Nog iets meer dan een week en dan mag Leiden zich een jaar lang profileren als European City of Science: het wetenschapsfestival van Europa. Het is niet de eerste keer dat een Nederlandse stad een dergelijke Europese titel mag dragen. In 2018 was Leeuwarden namelijk een jaar lang dé culturele hoofdstad van Europa en overtrof daarmee ieders verwachtingen. Wat kan Leiden daar van leren?
Door: Elisabeth Brugman, David van Benthem en Freek Haye
Hoewel het Friese evenement qua formaat en financiering vele malen omvangrijker was dan Leiden City of Science (Leeuwarden 120 miljoen, Leiden enkele miljoenen), zijn er ook genoeg vergelijkingen te maken. Zo wordt ook Leiden2022 door een stichting met vrijwilligers geleid en richten beide evenementen zich op een lange termijn investering in de stad.
Met de wetenschapsconferentie EuroScience Open Forum en met het buurtprogramma ‘Kennis door de Wijken’ waarin dagelijks een onderwerp centraal staat, wordt de stad een jaar lang ondergedompeld in de wetenschap. Net als in Friesland is het in Leiden de bedoeling dat buurten actief betrokken raken bij het evenement.
“We werken niet met klassieke doelgroepen, maar proberen mensen aan te spreken op hun interesses”, vertelt directeur Meta Knol van Leiden2022. “Als het gaat over schelpen bijvoorbeeld, dan maakt het mij niet uit of je een meisje van 10 of een schelpenspecialist van Naturalis bent.”
‘Best in Europe’
Toen de voormalig directeur van culturele hoofdstad Leeuwarden-Fryslân aantrad, verkeerde het evenement in Leeuwarden in zwaar weer. “Vier maanden voor de programmapresentatie was ons team zeer onrustig en was er in Friesland beperkt draagvlak”, vertelt Tjeerd van Bekkum nu. “Mensen dachten: ‘eerst zien dan geloven’ en ‘er gaat veel geld heen, maar we zien er niks van terug.’ Het dreigde een half jaar voor de start echt een debacle te worden.”
Toch wist Van Bekkum samen met zijn team het tij te keren en werd het een groot succes: Friesland schopte het door het evenement zelfs tot nummer 3 van ‘Best in Europe’ in de Lonely Planet. “Toen we het programma presenteerden kregen we daar zeer positieve recensies over. En dan gaat de wind waaien. Het werd geen Fries feestje: het werd Europees.”
Zelfs Otto van der Galliën, eens omschreven als de pitbull in de Friese politiek en lijsttrekker van de Leeuwarder partij LIJST058, beaamt dit. Dat terwijl zijn fractie eerst nog zeer sceptisch was over het project: “We hebben regelmatig tegen gestemd, omdat we dachten dat het nooit wat voor Leeuwarden zou zijn. Maar het heeft al mijn verwachtingen overtroffen. Als je ziet hoe druk het dat jaar in de stad is geweest en hoe belangrijk het is geweest voor het zelfbewustzijn van de stad. Het was echt abnormaal. Mijn scepsis heeft helemaal plaatsgemaakt voor een gevoel van trots dat ik in zo’n stad mag wonen.”
Krantje en postzegels
Het mobiliseren van de Friese buurten bleek wel lastiger dan gedacht: “Het is belangrijk dat alle neuzen dezelfde kant op staan. Om buurten mee te krijgen moet je weten hoe die buurten in elkaar steken”, zegt Van Bekkum. “Mijn team ging de provincie in om met dorpen te praten over de ideeën die daar leefden. En dan moet je luisteren, reëel zijn en perspectief bieden.” De voormalig directeur van de culturele hoofdstad geeft toe dat zijn organisatie te laat de provincie in is getrokken: “Je moet daar eigenlijk wel een paar jaar van tevoren mee beginnen, dat hebben we niet gedaan.’’
Leiden marketing krijgt 800.000 euro. Laten zij iets leuks verzinnen.
In Leiden doen zich vergelijkbare ontwikkelingen voor. Zo bleek uit een rondvraag onder buurtverenigingen dat niet iedere buurt staat te trappelen om het wetenschapsjaar. Voorzitter Foppe van Rees Vellinga van buurtvereniging van Pancras-West: “Op dit initiatief van de gemeente zijn wij niet ingegaan. Wij krijgen als wijkvereniging 1000 euro per jaar voor de subsidie van een krantje en wat postzegels. Leiden marketing krijgt 800.000 euro. Laten zij iets leuks verzinnen.”
De projectmanager van Kennis door de Wijken, Chris de Jaeger, legt uit dat de buurten in verschillende rondes worden benaderd. “Er zijn helaas ook buurten die niet hebben gereageerd, of die mijn mail niet hebben gezien. Die buurten gaan binnenkort weer mee met de nieuwe ronde mails. Dan kan ik ook concreter zijn over de vergoedingen die we geven.” Op de vraag of er op tijd is begonnen met het benaderen van de Leidse buurten zegt De Jaeger: “We hadden het liefst met alles veel eerder willen beginnen. We hebben alles zo snel mogelijk gedaan als we konden, denk ik.”
Influencers
Het merendeel van de wijkverenigingen is enthousiast en draagt graag een steentje bij aan het wijkenproject. Zo laat Hansje Huson van de Merenwijk weten: “Wij Merenwijkers zijn zelfs uitgenodigd om aanvullende activiteiten aan te dragen voor het programma. Leiden 2022 coördineert, brengt partijen bij elkaar en steekt dus veel moeite in de overkoepelende communicatie.” Het buurtcomité van de Hogewoerd en omstreken ziet City of Science bovendien als een kans om de buurtcohesie te vergroten.
Was het een goede tentoonstelling? Ik weet het niet. Maar je moest bij die tentoonstelling zijn geweest.
Volgens van Bekkum waren influencers zijn grootste troef tot succes: invloedrijke mensen met een groot sociaal online bereik. “Het meeste effect dat we hebben gehad qua exposure is te danken aan een aantal influencers. Zo zijn we ook op de Lonely Planet gekomen. Je moet weten hoe dat werkt. Je moet dus influencers hebben die zeggen: ‘hé, daar gebeurt wat’. Je moet je projecten hypen.” Als voorbeeld noemt hij Mata Hari. “Dat was een wereldwijd fenomeen. Was het een goede tentoonstelling? Ik weet het niet. Maar je moest bij die tentoonstelling zijn geweest. Er moet iets uniek zijn. Dus als Leiden een beetje mainstream blijft, dan red je het gewoon niet.”
Van Bekkum adviseert Leiden daarom om ook influencers in te zetten op hun takken van de sport. Leiden2022 moet het echter doen met een beperkt budget, zegt Knol, en kiest ervoor geen influencers te betalen. Knol: “Ik denk dat er in die wijken al allerlei invloedrijke mensen zitten met veel contacten in de wijk.” Knol legt uit dat ze top-down communicatie willen vermijden: eenzijdige communicatie vanuit de organisatie naar de buurtbewoners.”
‘Ik ga er niet over’
Beide evenementen streven naar duurzame successen, die door organisaties ook wel legacy oftewel nalatenschap wordt genoemd. Zo wil Leiden ook na 2022 als een echte Europese wetenschapsstad bekend blijven staan. Knol: “We hopen dat Leiden als Europese City of Science geprofileerd wordt, zoals Oxford of Leuven dat ook zijn.”
In Leeuwarden bleek dat het werken aan een dergelijke legacy echter moeizaam verliep. “Formeel mochten we daar helemaal niet aan beginnen. Mijn team was ook doodmoe, uitgeblust”, aldus van Bekkum. Hij adviseert daarom om een parallelle organisatie op te bouwen om dit nalatenschap in goede banen te leiden.
Van Bekkums grootste kritiekpunt is dat ze in Leeuwarden ‘drie keer te laat met de legacy zijn begonnen’. In reactie daarop laat Knol weten deze les mee te nemen door het in alle gesprekken te agenderen. “Ik ben directeur van een stichting die maar voor één jaar bestaat, dus uiteindelijk ga ik er niet over. Geld voor de legacy hebben we niet, wij hebben geld om het jaar te organiseren.”
Dit artikel is onder begeleiding van de redactie van Sleutelstad geschreven door studenten van de masteropleiding Journalistiek en Nieuwe media van de Universiteit Leiden. De studenten kregen voor dit onderzoek een bijdrage van het Leids Mediafonds.
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907