Honderden Leidse studenten beginnen deze maand met het afronden van hun studie. Voordat de vlag uit kan, is daar nog een laatste struikelblok: de scriptie. En daar lopen studenten massaal tegenaan. Niet alleen de scriptie op zich, maar vooral slechte scriptiebegeleiding lijkt een probleem te vormen. “Ik werd gewaarschuwd voor mijn scriptiebegeleider: je moet goed opletten, want ze gaat echt over je grenzen heen.”
Door Wies de Gruyter, Noah Rook, Maxime Kok en Manon Blonk
De scriptie is een wetenschappelijk onderzoek dat een verplicht onderdeel is van een studie aan de universiteit. Bij het schrijven van die scriptie worden studenten begeleid door een wetenschapper. En juist over die scriptiebegeleider wordt volop geklaagd door studenten. Gebrek aan feedback en onevenredig veel uren in het laboratorium zijn voor studenten aan de orde van de dag, wat zorgt voor mentale klachten en studievertraging. Zijn studenten niets meer gewend of is er echt iets aan de hand?
Klachten
De ombudsman van de Universiteit Leiden beaamt in zijn jaarverslagen dat studenten problemen ervaren met scriptiebegeleiding. In 2019 behoorde scriptiebegeleiding tot de drie meest voorkomende klachten. Toch zijn de aantallen relatief klein: twintig van de 125 ingediende klachten gingen over scriptiebegeleiding. Zeker in verhouding met de ruim 30.000 studenten in Leiden zijn die aantallen te verwaarlozen.
Maar cijfers zeggen niet alles; lang niet alle studenten die problemen ervaren met de scriptiebegeleiding zoeken hulp. Studentenpsycholoog Emile Dingjan bevestigt dat: “Het aantal studenten dat zich bij mij meldt voor scriptieproblemen is in verhouding niet zo groot, maar de problemen zijn er wel.”
Als je minder uren in het lab draait of wordt gezien als iemand die iets heeft laten vallen, dan ben je geen favoriet en word je ook niet goed meer begeleid
Florianne, inmiddels afgestudeerd klinische psychologiestudent, kan daarover meepraten. Zij heeft in totaal vijftien maanden gewerkt aan haar scriptie, terwijl het hele traject maar vijf maanden hoort te duren. In die jaren stond ze disproportioneel veel uren in het laboratorium om data voor haar scriptie te verzamelen. Bovendien had haar scriptiebegeleider ‘favorieten’, vertelt Florianne. “Als je minder uren in het lab draait of wordt gezien als iemand die iets heeft laten vallen, dan ben je geen favoriet en word je ook niet goed meer begeleid.” Dat zorgde voor heel veel stress.
Een anonieme psychologiestudent, waarvan de naam bij de redactie bekend is, heeft een vergelijkbaar verhaal. Haar scriptietraject duurde dertien maanden, in plaats van zes. Het project was te groot en te moeilijk. Toen ze aangaf dat het misschien teveel was, reageerde de begeleider met de woorden: “oké, je bent dus niet ambitieus genoeg.” Het project was erg zwaar voor haar: “Ik heb me de hele periode angstig en gespannen gevoeld.”
Masterstudenten Journalistiek in gesprek met studentenpsycholoog Emile Dingjan, student Floriane en voormalig universitair hoofddocent Eelco Runia
Bad guy
Ook Roderick ervoer problemen met de scriptiebegeleiding tijdens zijn master toegepaste cognitieve psychologie. Hij had vooral last van miscommunicatie en het ontbreken van deadlines, met studievertraging als gevolg. Volgens hem waren er ook te grote verschillen tussen de ambitie en wat haalbaar was.
Oud-rechtenstudent Marijke heeft haar begeleider zelfs nooit gezien, er was alleen maar mailcontact. “Als ik meer begeleiding had gehad, had ik misschien het onderste uit de kan kunnen halen. Dat heb ik nu absoluut niet kunnen doen.”
Opvallend is dat alle studenten benadrukken dat de begeleider niet de bad guy van het verhaal is; zij vermoeden dat de problemen het gevolg zijn van de structuur van de universiteit.
Er wordt eigenlijk vanuit gegaan dat je goed bent in het begeleiden van studenten, maar dat is nergens op gebaseerd
Roel van Dooren werkt aan de Universiteit Leiden als promovendus in de cognitieve psychologie. Sinds een paar jaar begeleidt hij ook scripties van studenten. “Het geven van scriptiebegeleiding is lastig. Er wordt eigenlijk vanuit gegaan dat je goed bent in het begeleiden van studenten, maar dat is nergens op gebaseerd want je hebt er geen studie voor gevolgd. Ik moest het dus hebben van de herinneringen aan mijn eigen scriptie en van wat ik bij collega’s zag.”
In oktober volgde Van Dooren een cursus scriptiebegeleiding van het Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing (ICLON). “Tijdens de cursus leren docenten na te denken over waar ze verantwoordelijk voor zijn en waarvoor niet”, vertelt Daan Romein, teamleider docentprofessionalisering bij het ICLON. “Docenten moeten meedenken en de verantwoordelijkheid bij de student leggen, door bijvoorbeeld te vragen: wat heb jij nodig om die deadline te halen?”
Daarnaast merkt Romein dat docenten vaak onrealistische aannames hebben over studenten: “Bijvoorbeeld, jij bent een masterstudent, dus je kan schrijven. Maar als je goed kijkt naar de vakken van die student, zie je dat hij of zij vaak helemaal niet geleerd heeft om goed te schrijven. Wij leren docenten om zulke aannames van tevoren te toetsen.” Studentenpsycholoog Dingjan voegt daaraan toe dat aanleg ook een rol speelt: “Als student kan je wel bepaalde vaardigheden aanleren, maar je zult het toch ook wel een beetje in je moeten hebben om goed te kunnen schrijven.”
Een pervers mechanisme
Oud-universitair docent en criticus Eelco Runia trekt dezelfde conclusie als de studenten: het probleem ligt niet bij de begeleiders, maar schuilt in de structuur van de universiteit. Runia publiceerde in 2019 zijn boek ‘Genadezesjes’, over de ontsporing van de universiteit als instituut. Over de scriptie zegt hij: “Scripties zijn een uitvergroting van de problemen die tijdens de hele studie spelen. Denk bijvoorbeeld aan het perverse mechanisme dat je als docent alleen je uren voor begeleiding krijgt uitbetaald wanneer de scriptie met een voldoende is afgerond. Als docent sta je onder druk om zo snel mogelijk scripties er doorheen te jagen.”
Volgens Runia draait het bij de universiteiten niet meer om studenten iets bij te leren. Het gaat alleen nog maar om een zo optimaal mogelijke doorstroming: studenten zo snel mogelijk naar de uitgang brengen.
Waarom mag een student niet afstuderen met een vlog? Of een toneelstuk?
Is de scriptie dan wel de juiste manier om de studie af te ronden? “De scriptie op zich is natuurlijk een heel raar genre”, zegt Runia. “Het is een genre dat alleen binnen de universiteit bestaansrecht heeft.” Een alternatieve opdracht die ook buiten de universiteit van nut zou kunnen zijn, zoals een documentaire, is volgens Runia een beter idee.
Daan Romein beaamt dat het geen kwaad kan om na te denken over een scriptie in een andere vorm. “Waarom mag een student niet afstuderen met een vlog? Of een toneelstuk? Als de benodigde vaardigheden er maar in te zien zijn.” Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, benadrukt hij; de universiteit is een traag instituut.
Dit artikel is onder begeleiding van de redactie van Sleutelstad geschreven door studenten van de masteropleiding Journalistiek en Nieuwe media van de Universiteit Leiden.
Reactie Universiteit Leiden
In een reactie op dit artikel laat Universiteit Leiden weten zich niet te herkennen in het beeld dat Eelco Runia schetst. “Eelco Runia is niet werkzaam geweest bij Universiteit Leiden, hij is dus ook niet op de hoogte van de situatie in Leiden”, aldus woordvoerder Caroline van Overbeeke.
Verder laat Van Overbeeke weten: “Scriptiebegeleiding is een belangrijk aandachtspunt bij de Universiteit Leiden. De scriptie is een proeve van bekwaamheid aan het einde van de studie, waarin de student zijn tijdens de studie verworven academische- en onderzoeksvaardigheden kan tonen. De student heeft deze vaardigheden gedurende de bachelor en master opgedaan, door het doen van onderzoek, practica, kleinere werstukken, het schrijven van papers en een bachelorscriptie. Daarom hebben we ook extra in begeleiding geïnvesteerd. Alle opleidingen hebben de afspraken rondom de scriptie vastgelegd in een scriptiehandboek of protocol, waarin ook de afspraken rondom de begeleiding zijn opgenomen. Dit kan individuele begeleiding zijn, maar ook begeleiding in kleine groepen via een scriptieseminar. Er is ook geïnvesteerd in schrijfcursussen met betrekking tot academisch schrijven, zodat studenten goed voorbereid aan de scriptie beginnen.
Studenttevredenheid over de scriptie monitoren wij via de programma-evaluatie die bij het afstuderen wordt afgenomen. Daaruit blijkt dat studenten wel degelijk tevreden zijn (4,0 van 5 punten) over de begeleiding van onderzoeksvaardigheden. Ook in visitaties van de afgelopen jaren wordt het onderwerp ‘‘scripties’ door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) niet opvallend vaak benoemd: hier worden geen kanttekeningen bij gezet door externe beoordelaars. Uiteraard staan we altijd open voor verbeteringen, en monitoren we daarom onze studentenevaluaties goed.”
Tot slot laat de universiteit weten dat een alternatief voor de ‘standaardscriptie’ niet eenvoudig is. “Het kan misschien een optie zijn, maar dit is sterk afhankelijk van type opleiding en beoogde eindkwalificaties. Maar in het algemeen is een scriptie wel een belangrijke proeve van bekwaamheid bij de afronding van de studie aan de universiteit.”
Leiden Onderwijs WetenschapSleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907