Je bent 28 jaar, lekker bezig met je carrière op de maatschappelijke ladder, qua topsport zit je op de ideale leeftijd en dan komt corona. Het leven van de Haagse arts Philippine Abelsma en de Leidse horecaondernemer Chesney Crosby ziet er in één keer totaal anders uit sinds het virus afgelopen voorjaar Nederland bereikte. Beide zijn Nederlands rugby-international, maar afleiding vinden in hun favoriete sport kan door corona even niet. Terwijl het virus voor extra druk zorgt in hun dagelijks leven.
Van dichtbij zag Abelsma hoe het coronavirus toesloeg tijdens de eerste golf. “Ik ben in het begin van de coronacrisis op de intensive care gaan werken”, vertelt de Haagse arts die in Leiden begon met rugbyen. “Toen zag ik wat het virus met de mensen doet. De ic was helemaal afgesloten door middel van schotten en een sluis. Alle patiënten werden beademd, dus ze lagen in een kunstmatige coma, met zo’n tube in de luchtpijp. Mensen die niet per se op de ic hoefden te zijn, konden er ook niet komen. Dat was ook zo voor familie. Patiënten kregen geen bezoek. Gelukkig kon ik tijdens de pauze even ademhalen. Het was een intensieve periode.”
Het zijn beelden die hard aankomen, ook bij iemand die dagelijks in de weer is in het ziekenhuis. Normaal gesproken brengt rugby afleiding voor Abelsma, maar terwijl ze bezig was met de patiëntenzorg werd haar geliefde sport stilgelegd door de regering. Maanden kon ze niet spelen, maar aan het einde van de zomer mocht ze weer het veld op. “Toen we net weer bezig waren, moesten we weer stoppen”, zegt de speelster van Rugbyclub Delft over de maatregelen die twee weken geleden werden afgekondigd. Toch heeft ze er alle begrip voor. “Ik werk nu op de gynaecologie, maar door het toename van het aantal besmettingen wordt ook de zorg daar afgeschaald.”
Topsport achter de bar
Voor Chesney Crosby werd er door de nieuwe gedeeltelijke lockdown een streep door zijn activiteiten gezet. Hij is bedrijfsleider in sportpub The Duke in Leiden en is daarnaast nog mede-eigenaar van restaurant The Chipperoo. Een zware tijd, noemt de horecaondernemer de tweede lockdown. Weer geen volle pub bij een Champions League-avond van Ajax, geen praatje aan de toog met de stamgasten, geen kwinkslagen als het land van een van de bezoekers een potje rugby verliest. “Ik heb het er met mijn compagnons over gehad”, zegt de twee meter lange Leidenaar. “Wat we nu moeten doen is pas echt ondernemen. Wat we hiervoor deden was makkelijk. Nu moeten ideeën bedenken, actief blijven, in contact blijven met je vaste gasten. Het is topsport achter de bar.”
Op het gebied van topsport kan Crosby putten uit redelijk wat ervaring. De afgelopen zeven jaar kwam hij uit voor Nederland, een interlandcarrière waar afgelopen voorjaar een einde aan kwam omdat hij meer tijd wilde hebben voor zijn werk. Wel blijft de geboren Zuid-Afrikaan spelen voor DIOK uit zijn woonplaats. Althans, als het weer mag van de regering. “Rugby is wel een uitlaatklep voor mij”, zegt hij eerlijk. “Het personeel zegt ook soms: ‘wanneer begint het weer, want dan kun je je agressie kwijt’. Nu doe ik dat voornamelijk in de sportschool. Maar ik kijk wel met nostalgie terug op de tijd dat ik dagelijks met rugby bezig was. Nu ben ik met een uurtje sporten wel klaar.”
Laatbloeier
Ondertussen blijf Abelsma individueel trainen. In eerste instantie was dat voor een interland tegen Spanje eind oktober, maar daar werd een streep doorheen gezet. “Nu moet ik klaar zijn als we weer het veld op mogen”, zegt ze vol strijd. Toch is het voor haar soms lastig om in haar eentje oefeningen te doen, in plaats van met je teamgenoten op de club. “Rugby is een teamsport. Als je met zijn allen traint raak je makkelijk gemotiveerd. Thuis heb je toch soms zin om lekker op de bank te gaan zitten, in plaats van weer die oefeningen te doen om sterker en beter te worden.”
Daarnaast speelt leeftijd ook mee. Ze is een laatbloeier. Toen ze aan het einde van haar geneeskundestudie was, ging ze kijken of dat spel met die eivormige bal iets voor haar was. Ze bleek talent te hebben. “Toen was ik 24 en nu ben ik 28. Ik heb niet veel jaren meer om te groeien. Dit is de leeftijd dat ik het beste moet kunnen bereiken. Dat het nu niet kan, maakt het wel zuur. Want rugby is niet een sport die voor altijd doet.”
Lange wedstrijd
Dat je rugby niet kunt spelen achter een rollator, merkte ook Crosby. Tijdens zijn carrière, waarin hij ook twee keer landskampioen werd, had hij veel blessures. Dat heeft hem geleerd om altijd weer op te krabbelen. Op die manier vult hij ook zijn baan in de horeca in. “Natuurlijk klaag ik ook over de maatregelen die zijn genomen”, zegt hij met een kleine glimlach. “Maar ik kan blijven roepen: ‘Waarom?’ en mij focussen op het negatieve. Dat gaat niets veranderen. Het is net als in een rugbywedstrijd. Je kan klagen bij de scheids, maar die draait zijn beslissing niet terug.”
Terwijl hij een thuisbezorgpakket klaarmaakt, gooit de Leidenaar er nog een vergelijking uit. “Je moet nu even tien stappen naar achter zetten”, doelt hij op een team dat gestraft wordt tijdens een wedstrijd. “Je moet je klaarmaken voor de volgende slag zodat je weer naar voren kunt gaan. Het merendeel van mijn personeel is rugbyer of doet in ieder geval aan teamsport. Dat vind ik wel fijn. Die weten dat als het moeilijk is, dat je moet blijven werken. Al is het nu wel een lange wedstrijd geworden en is mijn conditie niet meer zo goed als hij was.”
Leiden SportSleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907