Deel dit bericht!

Angel Daleman is de zomer goed doorgekomen en kijkt reikhalzend uit naar het nieuwe schaatsseizoen. (Foto: Gerry van Bakel).

Schaatsster Angel Daleman staat te trappelen om schaatsseizoen te beginnen

Leiderdorp, 4 oktober 2021 om 11:39 uur door Gerry van Bakel

Oktober is niet alleen de tijd van Leidens Ontzet en feesten, maar ook het moment dat de ijsbanen weer opengaan en het schaatsseizoen weer begint. De Leiderdorpse schaatsster Angel Daleman heeft er weer zin in. Zoals altijd gaat ze voor goud waar ze maar kan: shorttrack en langebaan, sprinten en marathons.

In de zomer stapt Angel Daleman soepel over van de schaats naar de skeelers en ook daar doet ze mee om de prijzen. Dit jaar had ze zich daarmee zelfs geplaatst voor de Europese Kampioenschappen in Portugal. Maar voor ze met de Nederlandse ploeg kon afreizen, kwam het bericht dat ze met haar 14 jaar nog te jong was. “Ik heb het nog wel gevolgd, want veel van de meiden die daar rijden zijn vriendinnen van mij, dus die stuur ik dan wel berichtjes.”

Winnen
Iets dergelijks overkwam haar een paar weken geleden weer toen ze zich wist te kwalificeren voor een shorttracktoernooi. Maar Daleman zet zich daar steeds weer blijmoedig overheen. Er zijn altijd weer andere wedstrijden, nieuwe uitdagingen en meer gouden medailles te winnen. “Ik wil graag naar WK junioren bij shorttracken en verder het Nederlands kampioenschap, daarnaast zoveel mogelijk wedstrijden bij langebaanschaatsen meepakken en daar het NK winnen.”

Shorttrack, langebaan, marathons. Het klinkt de volgers van Daleman bekend in de oren. Aan kiezen of delen wil Daleman nog lang niet denken. Ze wil overal schaatsen. En al die wedstrijden betekent dat bijna elk weekend in het teken van wedstrijden schaatsen zal staan. “Ik ga nu vaker naar het buitenland omdat ik ook bij shorttrack in een hogere categorie zit.”

Haar eerste grote wedstrijd is op de shorttrackbaan in Hasselt. Daleman denkt dat ze zeker top-vijf moet kunnen rijden. “Ik zit nu in een hogere categorie, dus ik weet nog niet hoe die andere meiden allemaal rijden. Maar mijn teamgenoten zijn meestal wel bij de besten en die kan ik goed bijhouden.”