In prentenboeken voor kinderen staan veel dieren, maar veel dieren ook niet. Een slechte zaak, want als mensen op de hoogte zijn van het leven om hen heen zijn ze eerder geneigd dat te beschermen. Dat stelt de Leidse bioloog Michiel Hooykaas van de Universiteit Leiden. “Ieder kind weet wat een olifant is, maar kent de merel of de huismus niet”, zegt hij in Science071.
Hooykaas vertelt verder: “mensen gaan steeds minder de natuur in waardoor ze weinig kansen krijgen om dieren direct te leren kennen. Indirecte ervaringen, bijvoorbeeld met afbeeldingen van dieren, zijn dus steeds invloedrijker,” legt Hooykaas uit. Hij kijkt voor zijn onderzoek naar het beeld dat mensen hebben van dierlijke biodiversiteit en hoe dat in onder meer prentenboeken staat.
Uit zijn onderzoek kwam naar voren dat zoogdieren oververtegenwoordigd zijn in prentenboeken en vaak de hoofdrol spelen. Dieren zoals vogels en insecten komen minder vaak voor en blijven vaak op de achtergrond. “Dat terwijl ze in het echt meer verschillende soorten hebben”, zegt Hooykaas. “Een tijger is een tijger, maar een vogel is vaak een vogel in plaats van een merel of koolmees.”
Hooykaas vermoedt dat makers van prentenboeken kiezen voor dieren waarvan ze denken dat ze het publiek aanspreken. “Alleen kan zo wel een vicieuze cirkel ontstaan waarbij de band groeit met de dieren die je tegenkomt.” Kleine veranderingen kunnen helpen om de ogen van mensen te openen voor biodiversiteit, denkt de Leidse bioloog.
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907