Robots kwamen slechts zeer terzijde voorbij tijdens het (avond)congres AI Tech Event. Wel waren tegen de 350 mensen gekomen om te vernemen wat de stand van zaken is van kunstmatige intelligentie (AI) in de zorg, georganiseerd door Jong LUMC. Voor velen heeft AI iets weg van de Doos van Pandora, een kracht die zich, eenmaal losgelaten, niet laat beheersen. Zo’n beeld vráágt om doembeelden. Toch is de teneur van de sprekers een andere. Kunstmatige intelligentie als hulpmiddel voor de mens.
Ongelijkheid
Technologische ontwikkeling is een spannende wereld. Niet alleen omdat we vooraf niet goed weten waarheen de ontwikkelingen ons precies zullen leiden, maar vooral ook omdat technologie door mensen zelf is gemaakt. Ethica Martine de Vries maakte met name dat punt helder: in technologie is een normatief aspect ‘verborgen’. Niet dat het als zodanig wordt geprogrammeerd. Het is veel implicieter. En dan heb je het nog niet eens over de besluiten over inzet van technologie, die op hun beurt ook weer zo’n normatieve dimensie kennen. Haar waarschuwing was glashelder: technologie, algoritmen vergroten verschillen.
Kennis
De geschetste neiging van computerprogramma’s en -algoritmes om te werken met statistische verbanden leidt er ertoe dat vaak wordt gewerkt met gemiddelden, het ‘normale’. AI kan echter worden getraind, kan leren. Dat kan begeleid – een mens beoordeelt achteraf de juistheid van een beslissing en het algoritme leert een volgende keer weer iets juister te beslissen – en het kan zelflerend. Dat leidt tot de beruchte black box, waaruit wel een beslissing rolt maar geen uitleg van de weg daarnaartoe.
Intelligentie
Precies daar zit ‘m de kneep voor bijvoorbeeld artsen. Zij zijn en blijven de aansprakelijken zullen hun handelen dus moeten kunnen verantwoorden. Vandaar de interesse van bijvoorbeeld hoogleraar Aske Plaat voor “explainable AI”. Hij benadrukt dat de term ‘intelligentie’ bij mensen en computers iets volslagen anders is. De laatste ontbeert ten enen male bijvoorbeeld emotie, wil en bewustzijn “mijn kat heeft meer zelfbewustzijn dan een computer”. Dat lijkt geruststellend: computers ondersteunen, zijn goed in simpele taken “het herkennen van zaken. Dat is AI”, maar slecht in complexe. Het lijkt een semantisch, taalkundig detail: ze zíjn niet intelligent, maar ze “vertonen wel intelligent gedrág”.
Ondersteunend
Computers en AI blijken naar de mening van de deskundigen deze avond vooral geschikt als beslissingsondersteuners. Innovatiespecialist bij het LUMC Simone Cammel ziet dan ook geen directe reden om aan de slag te gaan met de ontwikkeling van nieuwe hardware of nieuwe software. “Aan de slag met wat we al beschikbaar hebben (aan data)”. Zij steekt vooral in op het oplossen van huidige problemen voor artsen en patiënten, bijvoorbeeld door de anamnese-gesprekken te ‘automatiseren’. Eenvoudiger gezegd dan gedaan, maar wel zoveel winst opleverend dat de aandacht ook daadwerkelijk meer kan uitgaan naar de patiënt en het gesprek. Text to speechsoftware ’tikt’ de teskt uit, en AI haalt er de relevante informatie uit.
Snelheid
Het sluit allemaal mooi aan bij dat wat Rolesh Jankie van Google vertelde over de ontwikkeling bij Google Cloud over de ontwikkelingen daar. Het aardige is dat Google een aantal van die diensten deels beschikbaar stelt aan internetgebruikers om eraan te snuffelen (optie: try the API). Zijn verhaal ondersteunt het verschil mens- machine: het zijn de enorme hoeveelheden data – “in 2025 163 zetabytes” – en rekenkracht – “dé gamechanger” – die deze ontwikkelingen mogelijk maakten. Jammer genoeg blijft onduidelijk wat wij individuen aan data ter beschikking hebben in onze hersenen. Het maakt verder niet zo veel uit voor de indrukwekkendheid waarmee momenteel kan worden gewerkt aan het herkennen en classificeren van beelden en ongestructureerde teksten. De arts kan dus ‘gewoon’ een verhaal uittikken en de computer haalt de relevante informatie eruit. Of de afwijkende delen van een scan worden door de computer er razendsnel uitgehaald en gepresenteerd voor besluitvorming.
Maakbaarheid
Dat AI steeds gewoner zal worden en dat we over een paar jaar mogelijk niet eens meer stilstaan bij de aanwezigheid ervan, is iets waar weinigen aan twijfelen. Zeker met voorgaande stellingen over bijvoorbeeld ongelijkheid roept het echter allemaal ook de vraag op wat we nu vertrouwen. Daar sloot de afsluitende presentatie van documentairemaker/fotograaf/arts Ruben Terlou over China mooi op aan. Daaruit bleek dat inzet en gebruik van AI inderdaad niet waardevrij is, maar samenhangt met normen en waarden in een samenleving. China is een samenleving waarin de groep, het collectief domineert en andere normen en waarden gelden dan hier. Hij stelt dat in China “het vertrouwen in de overheid enorm is, en groeiende”. De Communistische Partij echter ziet, stalinistisch, “artists as engineers of the soul”.
Toekomst
Maakbaarheid als centraal idee in de samenleving. Ethiek is daaraan ondergeschikt, privacy ook. Terlou pleit ervoor China niet te bezien met een westerse blik, maar vooral ook te pogen een oosterse blik te hanteren. Begrijpen wat daar gebeurt, is zinvoller dan veroordelen. Frappant zijn echter de laatste zinnen, in gesprek met de zaal, waaruit blijkt dat ook in China jongeren andere wensen en verwachtingen lijken te hebben dan voorgaande generaties; onder invloed van de in China razendsnelle opmars van mobiele apparaten “ze hebben daar meer (mogelijkheden, JvdS) op hun telefoon dan wij hier”. Dat worden dus interessante jaren met de vraag óf, wíe en wát de technologie zal disciplineren, of bevrijden.
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907