Stadsdichter schrijft woorden van troost voor Leidse ondernemers

Een hart onder de riem steken, woorden van troost en herkenning voor de Leidse ondernemers in tijden van corona van stadsdichter Marianne van Velzen. Hoe ziet de toekomst eruit in de anderhalvemetersamenleving? Hoe houdt je contact met je klanten en de moed erin. Op haar inspiratierondje hoorde Van Velzen een scala aan ervaringen. “Sommige ondernemers draaien heel goed, anderen zijn bang dat ze het niet gaan redden.”

Het gedicht ‘De lijm van de stad’. (Video: Kleef & Koop).

Twee vrouwen uit de Leidse TOP50 van vrouwen die in 2019 het verschil maakten in Leiden, ambassadeur van de lijst Kirsten Zitman en Hiske Faber, klopten bij de stadsdichter aan met de vraag of Van Velzen een gedicht wilde schrijven voor de Leidse ondernemers die zich nu in onzekere tijden staande moeten zien te houden. Een leuke opdracht, vindt Van Velzen, en één die goed past bij het metier van stadsdichter. “Je geeft als stadsdichter woorden aan wat er leeft in de stad. Dus in die zin past dit heel goed in mijn rol. Er is wel veel meer vraag naar merk ik. Er is behoefte aan woorden van troost. Mensen zeggen me ook: ‘dit had ik net even nodig’ of dit is ‘precies hoe het voelt’. En ook wel dit is de reden dat we een stadsdichter hebben. Ik ben er niet alleen voor 3 oktober, 4 mei of Koningsdag.”

Verslaggeefster Gerry van Bakel in gesprek met stadsdichter Marianne van Velzen over haar gedicht voor ondernemers in tijden van corona.

Wat Marianne van Velzen vooral opviel, was dat er zoveel verschillende verhalen en ervaringen waren. “Ik dacht wel meteen, hoe krijg ik dat allemaal in een gedicht. Verder zie ik vooral veel flexibiliteit en creativiteit. Dat hoort natuurlijk ook bij het ondernemerschap. Ik zie dat in mijn directe vriendenkring, maar ook in de straat. Ik zie de brommertjes voorbij rijden die maaltijden en ijsjes aan huis bezorgen. Maar voor sommige bedrijven wordt het wel heel moeilijk. Ik heb zelf in de toerismebranche gewerkt en het lijkt me niet gemakkelijk voor hotels in Leiden. We gaan straks misschien wel wat meer in Nederland op vakantie, maar dat zal niet hetzelfde aantal bezoekers opleveren. En hoe moet dat met theaters? Ik mocht laatst in de Leidse schouwburg zitten om te werken. Een hele mooie plek. Maar zo leeg. Zo had ik de schouwburg nog niet gezien.”

Het gedicht is vandaag officieel overhandigd aan de voorzitters van BV Leiden Lorenzo van Beek en Ineke Lenssen. Van het gedicht zijn posters gemaakt die elke ondernemer krijgt om in zijn of haar zaak op te hangen. Daarnaast hebben Reanne van Kleef en Tess van Kooperen van filmbedrijf Kleef & Koop een video gemaakt waarin een tiental Leidse ondernemers het gedicht mede voordragen.

Cultuur Economie Leiden Coronacrisis