De rechtbank in Den Haag heeft de 33-jarige Leidenaar Olivier van de G. veroordeeld tot twaalf jaar cel voor de dood van Esmee Kortekaas. Dat is lager dan de veertien jaar die de Officier van Justitie twee weken geleden eiste. De rechter acht het risico dat Van de G. opnieuw de fout in gaat groot en legt hem daarom ook tbs met dwangverpleging op. Van de G. moet ook een schadevergoeding betalen aan de ouders van Esmee. Aan de moeder moet hij bijna 35.000 euro betalen, aan de vader ruim 20.000 euro.
De man is veroordeeld voor doodslag door verwurging en ontucht. Ook wordt hem het wegvoeren van haar lichaam en het bezit van kinderporno verweten. Van de G. werd vrijgesproken van moord. De rechtbank gaat er vanuit dat hij in een ‘gemoedsopwelling’ heeft gehandeld en acht ‘voorbedachte rade’ niet bewezen. Op doodslag staat een maximumstraf van vijftien jaar.
De rechtbank acht Van de G. op basis van rapportages van deskundigen van het Pieter Baancentrum echter verminderd toerekeningsvatbaar. Ook is Van de G. niet eerder veroordeeld voor strafbare feiten. De hoge straf heeft er volgens de rechter alles mee te maken dat Van de G. op een afschuwelijke wijze een einde heeft gemaakt aan het leven van een kwetsbaar veertienjarig meisje dat nog een leven voor zich had.
Stoornis
Olivier van de G. leidt volgens de rechtbank aan een parafiele stoornis. Die zorgt ervoor dat zijn seksuele voorkeur gericht is op meisjes van twaalf tot zestien jaar. Ook het kijken van kinderporno vloeit voort uit die stoornis. “U kon uw gedrag niet begrenzen”, las de rechter voor. “Ook verkeerde u in een verlaagde bewustheidstoestand tijdens de verwurging.” Die omstandigheden leiden ertoe dat de rechtbank Van de G. de dood van Esmee in verminderde mate toerekent.
Gevaar
Wel is de rechter van mening dat het risico op ‘gewelddadige recidive’ hoog is. “U bent een gevaar voor de veiligheid van anderen. Het is dan ook onverantwoord om u zonder behandeling terug te laten keren in de maatschappij.” Daarom krijg Van de G. naast de gevangenisstraf van twaalf jaar ook tenminste vier jaar behandeling opgelegd. Die tbs met dwangverpleging kan echter ook langer dan vier jaar duren.
Beroepsverbod
De Officier van Justitie had tegen Van de G. ook een beroepsverbod geëist. Dat is door de rechter niet overgenomen. Een verbod om sportonderwijs te geven kan in dit geval niet, omdat de feiten niet tijdens de uitoefening van het beroep plaats hebben gevonden.
Relatie
De rechter beschreef maandagmiddag uitvoerig hoe de dader en het latere slachtoffer elkaar leerden kennen. Van de G. liep stage op de basisschool van Esmee Kortekaas voor zijn opleiding voor gymleraar. De contacten tussen de twee gingen buiten school verder. Eerst via sociale media, maar al snel spraken de twee ook fysiek af. Niet veel later kregen de twee, in het najaar van 2020, een relatie. Ook seksueel.
Gewaarschuwd
Gedurende het jaar dat volgde, ontstonden er steeds vaker ruzies. “Die werden ook steeds heviger”, vertelde de rechter. Op de avond van 30 december 2020 ging Esmee naar het huis van Van de G. De rechter omschreef Esmee als een kwetsbaar meisje dat bijna dagelijks over de vloer kwam bij Van de G. “En u wist dat wat u deed niet mocht. U was bovendien een gewaarschuwd man. Anderen hebben u aangesproken over de manier waarop u met jonge meisje omging.”
Judoworp
Van de G. heeft verklaard dat hij Esmee op de laatste avond van haar leven tijdens een stoeipartij met een judoworp op de grond heeft gegooid. Vervolgens ging hij op haar zitten en kwam er op een gegeven moment achter dat ze niet meer leefde. Volgens de rechter heeft hij zijn arm om de nek van het meisje geklemd, waardoor haar het ademhalen werd belemmerd. “Maar alleen u weet wat er toen precies is gebeurd. Maar die vraag heeft u niet beantwoord. U zegt dat u zich dat niet meer kunt herinneren. Het waarom is daarom niet beantwoord. Dat blijft een prangende vraag voor de nabestaanden.”
Ruzie
De rechtbank denkt op basis van de rapportage van het Pieter Baancentrum dat Van de G. na de laatste ruzie op 30 december 2020 dacht dat de relatie definitief voorbij was en bekend zou worden. “U was boos en leed aan verlatingsangst.” Nadat Van de g. ontdekte dat Esmee niet meer leefde, heeft hij op verschillende manieren geprobeerd alle sporen te wissen van hun relatie. “U heeft zelfs via haar telefoon een berichtje aan haar moeder gestuurd, zodat leek of ze nog leefde”, las de rechter voor uit het vonnis. “Vervolgens heeft u haar uit uw woning getild.” Van de G. heeft het overleden meisje eerst op zijn rug naar de Telderskade gebracht. Later is hij haar fiets gaan halen en reed hij naar het parkje bij de Melchior Treublaan. De fiets liet de verdachte aan de andere kant van de stad achter in de Van Riebeeckhof.
Gelogen
Diezelfde avond werd Esmee als vermist opgegeven. De politie is ’s nachts twee keer bij Van de G. aan de deur geweest. “Toen heeft u gelogen dat u haar alleen ’s middags had gezien.” Dat hij het lichaam van het jonge meisje achterliet bij een boom in een parkje maakt het voor de nabestaanden extra schokkend en pijnlijk. “Dat gaf een groot gevoel van triestheid.” Esmee’s lichaam werd in de vroege morgen van oudejaarsdag 2021 door joggers gevonden tegen een boom in een parkje tussen het treinspoor en de Melchior Treublaan in Leiden. Nog diezelfde dag werd Van de G. opgepakt.
Verlies
Voor de nabestaanden is de dood van Esmee volgens de rechtbank een onherstelbaar verlies. “Er is sprake van immens verdriet bij haar ouders, broer en tweelingzus. Die laatste kan door een beperking bovendien de dood van Esmee niet begrijpen.” Ook de samenleving is geschokt en dat werd volgens de rechter massaal geuit.
Sleutelstad Media
Middelstegracht 87A
2312 TT Leiden
E-mail
redactie@sleutelstad.nl
Telefoon Redactie
071 - 5235907