door te praten: de “grappige mevrouw op de brommer”, “die jongen die die corpsbal en Samir speelde; knap, hoor”. De Bubbel is zeker de moeite van het proberen waard, zij het dat het kort dag is. Zondag 26 november is de voorstelling voor de laatste keer op de Leidse Lammermarkt te zien.

Artistiek leiden Pepijn Smit van PS|Theater vertelt aan Chris de Waard waar De Bubbel voor hem voor staat.

Karikatuur
Af en toe scheert de voorstelling dicht langs het karikaturale. Dan blijkt hoe lastig theatermaken is. ’s Middags hebben we in de Lage Mors ruim een uur over (de totstandkoming van) de voorstelling gesproken met Eva Mathijssen, één van de acteurs. “Het publiek leest wat zij zien”, zegt ze. De acteurs hebben echter een heel proces van vinden, wikken en wegen, en schrappen achter de rug. Karakters zijn voor hen veel vollediger. Bepalen, (mee)voelen wat een onbevangen toeschouwer ervaart, maakt het verschil tussen goed en slecht.

Vervreemding
“We hebben nu onze maakvorm gevonden”, vertelt Mathijssen, “er is veel materiaal verzameld, er is veel geïmproviseerd op de vloer, de volgorde is eindeloos veranderd, en op de laatste dag is er nog nieuwe tekst gemaakt. Een echt Gesamtkunstwerk'”. En er is, bewust, een enorme afstand met het publiek gecreëerd. Dat zit met koptelefoons op in een verwarmde ruimte te kijken naar de actie buiten, in weer en wind. “En we hébben af en toe hagelbuien gehad”, zegt Mathijssen. Het is de letterlijke invulling van een bubbel, waarin de afstand tussen binnen en buiten vervreemdend werkt. Ook voor de spelers is dat spannend “we hebben maar af en toe een idee hoe het publiek reageert. Dat is lastig. We hebben wel elkaar en de soundscape in ear“. Buiten, boven de wind en de stadsgeluiden uit, hoor je eigenlijk alleen de collectieve lach. Gekuch, geschuif, de aandacht: de spelers ontberen het.

Afstand
De Bubbel werkt heel bewust met een sterke ‘vierde wand’, die tussen speler en toeschouwer. Het maakt ook dat theaterwetten plots minder belangrijk (lijken te) zijn dan filmische. “Er is een scene waarin we het hele speelvlak overspannen met een dialoog. Alle stapjes die wij vooraf bedachten, zijn er uit gehaald. Die werkten op het plein niet”. Het maakt De Bubbel bijzonder, zonder dat je het direct doorhebt. Doordat het geluid permanent op dezelfde sterkte en verstaanbaarheid door je koptelefooon komt, is het ondoenlijk snel te bepalen waar de spreker is. Geregeld is het zoeken geblazen; en geregeld zie je dan dingen die aan je aandacht ontsnapten.

Interpreteren
Mathijssen wijst op nog iets. Wij allemaal interpreteren (het gedrag van) de ander; in de eerste periode op basis van (voor)oordelen en eerdere ervaringen. Als we elkaar leren kennen, vullen we in en kunnen oordelen worden bijgesteld. Maar, vertelt ze “het is interessant om te zien hoe mensen ook dingen zien die wij helemaal niet in de voorstelling stopten”. De zwangere vrouw, de actievoerster en de voorbij rennende bruid: daaraan worden niet-bedoelde verhaallijnen gekoppeld. Dat is de voorstelling: dat wat in je eigen hoofd, je fantasie gebeurt met het materiaal dat je wordt voorgeschoteld.

Plein
Er zijn meer spelers. Het plein zelf bijvoorbeeld waarover de ‘stedenbouwkundig ontwerpster’ zegt in de voorstelling “een plein is er om te zien en om gezien te worden”, een sociaal knooppunt. In die optiek is een plein een decor. Af en toe staan er ook mensen mee te kijken “die krijgen dan van Chucky ook een koptelefoon om even mee te luisteren. En er is een mevrouw die in bus 6 zat, dit zag en toen dacht: ‘daar moet ik heen'”.

Caleidoscoop
De Bubbel is ook een voorstelling die iets caleidoscopisch heeft, waardoor we niet allemaal hetzelfde meemaakten. De bubbels zijn net zo goed in het publiek als op het plein terug te vinden; al is het maar in de lach om bepaald gedrag of meningen. Of het nu wel of niet precies een bubbel is, dondert niet. Het is een hóuding; je bewust zijn dat we ons vaak omringen met gelijkgestemden, maar dat dat níet betekent dat de rest oninteressant is. Dat maakt een lach (achteraf) soms tot een ongemakkelijke lach, een impliciet veroordelende.

Cultuur Interview Reportage


Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden

E-mail
redactie@sleutelstad.nl

Telefoon Redactie
071 - 5235907

Privacy Policy

×