Een onwaarschijnlijk filmscenario, zo zullen velen de prille voetbalcarrière van de doelman van Jong ADO Den Haag omschrijven. Tot zijn twaalfde voetbalde hij als linksbuiten bij Voorschoten ‘97, maar na een jaartje onder de lat vertrok hij direct naar ADO. Met amper een seizoen achter de rug stond hij op doel bij de jeugdploeg van Oranje. En als kers op de taart debuteerde hij op 16-jarige leeftijd voor het nationale voetbalelftal van Burkina Faso. Dit is het verhaal van Kilian Nikièma, een jongen uit Voorschoten met een talent: keepen.
Het is een merkwaardig gezicht. In een luxe resort in het zonnige Marbella tillen een paar gespierde Burkinese voetballers een 15-jarige jongen van zijn stoel en zetten hem op een grote tafel in de eetzaal. “Chantez! Chantez!”, galmt het. Ietwat weifelend begint de knul te zingen: “Op een vrijdag in de kroeg, ergens in Amsterdam.” “Stop!” Geschrokken kijkt hij om zich heen. Hij moet iets anders zingen. “Sinterklaas kapoentje.” Een paar tellen later dansen zo’n veertig mensen mee op de melodie van een Nederlands liedje waar ze niets van verstaan. “Très bien, Kilian.”
“Wist ik veel wat ik moest zingen”, blikt de inmiddels net 18-jarige Kilian Nikièma bij Omroep West lachend terug op zijn allereerste trip met de nationale ploeg van Burkina Faso. “Blijkbaar vonden ze het liedje ‘Leef’ van André Hazes niet goed genoeg en dit was het eerste dat in mij opkwam. Het is net als bij veel andere teams een traditie dat je moet zingen als je nieuw bent of van club bent gewisseld. Het is natuurlijk niet leuk wanneer je moet, maar gelukkig was ik niet de enige. Er stonden nog een paar andere spelers voor schut.’
De bondscoach aan de lijn
Het is het voorjaar van 2019, wanneer de telefoon gaat in huize Nikièma. In gebrekkig Engels vertelt een Portugese man aan de andere kant van de lijn dat hij op zoek is naar Kilian. Hij heeft een vraag voor hem: wil hij mee op trainingskamp naar het Spaanse Marbella met de nationale ploeg van Burkina Faso? Ze zien hem graag een keertje bij de huidige nummer zestig op de FIFA-wereldranglijst.
In eerste instantie kan Kilian zijn oren niet geloven. Amper een week nadat hij op 15-jarige leeftijd zijn eerste profcontract heeft getekend bij ADO, wordt hij gebeld door bondscoach Paulo Duarte met het verzoek om te komen spelen voor het land waar hij regelmatig op vakantie gaat.
Burkina Faso
“Mijn vader komt uit Burkina Faso, net als de rest van die familietak uiteraard”, zegt de in Den Haag geboren en in Voorschoten opgegroeide keeper. “Toen mijn moeder voor haar studie naar Afrika ging heeft zij hem daar ontmoet, waarna hij naar Nederland is gekomen. Om het jaar vertrekken we naar Ouagadougou, de hoofdstad. Dan huren we een groot huis en komt de hele familie langs. We vermaken ons daar wel.”
Met ruim veertien miljoen inwoners, waarvan het overgrote deel op het platteland leeft, behoort het politiek-onrustige Burkina Faso tot de armste landen ter wereld. Buiten de stad wonen de mensen in stenen huisjes met rieten daken. “Alleen het feit dat velen geen kledingkast hebben, zegt eigenlijk al genoeg. Bij een slechte oogst komen mensen soms letterlijk om van de honger. Dat is bijna niet voor te stellen als je hier woont.”
Achternaam
Lang hoeft de jonge keeper niet na te denken over het aanbod van bondscoach Duarte. Samen met zijn zus, die een kans op een lekkere vakantie ziet, stapt hij op het vliegtuig naar Spanje. Daar wordt hij verwelkomd in de lobby van een hotel. “Praten was nog best lastig”, vertelt Kilian. “Ze spreken daar allemaal Frans. Ik versta het op zich prima, maar jezelf uitdrukken in een vreemde taal is toch een stuk moeilijker. Gelukkig is de taal van het voetbal universeel.”
Kilian deelt zijn kamer met een van de ervarener spelers, maar met wie? “Puntje puntje Traoré, ik weet zijn voornaam niet meer”, biecht hij blozend op. “Hij was al ergens in de dertig.” Heel gek is het niet dat Kilian zich niet exact meer kan herinneren welke Traoré het was. In de selectie zaten op dat moment liefst zes spelers met dezelfde achternaam. Naast oud-Ajacied Bertrand Traoré, liepen er dat trainingskamp ook een Abdou, Eric, Hassim, Lassina (tevens oud-Ajacied) en Oula rond.
Sterspeler
“Het leuke was dat ik de meeste jongens al van de televisie kende. Burkina Faso is een serieus voetballand dat in 2017 nog als derde eindigde op de Afrika Cup en in 2013 zelfs tweede werd. Ik was echt fan en keek iedere wedstrijd. Wanneer dat niet kon, omdat het bijvoorbeeld te laat was, nam ik de wedstrijd op om hem de volgende ochtend direct terug te kijken. Ik droeg zelfs shirtjes van Jonathan Pitroipa, de absolute sterspeler.”
In Marbella maakt Kilian uiteindelijk geen minuten. De oefenwedstrijd tegen de Democratische Republiek Congo moet het talent vanaf de bank zien, waardoor hij zonder interland achter zijn naam weer huiswaarts keert. “Maar ik had toen eerlijk gezegd ook niet anders verwacht hoor. Het ging goed en was leuk en ik maakte blijkbaar genoeg indruk om opnieuw te worden uitgenodigd.”
Stoutste dromen
Drie maanden later, wanneer Kilian inmiddels zestien is geworden, mag hij namelijk opnieuw opdraven voor ‘de Hengsten’, de bijnaam van het Burkinese elftal. Ditmaal voor een trainingskamp in Marokko. Onder de nieuwe bondscoach Kamou Malo, die het roer van de ontslagen Duarte heeft overgenomen, krijgt Kilian plots iets waar hij in zijn stoutste dromen niet op durfde te hopen: een basisplaats.
“We zouden drie oefenwedstrijden spelen met Libië, Marokko en een Marokkaans All Stars-team als tegenstanders. Heel stiekem hoopte ik vooraf al op een debuut bij het laatste potje. Mijn ouders zouden dan ook komen kijken om het live in het gigantische stadion in Marrakesh mee te maken. Echter, op de laatste training voor de wedstrijd tegen Libië riep de trainer mij plots bij zich en zei dat ik als keeper de resterende oefeningen met het basiselftal mocht meespelen. Ik snapte er niks van.’
Hollandse school
’s Avonds, wanneer Kilian op zijn kamer ligt, komt hij maar moeilijk in slaap. Waarom mocht hij met de anderen meedoen? Hij zal toch niet in de basis staan? De volgende ochtend, wanneer de coach de opstelling bekendmaakt, blijkt dat het traditionele bidden voor de trainingen hem wel heel veel geluk heeft gebracht.
“Voor iedere training gaan alle spelers samen bidden. Ze vragen om een veilige training en hopen dat iedereen zich na afloop nog goed voelt. Ik voelde mij die dag uiteraard fantastisch. Vooraf moest ik de coach echter wel nog één ding op het hart drukken: ram de bal weg als het moet. Hij was toch een beetje bang voor de Hollandse school, waarbij fatsoenlijk opbouwen centraal staat. In Afrika spelen ze juist veel meer lange ballen met stevige duels, waarbij snelheid en kracht beslissend zijn.”
Volkslied
In tegenstelling tot de twee andere wedstrijden, vindt de confrontatie met Libië plaats op een achterafveldje aan de rand van de stad. Onder een temperatuur van 35 graden en brandend kunstgras onder zijn voeten, staat Kilian met de hand op zijn borst tijdens het spelen van het volkslied.
“Ik had geen idee hoe het ging. Ik wist niet eens zeker of er wel tekst in zat. Doordat mijn familie er dus op rekende dat ik de laatste wedstrijd pas zou spelen, waren ze er niet bij. Het ontbreken van een livestream naar Nederland zorgde ervoor dat ik achteraf pas glunderend naar huis kon bellen om te vertellen dat we met 1-0 hadden gewonnen en ik mijn doel schoon had gehouden. Je wil niet weten hoe trots ze waren, vooral mijn vader.”
Tiewraps
Het had niet veel gescheeld of Kilian’s doel had überhaupt niet schoon kunnen blijven. Zo professioneel als alles tot aan de wedstrijd was geregeld, zo amateuristisch was het een paar seconden voor de aftrap. “Bij iedere wedstrijd wordt van tevoren even het doelnet gecheckt door de scheidsrechter. Wat bleek het geval: er zat een gat in mijn net. De wedstrijd werd een kwartier uitgesteld, zodat iemand in de tussentijd een sprint kon trekken naar de lokale supermarkt om tiewraps te halen. Dat dat uitgerekend bij mijn debuut moest gebeuren…”
Lof was er na afloop volop, zowel van de coach als zijn medespelers. De tot dan toe bescheiden Kilian realiseert zich dan pas wat hij heeft meegemaakt. Samen met de spelers die hij alleen van tv kende, wist hij te winnen. “Over een paar weken ga ik weer naar Burkina Faso. Dat wordt voor het eerst sinds mijn debuut. Ik ben heel benieuwd of ik er daar nog iets over ga horen en wat mijn familie gaat zeggen. Voor hen betekent het heel veel dat ik niet alleen Nederland, maar óók Burkina Faso als mijn land zie.”
De nieuwe Denzel Dumfries?
Toch kwam Kilian’s interlandcarrière uiteindelijk niet verder dan de oefenwedstrijd tegen Libië. Aan het uitkomen voor een nationaal elftal zijn regels verbonden, waarbij EK-revelatie Denzel Dumfries het meest recente voorbeeld is. De rechtsback kwam voor zijn Oranjeperiode tweemaal uit voor de nationale ploeg van Aruba, maar wilde geen derde interland spelen voor de eilandbewoners. Meer dan drie interlands voor zijn 21ste zou betekenen dat hij niet meer voor Nederland had mogen spelen.
“Vlak na mijn debuut voor Burkina Faso sloot ik weer aan bij Nederland Onder 17. Een van de assistenten vroeg toen ook: ‘Ga je nu voor Burkina spelen?’ Maar ik wil nog helemaal niet kiezen. Ik ben op dit moment letterlijk pas een paar dagen achttien. Een aantal jaar geleden imiteerde ik als linksbuiten van Voorschoten ’97 nog gewoon Nani of Wayne Rooney op de pleintjes. Als je mij toen had verteld dat ik ging keepen voor Burkina Faso, had ik je voor gek verklaard. Het is bijna ongeloofwaardig.”
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907