In de zomer van 2018 namen, na de verkiezingen, drie wethouders afscheid van het Leidse College van B&W. Nu, een aantal maanden later, is er afstand en kan hen de vraag worden gesteld hoe het wethouderschap hen heeft beïnvloed. (Foto's: Emile van Aelst)

Ex-wethouders zijn "geen vrienden, maar heel veel meer"

“Alleen als de andere twee ook komen”. Dat beloofde wat: drie ex-wethouders proberen te peilen over het effect van hun wethouderschap op henzelf. Hoe beïnvloedde die periode hen? En dan als eerste antwoord krijgen dat ze dat alleen willen doen als ze alle drie tegelijk geïnterviewd zouden worden. Vind dan maar eens een datum. Maar die vrees bleek geheel ongegrond alle drie wilden ze met alle liefde tijd vrijmaken om eens over die vraag te spreken. En dus passeerde onder het genot van een kop koffie in anderhalf uur een aantal aspecten van het wethouderschap de revue.

Voorbeeldfunctie
Ze lijken eensgezind, de ex-wethouders, als het over díe vraag gaat. Beïnvloedt het wethouderschap je? Welnee, klinkt het. Zeker Van Gelderen is pertinent, want zij kreeg van bekenden te horen: “Jij ben ook niet veranderd…”, met verbaasde blikken alsof dat wel had gemoeten. “Wat wel gebeurt”, zegt bijvoorbeeld Van Gelderen, “is dat je bevestiging vindt van wat je al vond”. En toch is het niet helemaal waar, zo blijkt gaandeweg het gesprek. Alle drie geven ze bijvoorbeeld aan ‘alert’ te zijn. “Je staat 24-7 aan”, zegt Laudy. Ook letten ze meer op wat ze zeggen en doen. En niet alleen in de publieke ruimte. “Je moet je wel rekenschap geven van je (voorbeeld)functie. Ik stond stil bij rode voetgangerslichten als de mensen om me heen ‘gewoon’ doorliepen”. Alert zijn blijkt iets te zijn dat permanent aanwezig is bij een wethouder en dus beïnvloedt de functie de mens. Strijk vertaalt dat als volgt: “Als ik de trein moest halen, haast had, en aangesproken werd, kon ik het niet maken zo maar door te lopen. Je voelt je toch verplicht minstens éven te luisteren”. En voor wethouders geldt dat er meer mensen zijn die ons kennen dan wij hen.

Pósitief
In het centrum van de aandacht staan, heeft ook gevolgen. Een paar weken eerder vertelde een zittende wethouder dat ook al naar aanleiding van de aankondiging van dit gesprek: “Sinds ik wethouder ben, word ik, ook door kennissen, aangesproken alsof ik van alles op de hoogte ben en op allerlei gebied invloed heb, ook buiten de stad.” Strijk blijkt ook zoiets te hebben meegemaakt: “Ik zat op een terras en het was markt. Er raakte een kind kwijt en iemand sprak me aan: ‘wat gaat u eraan doen?'” Verwachtingen en vooral oordelen zijn er zát over wethouders. Wie de reacties op diverse fora, tijdens bewonersbijeenkomsten, in ingezonden brieven, leest, moet zich wel afvragen hoe je je als mens voelt onder die – vaak – kritiek. “Ja, maar het is niet allemaal klagen, hoor”. Alle drie zijn ze tijdens hun wethouderschap geregeld aangesproken en die contacten waren vaak juist positief. “Ook omdat je direct met mensen praat”, zegt Laudy, die indertijd ook stedelijk beheer/vuilnis in zijn portefeuille had: “Ik vond die contacten zinvol”. Voor Van Gelderen, met de meer ‘sociale’ portefeuille, golden zulke een-op-een contacten juist als belangrijkst:  “Dat waren de ervaringen en verhalen waarmee ik kon werken”.

Adrenaline
“Het klinkt heel modieus. Bij jezelf blijven. Toch is het belangrijk, want het geeft houvast. En hetzelfde verhaal vertellen. Niet draaien of veranderen”, zegt Van Gelderen. Daarmee bedoelt ze dus niet stug vasthouden aan het eigen gelijk. Het gaat over duidelijkheid. “We zijn er om uit te leggen en om te luisteren”. “Oordelen”, zegt Strijk, “heb ik leren uitstellen. Je wordt genuanceerder in je oordeel. (…) Maar er zijn avonden geweest dat ik twee uur iets anders moest doen om de adrenaline uit m’n lijf te krijgen”. Waar ze het niet mee eens zijn, is het idee dat in de loop der jaren routineus optreden er in sluipt. “Je wordt wel handiger, ervarener (en zelfverzekerder, JvdS)”.

Transparant
Een priemende wijsvinger en een bits toegebeten ‘u heeft toch allang besloten’. Strijk en de andere twee hebben het meegemaakt. Het idee dat alles al is voorgekookt. “Dat ligt anders”, stellen ze. “De burger heeft wel degelijk invloed”. Wat echter wel aan de orde is, is dat aan besluiten ambtelijke stukken ten grondslag liggen. In die stukken komen vaak dezelfde argumenten en voorspellingen voor die burgers hanteren. Het is aan de bestuurder, de wethouder, op basis daarvan de knoop door te hakken. En juist dat is een weinig transparant proces, want hoe weeg je wat? Sommigen zullen zich ook helemaal nooit laten overtuigen. “Er zijn zelfs mensen die ergens niet aanwezig waren en dan kwaad zijn dat ze niet zijn gehoord”.

Communicatie
In zo’n situatie is communicatie belangrijk. En juist dat ervaren de ex-wethouders als moeilijk. Niet alleen vanwege de genoemde voorzichtigheid en ‘altijd aan’ stand, maar vooral ook omdat bestuurders vaak ‘secundair’ reageren. Inspraak, participatie, allemaal initiatieven om te horen hoe ideeën in de samenleving vallen. Van die bijeenkomsten – vaker negatief dan positief – wordt verslag gedaan in de media. Maar de bestuurders reageren pas later en geregeld met minder media-aandacht. Indien een gemeenteraad zich deels informeert uit de media kan dan een scheef beeld ontstaan. Duidelijkheid over ‘hoe waarom en wat’ wordt besloten, blijkt een punt van aandacht.

Chemie
Heel opvallend gedurende het gesprek is de sfeer. Geen seconde worden er vliegen afgevangen. Wel komt ieder aan het woord, wordt er geluisterd, gereageerd. “Natuurlijk zijn er discussies geweest”, maar het college heeft duidelijk een ‘betere stad, voor iedereen’ voor ogen gehad. Niet dat dat vanzelfsprekend is, want Strijk is D66, Van Gelderen SP en Laudy VVD. Maar er is chemie. Ontegenzeggelijk.

Niet afdwingbaar
Dat wordt ook beaamd. “We hebben mazzel gehad”. “Politiek is mensenwerk”. “Vertrouwen is cruciaal”. Dat is interessant. Want het betekent dat je een college wel kunt samenstellen op basis van verkiezingsresultaten, maar dat de kwaliteit van het gehéél van B&W daarna afhangt van hoe mensen elkaar liggen. Is de beroemde click er? In dit geval wel, zo menen ze alle drie. Dezelfde intentie – een betere stad, met wel verschillende nadrukken -, eenzelfde stijl van opereren, elkaar aanvullend. “We hadden een breed palet aan competenties in het College. En natuurlijk is dat in de loop van de jaren sterker geworden; zijn we elkaar beter leren kennen”. Dat is wetenswaardig: partijpolitiek, zeggen ze, is ondergeschikt aan dat ene doel, de stad beter maken. Laudy is er zelfs van overtuigd dat een partijpoliticus niets voor elkaar krijgt.

Herinnering
Zonder aarzelen omschrijven ze hun bestuursperiode als een positieve herinnering. Eigenlijk zijn ze nooit met weerzin naar het werk gegaan. Dat is niet zo vanzelfsprekend als je zou denken, als je in herinnering terughaalt dat er ook vooroordelen over het wethouderschap bestaan. Het toekomstperspectief voor een ex-bestuurder is niet per sé bijzonder rooskleurig. Dat er toch een positieve herinnering bestaat, heeft dan ook veel te maken met de reacties uit de stad én met de samenwerking in het college. Ook nu, een paar maanden nadat ze stopten, is er nog contact. Laudy’s woorden daarover moeten even bezinken, maar tekenen het hele verhaal mooi: “We zijn geen vrienden, maar wel veel meer”.

Advertentie

Interview Leiden Nieuws Politiek


Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden

E-mail
redactie@sleutelstad.nl

Telefoon Redactie
071 - 5235907

Privacy Policy

×