Recordaantal tellers tijdens Nationale Bijentelling

Een recordaantal tellers heeft het afgelopen weekeinde meegeholpen aan de derde editie van de Nationale Bijentelling. In totaal telden meer dan 10.000 deelnemers samen 131.545 bijen. Het Leidse Naturalis Biodiversity Center, dat betrokken is bij de telling, zoekt de oorzaak in het goede weer van de afgelopen dagen en de coronacrisis die er voor zorgt dat veel mensen thuis zitten.

Koos Biesmeijer is wetenschappelijk directeur van Naturalis maar is misschien wel bekender als ‘de bijenprofessor’. Biesmeijer is zeer te spreken over de resultaten van de bijentelling, vanuit alle hoeken van het land kwamen resultaten binnen. “Dat is precies wat je als onderzoeker wilt. Het geeft ons nieuw inzicht in bijvoorbeeld de verschillen tussen noord en zuid, of stad, dorp en platteland. Maar om hier echt iets over te kunnen zeggen, moeten we komende weken gerichter naar de gegevens kijken.”

De honingbij werd net als tijdens voorgaande edities het meest gespot. Dit jaar is de rosse metselbij een plekje gestegen, van de derde naar de tweede plaats. Deze soort profiteert onder andere van alle bijenhotels en bijenplanten die afgelopen jaren in de bebouwde omgeving zijn verschenen. Verder viel het op dat er naar verhouding minder hommels geteld werden. Vorig jaar was het aandeel hommels vermoedelijk hoger omdat de bijentelling in een koud weekeinde plaatsvond. Hommels kunnen namelijk door hun dikkere vacht beter tegen de kou.

Bijen bedreigd
De jaarlijkse bijentelling is belangrijk om  een vinger aan de pols te houden bij de 360 verschillende bijsoorten die Nederland telt. De helft van die soorten wordt namelijk bedreigd. Eén van de slachtoffers is de wilde bij. “We weten eigenlijk niet goed hoe ze het bijvoorbeeld doen in tuinen.” De bijentelling kan daar meer inzicht in verschaffen. De bedreiging is zorgelijk, de zespotige diertjes zijn namelijk een belangrijke schakel in de biodiversiteit en voedselvoorziening. Zo wordt 80 procent van onze eetbare gewassen bestoven door bijen en andere insecten.

Leiden Wetenschap