Vrijdag ondertekende voor Leiden wethouder Yvonne van Delft (GroenLinks) het Betonakkoord en sloopte een stuk dak en muur voor de realisatie van een nieuw plein in de Lammenschansdriehoek. De sloopmaterialen worden meer dan ooit herbruikt. (Foto's: Emile van Aelst)

Ook slopen gaat in Leiden circulair

Vrijdag 7 februari 2020 ondertekende wethouder Werk, Inkomen, Economie & Cultuur Yvonne van Delft (GroenLinks) namens de gemeente Leiden het Betonakkoord. Zoals dat gaat, was dat een symbolische daad. De wethouder en mevrouw Jacqueline Cramer (voorzitter van het Betonakkoord) zetten beiden een handtekening op een bord, waarna Van Delft met een sloopmachine een aantal flinke happen nam uit dak en achtergevel van Lammenschansweg 128. De indertijd daar gevestigde autodealer maakt nu plaats voor een plein in de Lammenschansdriehoek.

Eenvoudig
Dat Betonakkoord is een complex ding, terwijl de essentie eigenlijk heel simpel is: zorg ervoor dat je beton zoveel mogelijk hergebruikt door het bij sloop te splitsen in zijn samenstellende delen – zand, cement en grond – en probeer die herwonnen grondstoffen zoveel mogelijk te (her)gebruiken bij de productie van nieuw beton. Dat is dan circulair: met zo min mogelijk verlies hergebruiken en al in de ontwerpfase daarmee rekening houden. In een wereld waarin grondstoffen opraken een logische stap.

Complex
Wie vrijdag zijn oor te luisteren legde, ontdekte al snel dat het toch een stuk complexer is; omdát het een radicale verandering is. Werd voorheen gesloopt voor de vernietiging, in de fase daarna wordt steeds meer uitgefilterd. Herbruikbare bouwelementen – hout, sommige typen bakstenen – en waardevolle metalen als lood en koper zijn bekende sloopproducten. Dat hield ook in dat het sloopbeeld veranderde van een hijskraan met sloopkogel die door een gebouw rausde naar heel gedisciplineerd uit elkaar halen van gebouwen. Nu gaan we een stapje verder. De zoektocht is nu naar mogelijkheden om wat nu nog ‘rest’ is zodanig te bewerken dat het weer als grondstof kan dienen. Bakstenen wacht, verpulverd, nog het lot van een stabilisatielaag onder snelwegen, maar beton kan alweer een stap verder worden gebracht. Dat keert terug tot waaruit het ontstond: zand, cement en grind.

Kantelen
Probleem – en daarmee meteen ook dé uitdaging – is dat het hele productie- en bouwproces niet is ingericht op zo’n aanpak. Het sloopbedrijf kán wel beton herwinnen, maar dat is duurder. De betonfabrikant kán wel beton maken met herwonnen grondstoffen, maar wie gebruikt het? De opdrachtgever kan best heel idealistisch eisen stellen aan zijn nieuwbouw, maar moet dan wel weten dat het ook kán. Stel je voor dat je een bouwwerk hebt met elastieken verbindingen. Wil je dat in zijn geheel kantelen of omdraaien, dan zul je ál de verbindingen tegelijkertijd in de gaten moeten houden omdat het elastiek soms teveel oprekt en breekt. Iets vergelijkbaars doet zich in de circulaire bouw voor.

800
Marijn Sauer is de spin in het Leidse web van circulaire activiteiten. Maar, zo vertelt ze, ze is niet dé spin. Er zijn er meer. Nóg ongecoördineerd vinden er op meerdere plekken binnen de gemeentelijke overheid activiteiten plaats die circulair kunnen worden genoemd “ik stond eens op de lift te wachten. Raakte aan de praat met iemand die als extern consultant iets kwam vertellen over circulariteit. Dan ontdek je weer een initiatief”. Dat zijn de ínterne perikelen van een grote bewegende organisatie. Dat is niet alleen een wethouder, Van Delft, die een andere wethouder, Spijker (Duurzame Verstedelijking, Ruimte & Wonen), aan haar zijde moet zien te krijgen voor een onderneming als dit, maar ook zoiets als het antwoord op de vraag hoeveel projecten Sauer schat dat er zijn in Leiden rond dit thema. “Dat kunnen er best 800 zijn, groot, klein, heel klein. Het raakt aan zó veel onderwerpen”. Achthonderd!

Rollen
Haar verhaal maakt echter veel meer duidelijk. Bijvoorbeeld dat de opdrachtgevers een belangrijke rol spelen. Zíj formuleren een pakket aan randvoorwaarden en zij stellen budgetten vast. Die randvoorwaarden kunnen eisen bevatten als ‘een bepaald percentage van de gebruikte materialen moet herwonnen zijn’. Dat wordt dan iets waaraan de opdrachtnemers willen voldoen. Maar hoe doe je dat als dat herwonnen materiaal stomweg dúúrder is? Daarvoor bestaan verschillende verleidingsmechanismen, zo blijkt. Zo kan beton gestaffeld korting krijgen als het meer herbruikbaar materiaal bevat. Er wordt gebruik gemaakt van EMVI , Economisch Meest Voordelige Inschrijving. Kort gezegd komt die er op neer dat niet de laagste prijs, maar de beste combinatie prijs-kwaliteit bepalend is. De consequentie is dat duurdere offertes mét gebruik van herwonnen materialen het kunnen winnen van goedkopere zónder (mits herbruikbaarheid als eis was gesteld).

Waarde
Voor de sloper en de betonfabrikant is dat niet alles. De betonfabrikant kan zich alleen contractueel aan levering verbinden als hij zeker weet dat er voldoende aanvoer van herwonnen grondstoffen is. En hij zal moeten kunnen uitgaan van een zekere mate van standaardisatie, waardoor niet iedere keer ándere eisen worden gesteld. De sloper zal zijn investering – het splitsen zorgt voor extra kosten – moeten kunnen terug verdienen; dat kan doordat het herwonnen materiaal waardevoller wordt doordat het in de hele keten erna een hogere waarde krijgt. Op dat moment begint het proces te werken op basis van een nieuwe waarde van voorheen waardelozer sloopafval.

Uitputten
De effecten reiken echter verder. Misschien niet zo voor de hand liggend, maar als grondstoffen beter herwonnen en herbruikt kunnen worden, kan de wínning langzamer of minder. Jammer genoeg is ook duidelijk dat we inmiddels zoveel vraag naar grondstoffen hebben dat zelfs een maximale herwinning de vraag niet kan stillen. Grondstoffen uit en van de aarde halen, zal nodig blijven. Wel kan het worden vertraagd. Of, zoals de mensen van VSM Sloopwerken een ideale toekomst zagen waarin van steeds meer nu nog restproducten ook nieuwe grondstoffen worden gemaakt. Zij zien dat wel gebeuren.

Biodiversiteit
Minder of minder grote gaten in de grond die mergelgroeven heten, minder of minder diepe grind- en zandwinplassen, en dus ook meer omgeving en natuur die níet door de mens is uitgeput. Het zou mooi zijn als bijvoorbeeld gebouwen kunnen worden weggehaald zonder afval, als de biodiversiteit door deze aanpak in stand blijft of toeneemt. Dat kan ongetwijfeld niet overal. Maar het kán, denken de mensen die het Betonakkoord steunen.

Ambassadeur
Het nu dor Leiden ondertekende Betonakkoord is ook bijzonder omdat het zowel de producenten als de opdrachtgevers achter één doel verenigt. Aan de ondernemerskant kan worden vastgesteld zijn heel erg veel partijen al ondertekenaar. Aan de opdrachtgeverskant schiet het op, maar is Leiden gemeente nummer vijf en in de woorden van Cramer “één van de koplopers”. Dat is leuk, maar nog niet genoeg om massa te maken. Ook aan Leiden nu dus de opdracht te laten zien dat circulair bouwen realiteit kan zijn.


Kim van Niekerk in gesprek met ambassadeur Jacqueline Cramer en wethouder Yvonne van Delft over Betonakkoord Leiden.


Herman Swagers van VSM Sloopwerken over Betonakkoord Leiden en circulair slopen.

 

Advertentie

Economie Leiden Nieuws Reportage


Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden

E-mail
redactie@sleutelstad.nl

Telefoon Redactie
071 - 5235907

Privacy Policy

×